STAVORDER-MEER (HET), voorm. meer, prov. Friesland, kw.
Westergoo, grict. Uemelumer-Oldephaert-en-Noordwolde, 0 . van Stavoren.
Dit meer is van over lang bedijkt'en drooggemaakt. Naardien de
poelen en meren , omlrent Stavoren , door de ondiepten grootelijks ter
belemmering der scbeepvaart strekten , vond men goed die tot land te
maken , en er eene bekwame doorvaart in te graven ell te onderbouden.
Het oclrooi, hiertoe, den 19 Mei 1613 , aan de stad Stavoren verleend ,
bepaalde, dat de landen, door uitmaling en bddijking bekomen , door
haar als eigen en lastvrij land zouden gebruikt worden; doch aldra
ontstond er eene menigte verschjilen , waardoor die van Stavoren bewogen
werden bun regt voor de eene helft over te dragen aan de Heeren
E r n s t v a n H a r i n x r a , J o h a n v a n d e r S a n d e , O r k v a n D o y em en
G e lm s s J o n g e s t a i , alle Raden in den Hove van Friesland; terwijl de
tweede helft aan anderen werd overgedaan. Voor deze overdragt ont-
vingen die van Stavoren eerie goede som gelds , ter goedmaking van
hunne reeds bestede kosten ; ook namen de nieuwe eigenaars aan , eene
vaart te graven van Stavoren naar de Warnsersloot, op eene wijdte
van 84 voet (16.98 ell.) en ter diepte van 4 voet (1.28 ell.) , met
eenen dijk aan den oever, om bij tegenwind tot een trekpad te kunnen
dienen , gelijk ook eene vaart van Stavoren naar Scharl en voorts naar de
Wämser-sloot, benevens nog eene andere vaart van Stavoren naar Molk-
werum , wijd eri diep als voren. Deze overdragt geschiedde den 30 Augustus
1620 , en het S t a v o r d b r - h e e r werd , door het graven van de
vaart naar de Warnser-sloot, in tweeen gedeeld , waardoor het eene
deel den naam van No o r d e r -meer en het andere van Z u i d e r -meer
heeft verkregen. Zie de beide volgende artikelen.
STAVORDER-MEER (HET N00RDER-) of het S t a v o r s c h e -N o o r d e r -
r e e r , pold., prov. Friesland, kw. Westergoo, arr. Sneek, kant. Hin-
deloopen, gedeeltelijk gem. Stavoren , gedeeltelijk griet. llemelumer-
Oldephaert-en-Naordwolde, onder Molkwerum; palende N. W. aan den
Klokslag-van-Stavoren , N. en 0 . aan het behoor van Molkwerum , Z.
aan de vaart naar Warns die hejn van het Zuider-Stavorder-meer
scheidt, W. aan de stad Stavoren.
Deze pold., welke, ingevolge octrooi van 19 Mei 1613, na het jaar 1620
bedijkt is , beslaat, onder iStavoren, volgens het kadaster , 122 bund.
87 v. r. 96 v. eil., waaronder 118 bund. 24 v. r. 44 v. eil. schot-
baar land ; telt 6 b., zijnde alle boerderijen , van welke 1 onder Stavoren
, en 8 onder Molkwernm. Hij wordt door eenen grooten achtkanten
watermolen , van ruim 2.80 eil. vlugt, drooggehouden. Het pol-
derbestuur bestaat uit Heemradcn en eenen Penningmeester.
STAVORDER-MEER (HET ZÜIDER-) of het S t a v o r s c h e - Z b i d e r r e e r ,
pold., prov. Friesland, kw. Westergoo, arr. Sneek, kant. Hindeloopen,
gedeeltelijk gem. Stavoren, gedeeltelijk griet. Hemelumer-Oldephaert-en-
JVoordirolde, en daarin ten deele onder Wams, ten deele onder Scharl;
palende N. aan de vaart naar Warns, die hem van het Noorder-Stavor-
der-meer scheidt, 0. aan het behoor van Warns en aan het behoor van
Scharl, Z. en W. aan den klokslag van Stavoren.
Deze pold., welke ingevolge octrooi van 19 Mei 1613, na bet jaar
1620 bedijkt is, beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
187 bund. S3 v. r. 66 v. eil., als : onder Stavoren, 118 bund. 31 v.r.
86 v. eil., waaronder 113 bund. 2 v. r. 87 v. ell. schotbaar land;
under Hemelumer-Oldephaert-en-TSoordwolde, volgens het kadaster 38
bund. 21 v. r. 80 v. eil. Hij telt 3 h., alle boerderijen, van welke
2 onder Stavoren , en 1 onder Hemelumer-Oldephaert-en-Noordwolde.
Aangezien het Zbider-Stavorder-meer , wegens zijne diepte , veel moeijc-
lijker viel droog te houden, dan het Noorder-Stavordermeer, plaatste
men daarin twee groole achtkante watermolens , van ruim 2.80 eil. vlugt,
doch een dezer molens naderhand afgebrand zijnde„ was de andere niet
in Staat om alleen den polder droog te houden. Het bouwen van eenen
nieuwen molen was dus van de grootste noodzakelijkheid, te meer , de-
wijl de nog overgeblevene molen ook reeds aanmerkelijk in verval was.
De eigenaars ondertusschen , tegen de kosten opziende , droegen hun regt
over aan den Heer Bernahdbs Scrotanbs ä Steringa, Med. Dr., en deze vond
eene nieuwe soort van watermolens ui t , welke , ofschoon kleiner dan de
vorige , als hebbende slechts 1.88 eil. vlugt, echter veel meer water dan
die twee van ruim 2.30 eil. vlugt konde uitmalen. Inmiddels bemoci-
den zieh de Staten van Friesland ook met dit werk, want overwegende ,
boe gevaarlijk , bij eene doorbraak van den zeedijk, ten Zuidoosten van
Stavoren dit Zuidermeer zou kunnen zijn , indjen hetzeewater daar ingang
kreeg, moedigden zij den voornoemden Heer aan , om het meer
zwaar te bedijken en dVoog te malen , met belofte van Vrijheid van
lasten ten eeuwigen dage en eene jaarlijksche gifte van 100 gulden ,
zoo lang het meer werd droog gehouden. Ook beloofde men hem , dat ,
indien het meer, door inbreuk van den Zeedijk , onderliep, en hij het
dan weder droog inaakte , zulks met een jaarlijksch geschenk van 200 gulden
zou worden erkend , zoo lang hij het meer droog zoude houden,
Dit regt door evengemelde Stalen, aan Dr. S c r o t a n b s a S t e r i n g a toege-
staan , werd wederom door hem voor de helft overgedragen aan Jonk-
heer E r n s t M o k k em a v a n H a r i n x r a t h o e S e o o t e n , Grietman van Baarde-
radeel en kleinzoon van bovengemelde E r n s t v a n H a r i n x r a , om dit
werk gezamenlijk uit te voeren , en bate en schade met elkander in
gelijke deelen te genieten en te dragen.
STAVORDER-ZIJL (DE), sluis, prov. Friesland, kw. Westergoo,
gem. en aan de stad Stavoren.
Deze sluis , welke breed is 7.68 ell., en diep 3.70 ell,, ontvangt
veel toevoei van water uit de omgelegene meren, terwijl zij ook door
groote schepen kan gebruikt worden.
STAVOREN, gem., prov. Friesland, kw. Westergoo, arr. Sneek,
kant. Hindeloopen (13 m. k., 7 s. d. ) ; palende Z., W. en N. aan de
Zuiderzee, 0 . aan de griet. Hemelumer-Oldephaert-en-Noordwolde.
Deze gern, bevat de st. S tavo ren en den K l o k s l a g - v a n - S t a voren.
Zij beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
373 bund. 23 v. r. 19 v. eil., waaronder 367 bund. 67 v. r. 23 v. eil.
belaslbaar land. Men telt er 112 h., bewoond door 112 huisgez., uitma-
kende eene bevolking van ongeveer870 inw., diemeest in de zeevaarteen
gering bestaan vinden. Ook treft men er van de vroeger hier gebloeid
hebbende fabrijken en trafijken, van welke hier voor vijftig jaren nog
1 poltebakkerij , 3 zoutketen , 2 jeneverstokerijen, 2 brouwerijen ,
2 mast- en blokmakerijen , 3 zeilmakerijen , en 4 scheepstimmerwerven
aanwezig waren , nog slechts eene lijnbaan en eenen korenmolen aan.
De H e r v o r m d e n , die er 470 in getal zijn , onder welke 110 Le-
dematen , maken eene gem. uit, welke tot de klass. van Sneek, ring
van Workum, behoort, en vroeger door twee , doch thans door eenen
Predikanl bediend w'ordt. De eerste, die in deze gem. het leeraarambt
heeft waargenomen , is geweest J o h a n n e s M e p p e l , die in het jaar 1882
hier was en in het jaar 1886 reeds was vertrokken. De eerste tweede
Predikant, die in deze gem. gestaan heeft, is geweest T r e o d o r d s N o o r d -
s e r g e i t , die in het jaar 1667 herwaarts kwam en in het jaar 1681