O. aan de gem. Middelharnis, Z. aan Nieuwe-Tonge-en-Klinkerland
W. aan Melissant-Noorder-Schorren-en-Wellestrijpe, Onwaard-Oud-n,!
Nieuw-Kraaijer-polder-en-Kraaijenslein en aan Stellendam.
Deze gem. bestaat uit de pold.: het 0 u d e l a n d - van-Sommels-
d i j k , het N i e u w la n d’-v an » Som m e ls dij k , den S t. Christof,
f e l s - p o l d e r , den E v e r d i n a - p o l d e r , de We s t p l a a t en'dj
Be z ome r k a d e -We i d e n - e n -Go r s e u - t c n -No o r d ' e n - v a n - d e .
We s t p l a a t , benevens een gedeelle van de O u d e - P l a a t . Zij be-
vat bet d. S omme l s d ij k , benevens eenige verstrooid liggende hni-
zen , en beslaat, volgens het kadaster, 2520 bund. 14 v. r. 1 v. eil,
waaronder 2508 bund. 43 v. r. 41 v. eil. belastbaar land. Men telt er
353 k., bewoond door 543 huisgez., uitmakende eene bevdlking van
2530 inw. Yroeger vonden dg inw. hun bestaan in de.zalm- en elft-
vangst op de rivier, of door het vervoer van visch; welke zij van de
visschers van het nabij gelegen Middelharnis kochten , naar Braband
Viaanderen en zelfs»wel naar Eng,eland. De gaffelschepen, hiertoegebe-
zigd, werden gebouwd op de hier destijds bestaande seheepstimmerweri,
Tot vervoer der voortbrengselen van den landhouw , en tot aanvoer
van koopwaren uit Holland , bezigde men hier vier marktschepen op
Rotterdam en een op Dordrecht. Ook had men er voormaals twee
zilverkaskouderswinkels, eene bierbrouwerij en twee branderijen , als-
mede eene kweckerij van vruchtboomen , welke zelfs naar elders ver«
zonden werden, Thans is het hoofdbedrijf de landbouw en graanliao-
d e l, en men heeft er eene boekdrukkerij, eene hranderij , eene mee-
sloof, eenen korenmolen en sedert 1843 eene fabrijk van linnen-, ser.vet-
cn damaslweverij.
De Herv., die er 2380 in getal z ijn , onder welke 700 Ledematen,
makcn eene gem. ui t , welke tot de klass. van Brielle, ring van Som-
melsdijk, behoort. De eerste , die in deze gem. het leeraarambt beeil
waargenomen , is geweest J o h a n C o r n e l i s z . K e b p e , die er in 1578 kwam,
en in 1589 naar Baamstede vertrok. Onder de hier gestaan hebbendt
Predikanten verdient melding de door zijne Schriften bekende P e i «
H a a c k , die er van 1777—1782 stond, en den 27 Julij 1825 als Pre-
dikant , met tilel van Hoogleeraar, te Amsterdam overleed. Het be-
roep geschied door den 'kerkeraad , onder medestemming van den Am-
bachtsheer , die twee stemmen heeft.
Het dertigtal Christelijke Afgescheidenen, die men er te lt, worden
to t de "gem. van dit eiland gerekend. — De R. K., die er iongeveer
110 in getal zijn , behooren tot de. stat. van Middelharnis-en-Sommeh-
dijk. — De 15 Isr., die er wonen , worden tot de ringsynagoge van
Middelharnis gerekend. — Voorheen had men er eene Doopsgez. gem.,
welke door den Predikant van Middelharnis bediend werd, maar deze
äs te niet gegaan.
Men heeft in deze gem. eene school, welke gemiddeld door een ge-
tal vau 350 leerlingen bezocht word.
Het d. S o b b e l s d i j k , ook wel Z o m e r s d i jk gespeld, ligt 3-£ u . Z . van
Brielle, en beeil eene haven , die op het Haringvliet uitloopt, en be-
kwame gelegenheid verschaft om de voortbrengselen van den grond
alom te verzenden. Het dorp is waarschljnlijk in het jaar 1430, nns-
schien ook wel in 1464 of 1465, gesticht. Echter was deze grond
voor de bedijking reeds bewoond, want, den 6 Februarij 1430, ver-
leende J a c o b a v a n B e i j e r e n vryheid van alle -tollen voor de inwo n ers
van deze uitgors. Het is eene groote, wel bestrate plaats, bijna even
als Middel h a r n i s gebouwd j waarvan het slechts door eene kleins
o n b e b o u w d e ruimte gescheiden is. Men telt er in de kom van het d.
545 h. en 2340 inw. Yroeger liep de haven van S o b b e l s d i j k in eene
noordwestelijke rigting, benoordeu Dirksland, in de haven van dat
dorp. Zij is , na 1811, gedeeltelijk gedempt en gedeellelijk digt ge-
¡rroeid, en ontlast zieh nu door eene sluis in die van Middelharnis.
In het midden van het dorp, aan het einde van de Voorstraat,
stond vroeger eene schoone groote kerk , gebouwd , volgens de bepaling ,
gemaakt bij de uilgifte van 18 Jnnij 1464 , dat de bedijkers tot eere
Gods erf der Maagd M a r i a eene kerk maken en onderhouden zouden ,
en van elke 100 gemeten dijkersland een gemet aan de kerk geven.
Zij had eene kapel ten Noorden en ten Zuiden , die het gebouw tot
eene kruiskerk rnaakte. Deze kerk , welke v66r de Reformatie aan
de //. Maagd was toegewijd , was, volgens het register der Utrecht-
schc kerk , ingelijfd in het kapittel van Souburg en werd bediend door
eenen Pastoor en eenen Kapellaan. Behalve het hoogaltaar waren
er nog andere altaren als van S t. G e e r t r b i d , van S t. B a r b a r a , vän
S t . J o r i s enz. Daarenboveu was er eene vikarij aan St. Geertruids-
allaar en eene aan het altaar van St. Joris. Ook had men er nog
vcrschillcnde andere Stichlingen, ten behoeve van den Pastoor, den
Kapellaan en den Koster. Bovendien waren er eenige broederschappen
ingesteld , zelfs zouden er , volgens oude brieven , wel veertig sticktin-
gen in deze kerk geweest zijn. Luidens een opschrift in den muur,
werd deze kerk overdekt in" de maand Mei des jaars 1499; naderhand
is er een portaal aangebouwd. Op het kruis der kerk stond weleer
een spitse toren , doch deze brandde imhet jaar 1625 met het dak af.
Sedert werd de nieuwe toren aan den gevel in het Westen gebouwd ,
in eene vierkanle gedaante, ter hoogte van 55 eil., alwaar eene gaan-
derij is gemaakt van witten hardsteen. Op dit vierkant metselwerk
stond weleer eene houten achtkante spits met eene peer, waarop een
krnis met eenen weerhaan prijkte. In het midden der spits stonden vier
tiurwijzers, en. van binnen hingen twee klokken. Aan het fraaije uit-
wendige voorkomen der kerk.was het inwendige geevenredigd. Men vond
daarin twee rijen pilaren, een fraai orgel, gestickt uit eenige fondsen
daartoe, bij uiterstewilbeschikking, aangewezen door den Baljuw Homos
d e K r i j g e r , welke erfmaking tevens voldoeride was , ter bestrijding
der kosten van het onderhoud, en tot bezolding van den Organist
met f 200 ’s jaars. Voorls was deze kerk voorzien van eenen fraaijen
predikstoel, bijzondere gestoelten voor den Ambacktsheer en de Regering.
Het schoone koor, door een sierlijk hek afgesloten , werd
opgeluisterd door geschilderde glazen , en de wapens van het adellijk
geslacht der v a n A e r s s e n , als Heeren en Vrouwen van S o m b e l s d i j k .
Boven sommige wapenschilden waren vlaggeljes geplaatst, en in het midden
van het koor hing een groot iluweelcn vaandel , waarop een liggende
hermelijn was afgebeeld. Bjj de omwenteling van het jaar 1795 werden
alle deze adellijke gedenkstukkeri vernietigd. Het aanzienlijk geslacht van
v an A e r s s e n had hier zijne begraafplaats , met eenen ingang op het kerk-
hof, in het jaar 1744 omgeven met een hardsteenen portaal, pron-
kendemet de geslachtwapens, welke echter in 1795 werden weggebeitcld.
Boven dezen grafkelder in het koor, stond eene keurig bewerkte praal-
toinbe, met twee knielende beeiden , uit wit marmer vervaardigd. Deze
stelden voor den Heer F r a n c o i s v a n A e r s s e n v a n S o b b e l s d i j k en zijne
gemalin Vrouwe P e t r o n e i l a v a n B o r r e , met het vblgende opschrift:
F r a n c o i s v a n A e r s s e n , Ridder van de Orde van St. Michiel, Heer
ran S o b b e l s d i j k , Pl a a t } Bomm e l en S p i j k ; in zijn leven eerste