STEEKERK, voorm. d. in Staats- Vlaanderen, prov. Zeeland, dat
hij den watervloed van 22 Januarij 144G door bet water verzwolgen
is en nimmer weder is bovengekomen en moet gelegen hebben , daar
nil de Braakman is.
STEEKJE (HET GAT-VAN-IIET-), kil in den .Biesbosch, prov.
Noord-Braband. Zie Vloeijen (Het Gat-vak-).
STEEKRl, naa'm , welken de Negers geven aan de suikerplant.
Jouanna-Cathabika , in Nederlands-Guiana. Zie Johanna-Catbarjna.
STEERT , buurt in Rijnland, prov, Zuid- Holland, arr. ’s Graven-
hage, kant. Alphet* , gem. Alphen-en-Rietveld.
Zij is een der vijf wijken van de gem.. Alphen-en-Rietveld en strekt
zieh van de Gouwsche-sluis tot bij Zwammerdam , längs den Hooge-
Rijndijk, uit.
STEEKTER-POLDER of Steekt-poldeb , ook Steckteb-poider, pold.
in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr. Leyden , kant. Alphen, gem.
Alphen-en-Rietveld; palende N. aan den Rijn, 0. aan den Dam-
polder, Z. aan Rijneveld , W. aan de Gonwe,
In dezen polder moet een Romeinsch gebouw gestaan hebberi , welks
muren wel eenen gebeelen morgen gronds besloegen, en dat onder
den naam van B u r g - t e - A l p h e i i bekend is. Men meent, dat het
het Albamana of Aebahiaha der oude rciskaarten zoude geweest zijn.
Zie hieromtrent voorts bet art. Alfben , in het Lat. Alphendm.
De Steekter-polder beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte
van 633 bund, en wordt door eenen molen en eene sluis op den Rijn
van het overtellige water ontlast.
STEEKTER-POLLER (DE KORT-), pold. in Rijnland, prov. Zuid-
Holland, Zie Kortsteker-pobdeh.
STEELAND, voorm. .heerl. in Staats-Vlaanderen, prov. Zeeland,
in Axeler-Ambacht, wier Edelen , als het ware, het opperbewind in.het
ambacht bezaten en daarmede eens den strijd tegen Doornik volhielden.
Deze heerl. werd den 22 Januarij 1440 overstroomd , en bleef tot
in 1398 drijven , wanneer zij onder den naam van den Zevenaar-pol-
b e b , herdijkt werd. Zie dat woord.
STEELANDS-POLDER, van ouds Claes-van-Steeeants p o l d e r . alzoo
genoemd naar den 'bedijker, onbehuisde pold. in het eil. Tholen, prov.
Zeeland, Ttveede dislr., arr. Zierikzee, gem. Scherpenisse; palende
N. aan den Polder-van-Oud-Poortvliet, 0 . aan den Polder-van-Nieuw-
Strijen , Z. en W. tegen de Ooster-Schelde.
Deze polder beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
23 bund. 30 v. r., waaronder 13 bundi 31 v. r. 83 v. ell. schotbaar
land , en wordt door een valslnisje , längs den polder Nieuw-Strijen,
op de Ooster-Schelde, van het overtollige water ontlast. Het polder-
bestuur bcstaat uit dat van Poortvliet, waarbij het volgens contract
dijkgeschot betaald.
STEELHOVEN , b. in dc heerl. Strijen, prov. Noord-Braband, arr.
en 2 u. N.N. O', .van Breda, kant., gem. en 1 u. N. N. W. van Oos-
terhout, een gedeelte van het geh. S t e e l h o v e n - e n - B r i e l t g e n s uit-
roakende , j u. N. N. 0 . van den Hout ; met 10 h. en 70inw.
Reeds vöor den vloed van 1421 was deze plaats bekend en toen Steenloo
genoemd. Zij vloeide bij dien vloed onder. Later lag hier een fort, zijnde
niet te genaken dan längs den Steelhovensche-dijk. Dit fort was van
zoo veel gewigt, dat Maurits , Prins van Oranje, toen b ij, in 1393,
Geertruidenberg wilde bclegeren , van oordeel .was niets tegen de vesting
te kunnen onderncmen, zoo bij het niet bemagtigde vöor dat
de vijand eenige poging tot ontzet deed. Met zijne gewone voorlva-
rendbeid en beleid in het doorzetten van den arbeid, welke door den
aanhoudenden regen grootelijks vermeerderd werd, naderde hij van
twee zijden met loopgraven den dijk, tusschen de stad en het fo rt,
hetwelk, toen de dijk vermeeslerd was, van de vesting afgesneden
zijnde , zieh den 3 April overgaf.
Toen in het jaar 1794 de Franschen Geertruidenberg wilden bele-
geren , maakten zij zieh ook eerst meester van deze sterkte.
■ Thans is dit nog eene verdedigbare Stelling , behoorende tot de Noord-
brabandsche waterlinie en bestaande uit een hoornwerk , op den toc-
gang van den Hout naar Geertruidenberg en twee posten ter wederzij-
den van den Steelhovensche-dijk alles in vervallen Staat.
STEELHOVEN-EN-BRIELTGENS, geh. in de heerl. Slrijen, prov.
Noord-Braband, arr. en 2 u. N. N. 0 . van Breda, kant., gem. en 1 u.
N. N. W. van Oosterhout, u. N. N. 0 . van den Hout, waartoe hetker-
kelijk behoort, aari den weg van den Hout op Geertruidenberg.
Het bestaat uit de b. S t e e l h o v e n en B r i e l t g e n s , en telt
13 h. en 80 inw.
De booge , boven den vloed van 18 November 1421 verheveu , grond,
körnende van den Hout, sebijnt tusschen de Made en dit geh. tot
aan Geertruidenberg geloopen te hebben , doch door den gezegden vloed
op dat punt te ¿ijn weggeslagen , hetgeen van O o d e h b o v e n schijnt te
bevestigen met deze woorden : » Voor den voorsz. inbreuck hadden de
» dorpen daer ontrent gelegen eenen vryen heerwegh, oni binnen de
» voorsz. Stede (Geertruidenberg) met haer Wagens ende Paerden ter
» Merkt te komen, welcken heerwegh door den voorsz. Inbreuck ,
» soo gebroken ende wegh gespoelt is, dat hij gantsch ten onbruyek
» geworden is, ende moest men hier met schuytjens varen , daer men
* te voren met Wagens en paerden konde ryden enz. Tot gerief van
»de Inwoonders ende Vremdelingen , om bequamelyck te voetende
»met Wagens ende paerden uyt ende in de stad te können komen,
» hebben die van St. Geertruydenberge eenen Kadedyck ende Voetwegh
» gemaeckt, gelegen tusschen de stede ende Steenloo (Steelhoven)
enz, (1).” •
STEELHOVENSCHE-DIJK of S t e e e h o o f s c h e - d i j k , dijk in de heerl.
Made, prov.' Noord-Braband, in eene zuidelijke rigting, längs de Donge,
van Geertruidenberg naar Steelhoven loopende. Deze dijk dient om het
water van de Donge uit den Emelia-polder te weeren.
STEELHOVENS-VAARTJE (HET), water in de heerl. Strijen, prov.
Noord-Braband, gem. Oosterhout, dat , met eene noordoostelijke rigting
, van Steelhoven naar de Donge loopt.
STEEN (DE), plaat in den Biesbosch, prov. Noord-Braband. Zie
C l o o s t e b o i b t ( S t e e s - v a n - ) .
STEEN (DE), voorm. kast. in Eemland, prov. Utrecht, arr., kant.
en 2 u. Z. ten 0. van Amersfoort, gem. Woudenberg.
Dit kast. is in het jaar 1333 verwoest. De plaats , waar het gestaan
heeft, wordt nog de Steen genoemd.
STEEN (DE HANGENDE-), B a i o e -G a h t I n g , klip in Oost-Indie, aan
de kust van het Moluksche eil. Amboina, schiereil. Leytimor.
Zij is overhellende en deels uitgehold , met stalactiten , af hangende
turnen en struikgewas versierd, welke op de lager gelegen kommen
dreigen neder te störten. Ook boven den H a n g e n d e - S t e e u , zoo wel als
(?) VAN O u d e n d o v e n s , O u t-IIo lla n d t, n u Z u y t-E o llm it , bl. 129 en ISO.