tegenwoordige kerk geheel geen koor heeft. Deze kerk was weleer aan
St. Pahcbas toegewijd, waarom het dorp somtijds ook St. . Paschas
schijnt genoemd te zijn geweest : aldaar werd vöor de Hervorming op
St. Pancrasdag door den Pastoor van bet dorp , aan het volk, dat dan
in groote menigte dervvaarts kwani , een doodshoofd getoond ; hetwelk bij
zeide het hoofd van den heiligen Pancbas te zijn. De eersle kerk had
nu reeds zoo lang gestaan , dat zij , in het begin der zestiende eeuw
met eene volkomene instorting dreigde j en derhalve niet zonder
gevaar en vrees gebruikt konde worden ; de herbouwing daarvan moet
evenwel niet spoedig ter hand genomen zijn , waarschijnlijk wegens ge-
hrek aan penningen , want men vindt aangeteekend , dat de herbouw
geschied is door tusschenkonist van Keizer Kabel V , die het inkomen
van het Sloterdijker-meer , ter vergoeding van de kosten lot den herbouw
vereischt, afstond ; onder anderen blijkt zulks uit het volgende versje,
De Keizer doet de kerk hermaken
Uit de uitkomst van liet Slooter-meer,
Zoo steigert men'na ’s Hemels daken,
De deugd verstrekt ons tot een leer.
In de Spaan.sche beroerten , en wel gedurende het beleg van Haarlem,
nabij bet einde van het jäar 1572, staken eenigc Staatsche krijgsknecli-
ten de kerk te S l o t e s in den brand, en nanien de klokken daaruit
mede. Later werd zij weder opgebouwd. De tegenwoordige kerk is een,
zeer net en zindelijk gebouw , waarin echter niets bijzonders te zien is,
zelfs geen orgel. De pastorie is in het voorleden jaar veel verbelerd
geworden.
Het vroegere Diaconiehuis te S l o T e k is een zeer net en zindelijk geboiiw
; en thans ingerigt met meerdere daartoe door de gemeente aan-
gekochte perceelen tot een Algemeen Wees- en Armhuis , waarin ongeveer
60 behoeftigen van alle gezindheden onderhouden worden.
ln het d. S l o t e n S t a a t eene der mijlpalen die den afstand aanduid-
den, waar binnen , volgens privilegie van Keizer K a b e l V, de stad
Amsterdam het ban- en vangregt uitoefende.
Het wapen dezer voormalige heerl. bestaat in een veld van keel , met
-drie hangsloten van zilver staande een en twee. ,
SLOTEN, S t . , p r o v . Friesland, k w . Zevehwouden. Zie S l o o t e s .
SLOTEN-SLOTERÜJJK-OSDORP-EN-DE-VRIJE-GEER, gem.inATe»-
nemerland, prov. Noord-Holland, arr. en vierde kant. Amsterdam
(10 k. d., 5 m. k., 1 s. d.) ; palende N. aan het IJ I ü . aan de gem.
Amsterdam en Nieuwer-Amstel, Z. aan het Haarlennnermeer, W. aan
Houlrijk-en-Polanen.
Deze gem. bevat de d. Sloten , Sl o t e r d i jk en Osdor p, de
b. de Over toom, benevens de geh. Sp i e r i n g h o r n en de Drie
Ba ar s j e s. Zij beslaat, volgens hetkadaster, eene oppervlakte van
4315 blind. 64 v. r. 47 v. ell., waaronder 4254 bund. 84 v. r. 60 v. ell.
belastbaar land. Men telt er 358 b., bewoond door 457 huisgez., uit-
makende eene bevolking van ongeveer 2300 inw., die meest hnn bestaan
vinden in den landbouw , voorai zijn het veehouders , die hunne melk
dagelijks naar Amsterdam brengen , mitsgaders warmoeziers , welke de
hoofdstad van tuinvruchten voorzien. Handel wordt er niet gedrevcn.
Men heeft er 1 katoendrukkerij en klanderij, 1 koren-, 1 schulp-,
tras- en verw-, 1 moslaard- en chocolade- en 1 volmolen. Vroeger
had men er eene loodwitfabrijk, welke nil geheel gesloopt is. Vöör
ongeveer 30 jaren is er ook een kruidmagazyn in den Osdorper-Binnen-
polder gesloopt.
De Herv., die er nagenoeg 1400 in getal zijn , onder welke 450 Le-
dematen, maken de gem. S lo t en en S l o t e r d i j k uit, welke in deze
burgerlijke gem. ieder eene kerk hebben. — De Evang. Luth. en de
PooDseez. die er niet veel zijn , behooren tot hunne respective gem.
te Amsterdam. —> De R K., vau welke men er 890 aantreft, behoo-
ren gedeeltelijk tot de stat. van Osdorp , gedeeltelijk tot die van Bui-
tm-Veldert en gedeeltelijk te Amsterdam. — Men heeft in deze gem.
drie scholen, als: eine te S l o t e n , eene te Sloterdi jk en eene aan
den Over toom. Ook heeft men er een departement der Maatschappij
Tot Nut van ’t Algemeen , dat den 8 October 1795 opgerigt, echter
door het te niet gaan der buitenplaatsen en welvaart in verval. geraakt
is , doch nu den 10 September 1844 weder is opgerigt, thans 38 le-
den telt, en te S l o t e r d i j k zijne vergaderingen houdt.
In deze gem. treft men nog aan : eene batterij aan den Slimme-
weg, bij den Pitweg; eene batterij aan het Haarlcmmermeer en eenige
kleine buitenplaatsen.
Deze gem. is eene lieerl., welke thans in eigendom bezeten wordt
door de stad Amsterdam.
Toen in de jaren 1598 en 1599 M a u b i t s , Prins van Oranje, bij
rad e v a n Gecombiueerde Raden bevel gaf, om , indien de vijand binnen
d e z e landen viel, door het openbijten van de Zuiderzee * stroomen en
binnenwateren , de landen te beschermen , en de dijken en bruggen met
schansen en schanskorven te dekken en die gedurende de vorst door
behoorlijk gewapende huislieden , allen tusschen de 18 en 60 jaren te
doen bewaken , kwamen de huislieden dezer gemeenten daar tegen op ,
schreeuwende den Schout en het geregt toe : * Wat willen-deze sa-
» cramentsche geuzen ons alhier kwellen met bijlen en wapenen aan
i te nemen tegen onze vrienden , het wäre beter dat men dezeschelm-
» sehe geuzen , die hier maar tien of twaalf zijn , en elders ook een deel,
» zelf dood sloeg en dan voort na den Haag trok en sloeg de Staten
» daar ook dood.” Het hielp in het eerst niet, dat de Schout hen we-
dersprak, want de een den rooster en de ander iets anders grijpende
riep men teluider stem, »slaat, of wij slaan ; slaat gij den eersten slag,
wij zullen den tweeden slaan” . Het bleef echter bij deze onhebbelijke
woorden ; doch de gecommitteerde Raden , hiervan onderrigt en ver-
moedende , dat , welligt deze lieden de zelfde waren , welken voorheen
waren aangeklaagd , van met den vijand over vrijwaring te handelen ,
gelasten den Baljuw van Kennemerland, de hoofden der oproerigen te
vatten en gevankelijk naar ’sGravenhage te voeren. Sedert bragt men
aldaar twee Kerkmeesteren der plaatse , die dadelijk vergiffenis en ont-
slag vroegen, bij handtasting, voorgevende alles uit dronkenschap en
«nbedachtheid gezegd en gedaan te hebben. De Staten sloegen het
ditmaal af en gelasten nader verhoor. Het schijnt echter dat zij daarna
entslagen zijn , allhans er komt niets naders omtrent hen voor.
Het Haarlemmermeer, door den orkaan van 29 November 1836 , zoo-
danig opgestuwd , dat de waterspiegel daarvau op sommige plaatsen tot op
130 eil. was verbroken , had zieh eenen weg gebaand , waardoor alles
onder S lotes en Osdorp van den Overtoom af tot Halfweg Haarlem
en längs den geheelen Haarlemmer-weg, was overstroomd. Vijf uit-
gestrekte doorbraken waren in den weg van S lotes naar Osdorp en in
dien van Osdorp naar den Haarlemmer-weg gevallen. Waterkeeringen
en wegen waren vernield. De verwoesting was groot, zoodat de Com-
municatie aanvankelijk was afgebroken. Hier en daar was de weg slechts
op de breedte van eene el en minder blijven zitten. De gevolgen van