De Herv., die er 1GS0 in getäl zljn , onder welke 1090 Ledematcn,
maken de gem. van B a a r n - e n - E em b r u g g e en S oe s t uit.
De R. K., die men er ruim 2900 aantreft , maken de gem. van
Ba a r n - e n - Z a n d v o o r t en Soe s t uit.
Men hceft in dezd- heerl. zeven scholen , welke gezaraenlijk gemid-
deld door een getal van ongcveer 600 leerlingen bezocbt worden.
Ook ligt in deze beerl. het koninklijk lustslot So e s t d i j k .
Van deze beerl. is geen wapen bekend dan bet koninklijke , bcb-
bende tot randschrift: » Parliculier domein des Konings, Soestdijk.
SOESTBERGEN of d e G a s s s t b e g , voorra. laag geregt, thans eene
b. of straat van de buitenwijk K of Tollesteeg der stad Utrecht, in
het Overhcartier der prov. Utrecht, arr., kant., gem. en even buiten
de Tollesteegbarriere van Utrecht, aan den weg n a a r Honten.
In deze b. is het algemeene kerkhof der stad Utrecht , zijnde een
ruim veld met eene gracht omgeven. Aan de zuidzijde is een rond
gebouw als een grafkeuvel gesticht, omringd door grafkelders in drie
rijen , lietwelk alles eene deftige vertooning oplevert. Veel is er gedaan,
om aan dit uitgestrekte veld een gepast aanzien te geven , door het
beplanten met boomen en wat dies rneer zij. Het naast gelegen huis
S o e s t b e r g e n is met den tuin en de erve, eene oppervlakle van
19 v. r. 50 v. eil. beslaande, to t eene woning voor den opzigter der
begraafplaats aangekocht en verbouwd, en daarbij onderscbeidene in-
rigtingen in bet belang van dezen Godsakker.
SOESTDIJK, geh. in Eemland, prov. Utrecht, arr., kant. en 1 | n.
W. van Amersfoort, gedeeltelijk gem. en \ u. Z. van Baam, gedeel-
telijk gem. en J u. W. van Soest, ter wederzijden van de brug over
de Pijnenburger-grift, aan de zuidelijkste punt van het Soestdijker-
boscb en aan den straatweg van Amersfoort naar Naarden; met 18 h.
en 100 inw., van welke 10 h. en 70 inw. onder Baam en 8 b. en
50 inw. onder Soest. Ook beeft men er bet koninklijk lustslot van
dien naam (zie bet volgende a r t.) , benevens onderscbeidene buitenplaal-
sen en aanzienlijke hofsteden.
Dit geh. ontleent zijnen naam van eenen dijk , welke in eene noor-
delijke rigting van Soest naar Gooiland loopt, en is een veel bezocbt
uitspanningsoord, met drie logementen. Aan bet begin van den weg
naar den Dolder, met den rüg naar het slo t, Staat een houten monu-
ment , ter gedacbtenis van een militair in den jare 1787 aldaar op
zijnen post gesneuveld. Te S o e s t d i jk ligt over de Praamgracht eene f ra a i
gemetselde brug , welke in 1855 op kosten van Z. M . Koning W il l em I I ,
destijds Prins van Oranje, als een geschenk, onder directie van den
Burgemeester der gemeenle S o e s t , G. v a n S t e y k v a n H in s b r o e k is
gebouwd.
SOESTDIJK, koninklijk lnstslot in Eemland, prov. Utrecht, arr.
kant. en 1^ u. W. van Amersfoort, gem. en J u. Z. van Baarn.
Het was voorheen een lustslot, door Willem I I I , Prins »an Oranje,
in het jaar 1674 aangelegd en gebouwd. Om dien Vorst bet ver-
blijl alhier. aangenaam te maken , werd in het zelfde jaar door
van de stad Utrecht, ter staatsvergadering ingebragl, dat zij , w
aanmerking van de overgroote dienslen , getrouwe voorzorgen en hei -
baftige daden , ter bevordering vart de algemeene welvaart, door den
Prins , bewezen en gedaan , eenparig goedgevondeo badden , te bewerben
, dat hem, eeuwiglijk en erflijk , opgedragen werd h e t v r i j e booge
middelbare en läge regtsgebied in de heerlijkheden van Soest, 9aarn
en ter Eem ; in welk voorsiel de Geeligecrden , gelijk ook bet b'
der Edelen, benevens den Pensionaris van Amersfoort, bewilligdcn ,
welke, tevens verklaarden , daarbij te willen voegen de heerlijkheden
van Ecmnes-Binnen- en Buitendijks, oin bet regtsgebied wat verder
uit te breiden.
De Geeligeerdcn en de stad Utrecht, in dit nader voorstel bewilligd
en de Vorst de aanbieding aangenomen hcbbcnde , werd er , in de ge-
melde heerlijkheden, een Collegie van Jurisdiclie, of boog Geregt,
met de bedienden daartoe behoorende , opgerigt. Doch na den dood
van W il l em III, Koning van Groot-Britlanje, die, zonder wettige na-
komelingen , overleed, verklaarden de Staten van Utrecht, bat ge-
melde regtsgebied eu heerlijkheden wederorn vervallen te zijn in den
schoot der provincie en ter bunner vrije beschikking. Zij werden toen
onder den Maarscbalk van Eemland hersteld in dien Staat, waarin
zij , voor de vergunning van het jaar 1674, geweest waren. De lust-
plaats S o e s t d i jk kwam to en , bij uitersten wil van den overledenen
Koning aan J o ha n W il l e m F r is o , Prins van Oranje en Stadbouder
van Friesland, en na diens dood aan zijnen zoon W il l e m IV,- wien
in het jaar 1749 , door ’s lands Stalen insgelijks en om de zelfde redc-
nen, als aan W il l e m III geschied was, het hooge , vrije, middelbare
en läge regtsgebied , opgedragen werd over de heerlijkheden Soest,
Baarn en Ter-Eem , die den Prins toebehoorden , met het erfelijk r e g t,
om op zij ne wettige nakomelingen te kunnen vervallen; zoo als ook,
na het overlijden van dien Vorst, geschied is op zijnen zoon Prins
W il l em V. In 1795 werd het een domein van den Staat en körten
tijd een logement, doch in 1816 door de Staten-Generaal als eene
openbare bulde van het dankbare Vaderland aan den held van Quatre-
bras en Waterloo, thans onzen geeerbiedigden Koning, aangeboden.
Het slot is een fraai nieuwerwetsch gebouw van drie verdiepingen, met
uilspringende vleugels ter wederzijden , en beeft een prächtig voorkomen.
Van het ruime voorplein , .welk door zware boomen aan de kanten
beschaduwd wordt , klimt men , met een trotschen opgang van twaalf
trappen, onder een balkon, naar het voorportaal; van waar men door
eene groote diibbele deur in de voorzaal treedt en. vervolgens in de
andere vertrekken. Van achteren ligt het huis in vijvers en is van
schoone tuirien en bekoorlijke wandeldrcven omringd; aan de eene zijde
ziet het uit op den Ainersfoortschen straatweg en op eene pronknaald
welkerer vereeuwiging van den 18 Juriij 1815 opgerigt is; aan de andere
zijde op eenen vijver, waarin een eilandje ligt inet populieren be-
plant en op de hoschrijke hoogten van de Vuursclie. Tot de bezienswaar-
digkeden van dit koninklijk goed behooren nog de beide, geheel in den
Chineschen smaak gebouwde huizen Peking en Canton , het groote en
iraaije bosek en de onderscheidene kostbare schilderijen , waaronder dat
van den slag bij Quatre-bras door den vermaarden P ie n em a n . Van de
koogte van het paleis of uit de Belvedere heeft men een verrukkend
uitzigt op het schoone park en op de naburige bosschen van Pijnen-
burg, de Vuurscheen Hilversum. Minder echter voldoet van daar het
gezigt naar den kant van Baarn , als te veel beperkt door het hoog ge-
welfde bosch. Ter linkerhand is , tusschen groenend lovef , bevallig eene
leine landhoeve gelegen , welke aan ’s Konings dochter Prinses S o p h ia
oehehoort; terwijl ter regterhand eene grootere landhoeve , genaamd
u l ems h o e v e , wordt gezien. Dit goed beslaal, met de daartoe
e<srvpent^e S‘'onde“ > ee,le oppervlakte van 685 bund. 62 v. r. 94 v. eH.
SOESTERBERG , R. K. stat. in het aartspr. van Utrecht. Men heeft
er eene kerk in het geh. d e n Berg (zie dat woord), gesticht in 1859