ruim 300 voet, genoegzaam loodrcgt in eenen waterkom van peillooze-
diepte ncder.
SAPDEBAROE , d. in Oost-lndw , op helSundasche eil. Java , resid.
Batavia, aan den oostelijken oever van de Tangerang.
SAPONDA-EILANDJES , eil. in Dost-Indie, indeStraatder Molukkos,
0. vau het Sundasche eil. Celebes , voorde Bogt van Tomeikoe.
SAPON-SOJASSOE . oud d, in Oost-lndie, resid. Amboina, op het
Sundasche eil. Ceram , op Groot-Ceram , aan de zuidkust.
SAPPEMAHEERD, voorm. heerd in Fivelgo, prov. Groningen }
arr., kant. en 2 u. N. ten W. van Appingedam, gem. en 20 min. W. van
Hierum , nabij Losdorp , waarvan men thans niets meer weet aan te
wi'zen.
SAPPEMEER , voorm. regtstoel, prov. Groningen, palende N. aan
Slocbteren , O', aan^uidbroek., Z. aan Kleine-meer, W. aan Hoogezand,
De«r regtstoel heeft zijnen oorsprong te danken aan het vergraven
der booge veenen sedert het begin dei^zeventjende eeuw , en 4s than a
eene zoor volkrijkc-plewte, bevattewdu ^ e^rd^e^kerlttforpen to iva
•tea-: het Hooge z a n d , Windewe e r - e n - L u l a en het eigenlijke
Sappemeer . Daar deze hooge veenen het eigendom geworden waren
van de stad Groningen, en de aanleg tot veenkolonien op hare kosten
geschiedde, was het natuurlijk, dat zij die nieuwe dorpen beschouwde
als onderhoorig aan hare heerlijkheid. Maar alzoo Sap?emeer gedeel-
telijk in het Gooregt en gedeeltelijk in het Oldambt lag, ontstond er
verschil, tot welke van die beide landstreken deze regtstoel te bren-
gen zoude zijn; waarvan het besluit was, om er eenen afzonderlijken
regtstoel van te maken. Hiertoe benoemde men den Ambtman van
Selwert of het Gooregt, hoewel niet in die betrekking , en znlks is tot
aan het jaar 1804 alzoo gebleven , hebbende die Ambtenaar zieh daarom
geschreven : Ambtman van het gerigt van Selwert, en Regter van Sappemeer.
In de uitoefening van het regt was er ook een aanmerkelijk
onderscheid , want, daar in het Gooregt bijzitters waren , was de Regter
hier alleen, in het. burgerlijke en in het lijfstraffelijke; daar in
het Gooregt geoordeeld werd naar het Selwerder landregt, gold hier
alleen het Oldambtster landregt, lerwijl de regtdag voor Safpemeer ook.
op eenen anderen dag werd gebouden , nainelijk , des Zaturdags.
De kerkelijke begevingen in deze dorpen , waarvan de Predikanten
mede onder de klassis van Groningen behooren, staan , (even als
in het Gooregt) aan de raannelijke hoofden der huisgezinnen , die le-
dematen der gemeente zijn, en eigen goed en hnis bezitten, of
zesjarige meijeren zijn. Maar sedert de Heeren van Groningen , als
landeigenaars buiten het kerspel woonachtig, naar de bepaalde even-
redigheid van grastallen ook hunne stemmen lieten inbrengen , en
daardoor eene groote meerderheid verkregen , werd de medestemming
der ingezetenen van zeer weinig belang. Ook had de stad deze heerlijkheid
tot haar afzonderlijk jagtveld verordend , waarin niemand dan
de Regering en hare Ministers mögt jagen.
In het begin der zeventiende eeuw kwamen hier onderscheidene personen
uit bei Sticht van Utrecht over, onzeker echter door welke aanlci-
ding. Deze lieten eenen veenkundige, C obn eiis P ensen , de hooge veenen
bij Foxhol of Voskol en daaromtrent opnemen en peilen , met dat gevblg,
dat zij (te weten Jonker Gitus van S toutenbubg, H endrik Cornelis van
A merongen , Burgemeester van Rhenen , C ornelis Clercq , Marcos C hristiaans
en E vert D erks) van de provincie in packt namen de Esser- en
andere kloostervecnen, aldaar gelegen. Om die nu behoorlijk te
SAP .
kunnen aansteken en ter geschikter plaatse met hoofddiepen en zijdwijken
tevoorzien , verwierven zij van de eigengeerfden des kersspels Kropswolde
een opstrek van. vier roeden breedte door de veenen van laalslgemelden,
te beginnen bij den Looidijk tot aan de gepachte Esser- en andere kloos-
terveenen. Met de stad Groningen handeiden zij over den impost der
turf, waarin zij ook naar genoegen schijnen geslaagd te zijn. Niette-
geostaande dit alles ging bet hun als velen , dat de eersten de inoeile en
kosten hebben, inaar anderen de vruchten plukken. Immers zij geraakten,
na verloop van eenige jaren , dermate ten achteren , dat zij hunne aan-
gestoken veeDen aan meervermogenden moesten overdöen. Daarover
had de Regering der stad Groningen reeds meermalen hare gedachten
laten gaan , waarom zij van dit tijdslip thans gebruik maakte, en den
1 Mei 1613 en 13 Maart 1616 van H endrik Cornelis van A merongen en
Compagnie aankocht al dat reg t, hetwelk zij door pachting van de
provincie op die veenen verkregen hadden. De grootste zwarigheid,
welke de eerste pachters in den verderen opleg stuitte en verlegen
maakte, was het groote uitgestrekle meer in deze hooge veenen , het
S a ppeme e r öf ook , om het geraas der wateren , het D u iv e lsmee r
genoemd, waarvan de diepte op de meeste plaatsen van 3 , 4 , 3 en
op de waadbaarste plaatsen van 2 eilen was. De aftapping echter van
dit meer werd door de stad Groningen , aan welke deze streken zoo
groote verpligting hebben , in het jaar 1618 , ondernomen en slaagde
naar wensch. In het volgende jaar werd daar eene vaart door gegra-
ven van rnim 1140 eilen lengte j waarna die is doorgezet tot Zuid-
Lroek, tot groot gemak en voordeel dier landstreek, welke , bevo-
rens , alle hare waren over Slochteren , Kolham en verder längs eenen
lagen veengrond, naar de stad moest vervoeren; iets dat des winters
veeltijds ondoenlijk was.
SAPPEMEER', gem. in den voorm. regtsloel vsn Sappemeer, prov.Groningen
, arr. Groningen, kant. Hoogezand (1 k. d., 8 m. k., 1 s. d. ); palende
N. aan de gem. Slochteren , O. aan Noordbroek , Zuidbroek en Mun-
teiidam, Z. aan Munlendam en bet Hoogezand , W. aan bet Hoogezand.
Deze gem. bevat, behalve het d. Sa p peme e r , de veenkolonie
Kl e i n e - M e e r , de b. Ac h t e r d i e p en J ag er swi j k , benevens
gedeelten van de Borger -kompagnie en van de Tr i ps -kompag-
nie. Zij beslaat, volgens het kadaster , eene oppervlakte van 1320
bund. 40 v. r. 32 v. ell. Men telt er 487 h., bewoond door 636 huisgez.,
uitmakende eene bevolking van ongeveer 5130 inw. Landbouw , vee-
teelt, koophandel, scheepsbouw en scheepvaart brengen hier groote
welvaarl aan. Het aantal schepen , dat op 1 Januarij 1843 hier te huis
behoorde , beliep 40 , meest kofschepen. Men heeft er 8 scheepslimmer-
werven , 3 touwslagerijen, 10 grofsmederijen , 2 kalkbranderijen , 1 mout-
wijnstokerij, 1 distilleerderij, 1 leerlooijerij , 1 tabakskerverij , 1 koren-,
pel- en mout-, 1 run-, pel- en olie-, 2 houtzaag- en 2 oliemolens.
De Herv., die er 1900 in getal zijn , onder welke 330 Ledematen ,
maken eene gem. uit, welke tot de klass. van Groningen, ring van
Hoogezand , behoort. De eerste , die hier het leeraarambt aanvaardde,
was J ohannes H erhanni , die er in 1632 beroepen werd en in 1657 werd
opgevolgd door J ohannes van V o l l en , die er in 1658 overleed. Hel be-
roep geschiedt door de Regering der stad Groningen , die er het pri-
maire en bijna eenige colla’lieregt toekomt.
De Chrislelijke Afgesclieidenen , die er 80 in getal zijn, maken, met
die uit de burgerlijke gem. h e t Hooge z a n d , eene gem. uit, welke
te Sa'ppemeer, in een partikulier huis, bunne godsdienst uitoefeiicn.