der Gravinne ten gevalle, dien stamnaam aangenomen en hem aan al
zijne nakomelingen overgebragt, die zieh altijd zeer beroemde Edelen
en Ridders betoond hebben.
De plaats, waar het slot S c h e n g en gestaan heeft, is thans eene weide ,
groot 63 v. r. 30 y. eil., in eigendom toebehoorende aan Giliaah v a n
D o h r e n , wonende te ’s Heer-Arendskerke.
Het wapen yan dit kast. is van keel, met tien besantijnen van zil-
ver , geplaatst vier, drie, twee en een.
SCHENGEN, een afgescheiden stuk van het balj. van Luxemburg,
grooth. Luxemburg, kw. en 3 | u. Z. Z. W. van Grevenmacher, arr.
en 5£ u. Z. 0 . van Luxemburg, kant. en 1 | u. Z. van Remicli, gem.
en u. Z. Z. 0. van Remerschen, aan den Moezel ; met 63 h. en
380 inw., die in den land-, wijn-, tuin- en ooftbouw hun bestaan
vinden.
De inw., die allen R. K. zijn, maken eene par. nit, welke tot het
vic. apost. van Luxemburg, dek. van Remich, behoort, en door eenen
Pastoor bediend wordt.
Er is hier een kasteel, dat tot 1810 zieh als een zwaar gothisch ge-
bouw vertoonde , doch in dat jaar door den toenmaligen eigenaar,
den Heer C ollart werd gesloopt. Een der torens is echter als eene
oudheid bewaard gebleven en op den grond van het vorige een fraai
modern landhuis gestiebt.
Te S chengen is het dal der Moezel gesloten door eenen zeer hoogen
berg, de S t r umb e r g (Zie dat woord), aan wiens voet eene gezond-
heidsbron ontspringt, welke echter weinig of niet wordt gebruikt en
zekerlijk ook moet achterstaan bij die, welke, in 1846, bij eene
putboring te Monndorf is verkregen. Vroeger was te S chengen een
bureau voor de scheepvaartregt-op de Moezel , raaar sinds 1846 is
dit opgeheven en vereenigd met Pr russische t e Per l , hetwelk nu den
naam van S chengen- P erl voert.
SCHENK, fort in Oosi-lndie, op het Sundasche eil. Sumatra, in
de Padangsche-Bovenlanden, ten naastenbij in het middelste gedeelte
van Banzar.
Op dit fort toont de barometer eene hoogte aan van 1692,2 Rijnl.
voeten.
SCHENKEL-BINNENDIJK (DE) of de G roenendijk , ook wel de N oord-
S chenkeldijk gehecten, dijk in Nieuw-Altena, prov. Noord-Braband,
welke in eene noordelijke rigting van den Nienwendijk naar den Wer-
kendamsche-dijk loopt, en den Vervoorne-polder van het Land-van-
Altena scheidt.
In dezen dijk is eene inundatiesluis aan de Balkershil, alwaar eenen
dykpost met verdedigbare dekking zal gelegd worden.
SCHENKELDIJK, b. in het Land-van-Strijen , prov. Zuid-Holland,
Zie ScHENEELDIJK.
SCHENKELDIJK (DE), dijk, in het Land-van-Overflakkee, prov.
Zuid-Holland, gem. den Bommel, tot waterkeering van den Bom-
melsche-polder dienende.
SCHENKELDIJK (DE GROOTE-), pold. in de heerl. Zevenbergen ,
prov. Noord-Braband, Vierde distr., arr. Breda, kant. en gem. Zevenbergen
; palende N. aan den Pelgrim , 0. aan den Geldersche-pol-
der, Z. en W. aan den Oude-polder-van-Ze Yenbergen.
Deze pold. beslaat, met de dijken , volgens het kadaster, eene op-
pervlakte van 139bund. 33 v. r. 10 v. eil., en heeft eene steenen heul ,
waardoor het water in den Pelgrims-polder overgaat, wijd in den dag
1.00 eil.; tot in 1832 was deze eene sluis. Het onllasten van het
overtollige water gesebiedt door den Pelgrims-polder in den Bruinings-
poldcr, en vervolgens door opmaling van den watermolen aldaar op het
Kanaal van Zevenbergen en voorts in het Hollands-diep.
Hij Staat, met den Ge l d e r s c h e - p o l d e r , den Koekoek en
den P e l g r im- e n - B r u i n i n g s p o l d e r , onder het bestuür van eenen
Dijkgraaf, twee Gezworenen en eenen Pennirigmeester.
SCHENKELDIJK (I)E KLEINE-), pold. of liever een gedeelte van
den Geldersche-polder, in de heerl. Zevenbergen , prov. Noord-Braband,
gem. Zevenbergen. Het is zonder bedijking, in het midden van dien
polder, tegen den Noord-Zee-dijk, gelegen.
SCHENKELDIJK (DE NÜORD-), dijk in Nieuw-Allena, prov. Noord-
Braband. Zie S cH EN K E l -B IN N EN D I JK (De).
SCHENKENSCHANS , voorm. state, prov. Friesland, kw. Oostergoo,
griet. Ferwerderadeel, arr. en 3 u. N. N. O. van Leeuwarden, kant. en
2 u. Z. W. van Holwerd, l u. W. N. W. van Wanswerd, waartoe
het behoort, aan de Marrumer-vaart; zijnde thans eene boerenwoning
met tuin, groot 40 v. r. 30 v. eil., toebehoorende aan Mejff B aodina
L ookua , echtgenoot van den Heer N icolaas I J pey , te Leeuwarden.
SCHENKENSCHANS, b., prov. Friesland, kw. Westergoo, griet.
Menaldumadeel, arr. en 20 min. W. van Leeuwarden , kant. en 2J u,
Z. 0. van Berlikum, £ u. W. van Beinum, waartoe zij behoort.
Deze b. is waarschijnlijk aldus genoemd naar eene voorm. sebans oi
sterkte welke de Spaansche Stadhouder G eorg S chencr van T ohtenbdrgh
hiec, op de grenzen van Oostergoo en Westergoo, liet aanleggen.
SCHENKINSMA, vroegere naam van de W iarda- s t a t e , prov. Friesland,
kw. Oostergoo, griet. Leeuwarderadeel. Zie W iarda- state.
SCHEPPER, state, prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet. Acht-
karspeleni Zie B oelens.
SCHERBIER, naam, onder welken het geh. S cberpbier , in Staals-
Vlaanderen, in bet Vrije-van-Sluis, prov. Zeeland, wel eens voor-
komt. Zie S cb er pb ier .
SCHERBIERSPOLDER , vermeld in den Tegenwoordige slant van
alle volken, D. XII, bl. 473 , als een voorm. pold. in Staats-Viaanderen,
in het Vrije-van-Sluis, prov. Zeeland, distr. Sluis, welke,
bij den watervloed van 27 Januarij 1682, geheel onderliep , daar de dijken
voor de kracht des waters bezweken. Men kent evenwel thans , zelfs
bij overlevering , geen polder van dien naam , denkelijk is de Groote
of de K l e i n e - H e n r i c u s - p o l d e r daardoor bedoeld.
SCHERFENHOFF of S chareenhoff , geh. in de heerl. Höflingen,
grooth. Luxemburg , arr. en bijna 3 u. N. N. 0 . van Luxemburg,
kant. en 1 | u. 0 . N. 0. van Mersch, gem. en 20 min. van Hefßn-
gen. Het beslaat uit 2 h. met 16 inw.
SCHERMEER (BEDIJKTE) of S chermermeer , van onds S cirmere genoemd,
mede wel eens S kermermeer gesebreven , ook wel verkeerdelijk
de S chesuer genoemd, voorm. meer , grootendeels in het baljuws. van
de Nieuwburgen en voor een klein gedeelte tot bet baljuws. Van Ken-
nemerland behoord hebbende, prov. Noord-Holland.
Dit meer, volgens octrooi van 26 September , 16<>1-, bedijkt zijnde
, werd , in het jaar 1633 , bij loling aan de bedijkers uitgedeeld. Deze
bedijking behoort thans, gedeeltelijk tot het arr. Alkmaar, kant. Alkmaar,
daarin deels tot de gem. Alkmaar, deels tot de gem. Aker-
sloot, deels gern. Oterleek, deels gem. Schcr'merhorn , deels gem. Zuid-
en-Noord Schermer, gedeeltelijk tot het arr. Hoorn en daarin deels
X. D eel.