als bij raeer polders van deze watering , eigen nainen hcbbcn , nainc-
lijk : de Bu iz enbi c r , liggende in den hoek aan den St. Janspolder
en Tienhonderd j den P l a t t e e l - p o l d e r ; den Kn o k k a a r t of Kn ok-
k e r t ; W i 11c m-Fl o rij n s-h oe k ; den Z u id - p o l d e r ; Vrouw-
Ge l e y n s - h o e k ; den He er cn- polddr ; den K rul l e n - pol d e r ;
den Zu i d -Kn o k k a a r t ; den Lei j e - po ld er ; den Kor te-Geld-
z a k - p o l d e r ; den Roessel - of R oesse l a a r - p o 1 d er ; den Kl in-
k a a r t - p o l der ; den F ij m el aar s-pol de r en de Dobbelare.
Alle deze zoogenoemde polders hebben wij niet noodig gevonden afzon-
derlijk te beschrijven en zullen ook niet in volgende deelen voorko-
men, De polder beslaat, volgens bet kadaster, eene oppervlakte van
229 bund. 62 v- r. 40 v. eil., waaronder 204 bund. 82 v. r. 18 v. eil.
schotbaar land ; teil 19 hl, waaronder 8 groote en 3 kleine boerderijen,
Ilet overtollige water ontlast zieh door eene groote buis in den Vier-
honderd-bezuiden en voorts door de afwalerings-kanalen der Watering-
van-Kadzand , van welke bij een deel is , en beeft alzoo geen eigen pol-
derbestuur.
Deze pold. ligt vooral in bet midden zeer laag en Staat des winters
of bij natte jaren op vele plaatsen onder water : waarom men soms
tot wegruiming daarvan wel eens van eenen kleinen watermolen ge-
bruik gemaakt heeft. Opmerking verdient, dat de afdeelingen Hee-
r e n - p o l d e r , K r u l l e n - p o ld er en R oessel -p old er slechts door
eenen dijk gesebeiden zijn , van eveneensgenoemde onderafdeelingen van
den Vierhonderdrbezuiden, hetgeen zoude doen vermoeden , dat er in
overoude tijden werkelijk polders van dien naam bestaan hebben , die
door hooge vloeden ondergeloopen zijn en hunne dijken door de zec
verloren hebben , of welke , bjj latere herdijking , niet meer noodig
zijnde, gesiecht zijn geworden.
STRIJDHAGEN , adell. h. in de Over-Betuwe, prov. Gelderland,
kw., distr., arr. en 1£ u. N. N. O. van Nijmegen, kant. en l£ u.
Z. Z. W. van E ist, gem. en £ u. 0. van Bemmel.
Dit adell. h. beslaat, met de daartoe behoorende gronden, eene oppervlakte
vpn 8 bund. 69 v. r. 40 v. eil., en wordt in eigendom beze-
ten , door den Heer B l a a u w , woonachtig te Arnhem.
STRIJDLAND (HET), streek lands in het Nederkwartier, der prov.
Utrecht, gem. Utrecht, tot d e ridderhofstad het Huis le V o o r n behoorende.
Het heeft vermoedelijk zijnen naam ontleend , aan de menigvnldige
geschillen , welke aldaar in kleine schermulselingen , met de wapenen
zijn beslecht geworden. — Ook heeft men in dit veld, bij opdelving
eenige wapens nit den ouden tijd gevonden.
STRIJDWAARD (DE), vöorm. uiterwaard aan den Zandwijksche-
dijk, in de N eder-Betuwe, prov. Gelderland, arr., kant., gem. ea
Ov van Tiel, aan de Waal.
Deze uiterwaard heeft gelegen ter plaatse, waar thans ligt de dijk,
loopende van den havendijk der stad Tiel bovenwaarts tot aan het
veerhuis; zijnde deze dijk , welke vroege.r meer binnenwaarts, en
waarschijnlijk längs het Zandwijksche kerkhof liep , aldaar in 1891
gelegd, tot beveiliging der stad, toen P a r m a de sehans Knodsenburg,
tegenover Nijmegen , belegerde.
Op dezen uiterwaard werd den 28 Maart 1361 een slag geleverd
tusschen R e i n a l d en E d u a r d , Graven van Gelder; in welke E d i t a r d de
overwinning behaalde en R e i n a l d , benevens onderscheidene edellieden,
gevangen genoroen werd.
STRIJEN, voorm. graafs., hetwelk een gedeelte van de tegenwoordige
prov. Zuid-Holland, e n e e n gedeelte van Noord-Braband besloeg
Hetbevatte, behalve het later dus genoemde L a n d - va n -S t r ij e n
het L a n d - v a n -Z e v e n b e r g e n , G eer t r u i d e n b e rg , en vele
andere plaatsen , thans onder Holland gelegen , de geheele bar. van
Breda, het markgr. van Be r g en - o p -Z o om en eenige, nu onder
water liggende, landen. Hel graafs. S t r i j e n werd, gelijk vele andere Ne-
derlandscbe leenen , van ouds als een vrij land bezeten , zonder dal de
Lraat van eemg ander Vorst afhankelijk was.
De eerste, dien wij vermeld vinden als dit graafs., hoewel niet onder
■en litei, te hebben bezeten , was G e b r t r b i d a , dejongste dochler van
P e p i j n v a n L a n d e n , Grootmeesler van het paleis van C l o x a r i d s , Koning
van tranhnjk en zijne vrouw I t a , meer bekend onder den naam van
de H . G e e r t r d i d a doordien Paus H o n o r i o s I I I , haar in het iaaf 1220
onder het getal der Heiligen geplaatst heeft. Deze werd in het iaar 681
Vrouw van bet L a n d - v a n - S t r i j e n , en liet het,. bij haar overlijden , in
bei jaar 660, na aan hären neef W i t g e r , eenen zoon van hare zus-
ter A m e l r e r g a die met zekeren Graaf W a l b e h t getrouwd was. Deze
W i t g e r staat bekend als de eerste Graaf van S t r u e n , doch door wien
en op wat wijze dat land tot een graafschap is opgerigt, vindt men
bij geene schnjvers vermeld. Hij had ten huwelijk I sm e n i a , dochter
van F u d u l f d s , Landvoogd van Oost-Frankrijk, en liet bij haar na
eenen zoon, mede genaamd W i t g e r , die, omtrent het iaar 700
overleden zijnde , opgevolgd werd door zijnen zoon W i t g e r III.
Biens zoon W a l b e r t , na zijns vaders dood Graaf van S t r i j e n . was
gehuwd met C u n e g u n d e , doebter van D i r k , Graaf van Cleve en in
leisterbant, en st.erf in het jaar 789 , nalatende eenen zoon , genaamd
W i t b e r t ; welka mede in het jaar 820 gestorven zijnde, opgevolgd werd
door E l b e r t wiens tijd de bürg te Breda door de NoorLannen
gehouwd werd. Deze E l b e b t was getrouwd met H i l d e g a a r d , dochter
van B o u d e w i j n , Graaf van Altena , en won bij haar W i t g e r IV , die
Bem . in het graafs. S t r i j e n opvolgde, en omstreeks het iaar 888 on
den oever van de Schelde eenen bürg bij de stad Bergen-op-Zoom
Douwde. Men houdt voor zeker, dat hij Breda, waar toen niet dan'
weinige visschers woonden , tot eene stad heeft verheven en die met
wallen omgeyen. Hij is mede met de andere Graven van dien oord
aan bet hoofd hunner onderhoorige benden, versehenen te Vlaardingen
de hoofdzetel van het graafschap van dien naam , om aldaar Z w e n t i -
• °1D' ,onl"i! Lotharingen, te ontvangen , en hem, omtrent het
jaar 894, by le staan tegen Keizer K a r e l , den Eenvoudige, die met
zijn leger reeds tot bij Nijmegen was doorgedrongen j van welken Z w e n -
ib o ld , by met den vollen eigendom van onderscheidene koninklijke
; goederen in dien oord beschonken werd, welke sedert, door zijne klein-
oochter H i l s o n d i s aan hot door haar gesticht klooster van Thorn ge?e-
enzijn. Hij werd, na zijn overlijden, opgevolgd door zijnen zoon W i t -
f c V l0t ZIJBe Se,,ialln nara E b m e n g a r d , zuster van B e r e n g e r
| to'aat van Namen, bij welke hij alleen twee dochter* verwekte., H i l s o n d i s
ilEiNiLDE. H i l s o n d i s werd, na haar vaders afsterven, omtrent 980, Gravin
m trouwde met A n s f r i d , Graaf in Teisterbant en vanHoei,
regte iijn afstammende van W i t t e k i n d , Hertog der Saxers. Nadat
m s f r ' d en H i l s o n d i s te zamen een reeks van jaren in lieide en eendrasrt
rgebragt en eene dochter, met name B e n e d i c t a , verwekt hadden
amen z i j met onderlinge toestemniing overeen , om de wereld te verla-
, en zieh geheel en al aan de dienst van God en zijne kerk toe te