de aarde zoo veel mogelijk te beletten, worden in dit eiland om de-
zeven jaren , bij gedeelten aanbesteed. Vroeger werden zij op de
gemeten , bij rekeningen of heveningen , vcrkaveld , waarvan dan ook
onderkavels konden gemaakt worden, zoodat ieder zijne rckening di jks
morst onderbouden of een jaarlijks dijkgcld daarvoor betalen ; en aan-
gezien tot onderhouding van eene rekening vereischt werden vijftig ge-
meten zoo moest dengenen , op wiens naam de rekening stand , I ndien
bij de vijftig gemeten alleen nict uitmaaktc, van zijne ondergemeten
aan anderen toebehoorende , doch tot yervnlling der gemetgetallen op
zijne rekening gebragt, naar eyenredigheid van een ieders gemetgetallen,
het dijkgeld worden goed gedaan. En dewijl boven de rekeuin-
gen, welke volgens deze ,verkayeliiig.en uil de gemelde gemetgetallen
onderhouden werden, eenige stukken dijks overschoten , werden deze,
om de zeven jaren, van ’s Lands wege zelven aan .de dijkers besteed,
en meentewerken genaamd. De*e geheele handelwljze droeg veel bij tot
de bedrijvigheid en welvaart der ingezetenen v a n S c h o o w e n . Zij maakt
nog den grondslag uit waarop bet dijkgeschot bereke.nd en over de
landerijen omgeslagen wordt. Tot afleiding van bet getij en hewaring
van den oever of voorgrond, zijn op onderscheidene piaatsen npllen en
hoofden , mede van rijs, steen en palen, zeewaarts uitgewerkt. De
kosten , die tot onderhoud dezer paalwerken vereispht , worden , zijn
in de vorige eeuw , door het knagend zeegewprmte , aanmerkelijk ver-
meerderd. Aan de landzijde zijn de dijken steiler en met gras begroeid,
om die bij overstrooming voor afzakken te bewaren. Achter den zeedijk
cn op de gevaarlijkste piaatsen liggen in den Polder-van-Sebouwen ook
eenige binnendijken , die men inlagen of slapers noemt, en op zoodanige
piaatsen zijn gelegd', ,alwaar de buitendijk met gevaar .van grond-o£
doorbraken seheen bedreigd te worden om in zulk een geyal bet water
daarmede te stniten ..en die des noods tot eenen bekwamen zeedijk te
kunnen verzwaren, Aan de zuidzijde zijn er nog zeven zulke .inlagen,,
met name : Cau wer s- ln la ge , K ist er s-I n la ge, Suzannes- In-
l a g e , F l a a u w e r s - i n l a g e , He e r t j . e s- Inl age , de lnlage-
v a n -Ko u d e k e r k e , die bij Burgh.sluis , de Inlage-van-
Wes te nschon w e n , de I n l a g e - v a n - B u r g h en de Inlage-
a a n - h e t - e i n d e - d er-Nieu w eha ven - va n-Zier i kzee. Vroeger
had men er aan de zuidzijde nog twee: de Lock e r s - I n l a g e en de
I n l a g o - v a n -Re n g e r s k e r k e . Aan de noordzijde zijn er drie : de
I n l a g c - v a n ' - Re p a r t v de. Inlage-V:an-Klooster,niol le en eene
aan de Noqrdnol le , bij Brouwershaven.
Om de landen van het binnenwater te iontlasten , liggen aan de zijden
daar zij het laagst zijn, in de buitendijken , zeeslnizen , tot welke bet
binnenwater wordt been geleid door watergangen , die in den Polder
van Schouwen ook des winters, wanneer de wegen onbruikbaar zijn,
voor de schuitvaart dienen , en ter pläatse daar ze van de rijwegea
doorsneden worden, met honten of steenen heulen qverdekt zijn, m
welke watergangen de bijzondere slooten doorzijlende, onder de wegen
en dämmen als anders uitlöozen. Das zijn er in den Polder, van Schouwen
aan de zuidzijde, drie sluizen , met name Be Prpmmel -sluisi ,
de J o n ge - s 1 uis en de We vor s - s lui s ■, benevens,eene aande oost-
zijde bij Brouwershaven , en daarenboven twee sluizen in de Havendijken
bij de boiwerken van Zierikzee, aan de zuidzijde dier stad. Vroeger wcrd
liet binnenwater met drie mdlens opgemalen. Een daarvan js in 172(5 atge-
b.roken; een ander heeft in 1.749 opgehoiulen te werken* In 1746 is onder-
zocht, of er nog eene sluis aan de noordzijde kondegelegd worden, maar het
werd toen bij de meerderheid van Burgemeester en Heemraden , Opper-
diikgraaf, Dijkgraven en Gezworenen van het Wester- Ooster- enZui-
der-Vierendeel, besloten den tweeden walermolen bij voorraad te doeii
slil staan , zoodat er thans niet meerdan een watermolen maalt aan de
Wevers-sluis, op de P r u n j e , een läge binnen polder in S c h o u w e n .
ln plaats van den, vervolgens afgebroken, tweeden watermolen beelt
men zieh hoofdzakelijk met het verdiepen der watergangen en Iaag leg-
gen der sluizen beholpen., om de kosten , die tot onderhoud cn opzigt
van den watermolen vereischt werden , te besparen. Van de ovcrige
aan de zee liggende polders heeft ook ieder meest zijn eigen sluis.
De binnenpolders lozen hun w.ater door de naast aanpalendemniten-
polders , waarvoor deze doorgaans jaarlijks zekere sommen betalen,
welke men suatiepenniogen noemt. De uitlozing van bet water onder-
gaat thans eene aanmerkelijke verbetering, door bet graven vanvaai-
len en het liggen van eenen, boven winlorpeil verbeven , ripgaijk.
Hierdoor wordt het lagere deel des lands van bet hoogere afgescheideu
en het water van het eerste längs den zuidelijken zeedijk geleid,
aaar de I o n g e - s l u i s , welke de voormalige F la au werss 1 u i s ver-
vangen heeft;, tot en waar .nn (1847) een tweede kapitale , achtkanle
watermolen met slaande sebepraden gebouwd zal worden. Ook zijn
de wegen veel verbeterd. Door do noodige sassen blijven de beide
declen aan elkander Verbünden.
Het eiland is , ten aanzren van den Polder-van-Schouwen, ten groolsten
deele zonder geboomte, doch zeer vruehtbaar in bet voortbrengen van allerlei
granen, vlas, oliezaad es vooral meekrap en rijkelijk voorzien van grazige
weiden , die naar de zuidzijde laag en moerachtig zijn , welke streek,
voor het afnemen aan de zuidzyde midden in het land gelegen , daarom
de Moer genaamd wordt. De- landlieden, in die streek woonaehtig ,
hebben hun voornaamste bestaan van het dijJtwerk en veeweiderijook
geileren zij zieh, met bet houden van lamme en vangen. yan wilde wa-
teryogelen , waaronder zeer fraaije soorten. In eene kleine en srnallc
uitgestreklbeid aan de F l a a uwe r s - i n l a g e ende Heer t j e s - l n l a g e
en die bij den ” Sc hei p h oe k , aan den zuidkant des eilauds gelegen,
houdt zieh in den broeilijd een zoo verbazend aantal zeevogelen op, dat
men , daar voorbij gaande , elkander, door hun geraas, naauwelijks ver-
staan kan. De eijeren van alle, deze vogelen , worden bij duizenden te
Zierikzee ter markt gebragl. De weelen , slooten en uitgeslagen putten
leveren eene goede.menigte van onvergelijkelijk zuivere en vetle paling
uit, welke men, zoo te Zierikzee als te Brouwershaven, ter markt brengt,
en dikwijls naar elders, totzelfsin ßelgie, verzonden wordt. Aangezien ei
de grond derrieaebtig is , valt er het water meest brak of bijna zout,
en eenigzins bitter, Omdat het land alliier geen hout verschaft, e a de
bewoners er geene akkers te beniesten behben , gebruiken zij den mesl van
bun vee veelal voor brandslof, waartoe zij die, naar de wijze van den
Frieschen turf, afsteken en lucbtig in bet ronde opgestapeld, te droo-
gen leggen.
Längs den duinkant is het land zeer digt met hoog en laag geboomte
beplant., hetwelk, wegens den bekwamen en openen grond,
reeds van ou ds aldaar gekweekt werd , en zoo welig plagt te groeijen,
dat er , volgens het verbaal van oude lieden , eikenboomen gewasseu
zijn , die voor bonderd gülden , ja tot twintig pondeu Ylaamscb (120
guld.) het stuk verkocht werden. Deze aangename planlaadje , vooral
van ijpen- en clzenbout, begint bij den Ha a r d , een streek lands aan
bet oosteinde van de duinen j en strekt zieh, meer dan twee uren ver