Lagc-Sas-van-Gent en onderhoorige forten , overledcn 1 Mei 1768 ent
in deze kerk begravcn, welk wapcnschild met krijgstrofeen cn andere
attribuleu van ridderlijk cn militair gezag is verfraaid. Den 24 September
1726 vermaakte Antdonv de Vos, oud-Schepen en Ouderling
Van S as- van-Gent', eenen groolen en twee kleinere zilveren sckolels , be-
nevens eene Samaritaansche kan van het zelfde metaal, alles voorzien
Van toepasselijke randscbriflen, nan de Hervormde gemeente aldaar en
znlks voor de bediening des H. Avondmaals, waarvan hog gebrnik
wordt gemaakt, zoo mede van twee zilveren bekers, van onderen be-
schreven met de woorden : de kcrcke van Sas-van-Gent. 1685.
De hiervoor vermelde Roomsch-Rathol i jke k e r k s c h u u r stond
öp de Kleine-Markt, doch is in het jaar 1750 afgebroken en toen
vervangen door een steenen geböuw , thans'nog bij de R. K. in ge-
bruik , welk bedehuis, aan de H. Maagd M aria toegewijd, in 1840
belangrijke reparatien heeft ondergaan , bij welke gelegenheid ook de
paslorij, zoo mede des kosters woning, geheel is vernieuwd , waarvoor
door het Gouvernement eene subsidie is verstrebt en het te kort körnende
uit den boezem der gemeente is gevonden. Deze uit- en inwendig
wel ingerigle kerk «is van een orgel voorzien, en heeft een liouten
torenlje, met luiklok op den voorgevel. In de nabijheid van dit bedehuis
is in 1846, op kosten der gemeente,. eene nieuwe begraafplaats
voor de R. K. aangekgd.
S as-van-G ent is de geboorteplaats van den Graveur K aree E rederik
B endohp, die er in 1736 het licht zag, te Dordrecht in 1814. “
Eenige, tot muilerij overgeslagene , Engelsche Soldaten maakteu zieh
in het jaar 1572. meester van S as-v an-G ent , slechtten de vestingwer-
ken geheel en al e'n verbrandden de aldaar gebouwde huizen. Het leed
echter niet lang, of de Gentenaars versterklen de plaats op nieuw, en
voorzagen haar van vele buitenwerken.
In het jaar 1576 werd deze sterkte, nevens andere, aan W ileem I ,
Prins van Oranje, toegekend j voor zijr.e bewezene hnlp in Vlaandc-
rcu , tegen de opröerige Spaansche Soldaten. Zij mögt zieh echter niet
lanir verheugen in de vrijheid , welke haar onder dit beStuur ten deelc
viel 5 want reeds den 20 Oclober' 1585 kwam S as-van-G e n t , bij ver-
rassing , gelijk tien dagen later Axel en Hulst (zie die artikelen) in banden
van de Markgraven van R oubaix en Montiont , door P arma afge-
zonden , en die haar voor den Koning van-Spanje in bezit namen ,
vooral, om dat de Gentenaren de zijde der Stalen gekozen , de Unie
van Utrecht onderteekend en den eed aan W ileem I gedaan haddeh.
S as-van-G ent moest dus deel nemerr in het verdrag van verzoening,
op Allerheiligendag van 1583, met gemelden Spaanschen Laudvoogd
geslolen.
Gelnkkig echter werden de ingezeterien dezer plaats in 1644 van het
Spaansche jnk voor altijd verlost. E rederik H endrik , Prins van Oranje ,
vergezeld van zijnen seboonzoon W ielem E rederik van N assad-D ietz ,
ondernam den 28 Julij de belegering dezer veSting. Groöt was de tegen-
stand , dien hij hier ontmoelte; doch al aanstonds, op den 29, veroverde
de Prins de schans S t. S t e v e n , welke bij verdrag overging , waarop
de binnen de vesting bevelvoerende Spaansche Gouverneur, Don A ndrea
de P arado , den volgenden dag eenige buizen en hoven in Rapenburg
deed afbranden, welke hem in zijne verdediging hinderlijk waren.
Deze Krijgsoverste verdedigde de plaats met eene zeldzame kocl-
bloedigheid. Ook deden de Spanjaarden meer dan eens krachtdadige
pogingen tot ontzet der benarde veste, zoodat de Prins, die in het dorp
Asscnedo zfjn hoofdkwarticr bad, zieh in de noodzakelijkheid gebragt
zag , om zijne legerplaats van rondoro zeer te versterben, ook door er eene
dubbele gracht, van twaalf voet (3.76 eil.) breedte , om te laten graven.
Op den dijk, loopende van Assencde naar S as-van-G ent , werd eene bat-
terij van zes stukken opgeworpen. Langs dezen dijk naderde men ein-
delijk de gracht der konlerschap , op den rand waarvan de belegerden
een werk hadden aangelegd, waaruit zij met twee honderd man op
onze arbeiders vielen, die zij tot aan onze linien terugdreven, van
waar de vijand echter met verlies teruggeslagen werd. De Prins.deed
daarop eenen gedachten aanval op '’svijands werken , zoodanig dat die kort
daarna vcrlaten werden. Men raakle vervolgens längs .twee bruggen
over de gracht en bemagtigde een g’root gedeelte van de konterscharp ,
bij welke gelegenheid onderscheiden van de onzen gekwetst werden , onder
welke ook een bevelbebber der limmerlieden , die eene wond aan
de band ontving, juist terwijl de Prins hem bij den arm hield en met
hem sprak. Een van ’s Prinsen VeldoVersten maakte zieh vervolgens
meester van een ander werk, hetwelk de vijand op het glacis der kon-
tcrscharp had opgeworpen en , na dat nbg een dergelijk werk beinagligd
Was, waren de onzen tot op den rand van de kapitale gracht der
vesting genaderd. Om over deze gracht te geräken, deed de Prins
lerstond twee gaanderijen aanleggen, doch, terwijl men daaraaD ar-
beidde, ontstond er des nachts zulk eenen vreesselijken slorm uit het
Noordwesten , bij «ieuwe maan en springvlped , dat alle ’s Prinsen werken
onder water gezet werden. De Soldaten waren door dit onver-
wacht toeval zeer ontmoedigd; doch de Prins, bij het aanbreken van
den dag, tot over de knieen door het slijk wadende, sprak elk
nieuwen moed in , en , binnen vier dagen , was de schade , door het
Water - veroorzaakt, hersteld ; doch toen werd er weder eene der gaanderijen
door het geschut der belegerden vernield; ook dit nadeel werd
in eenen dag weder verholpen. In dezen Staat van zaken , verzochlen do
belegerden om te onderhandelen , en de plaats ging, na een beleg
van ruim vijf weken , den 5 September bij kapitulatie over. De ver-
meestering dezer zoo digt aan de grenzen gelegene vesting , door het
kloek beleid en de onverzaagdheid des Prinsen en in de nabijheid van
een vijandelijk leger , we.rd door de Algemeene Staten van zoo veel
belang beschdutvd , dat zij deswege eenen algemcenen dankdag door geheel
Nederland uitschreven , die , den 21 September daaraanvolgende, met
levendige deelneming, door het luiden der klokken, het aansteken van
vreugde vnren en het losbranden van het geschut gevierd werd (1 ).
Ook is , den 7 September 1744, ter gedachtenis dezer gedenkwaardiga
verlossing, eene jubelpredikatie , door den toenmalige Predikant, T heo-
dords de K emp , albier gehouden.
Na dien tijd is S as-van-G bnt , zoo lang die plaats in Staten handen
bleef, allengs meer en meer versterbt, in die mate, dat de Franschen
in l6 7 8 , met geweld niets daartegen durfden ondernemen , zoodat
zij bepröefden, om zieh , door verraad , van deze vesting meester te ma-
ken. Zekere L acnai , een Eranschman in Staatsche dienst , trachtte
heimelijk verstandhouding met R obert de B ercead , Heer van Renchamps,
die in de schans St. Ä n t h o o n bevel voerde, aan te knoopen
met oogmerk, hem bet bemagtigen Van S as- van-G ent gemakkelijk te
maken ; doch B erceau onldekte dien toeleg aan den Prins van Oranje
( l ) Men vindt de uiteehrijviDgebriet van dezen dankdag t i j I, CoMMBLiiy, ietian v m Frederik
Hendrik , Deel 11, bl. IßS .