SUR .
Overal zict men cene groote verscheidenheid van odelaardige planl-
gewassen. De hooge houtgronden levercn do edelste houtsoorten, krui-
den en planten op; alle aardvruchten groeijen in de drooge zandgron-
den ongeineen welig; het duister woud is voor den jager onuitpulbaer
aan wild , en de wateren krioelen van de fijnste vischsoorten. Ook de
läge landen aan de monden der rivieren zijn rijk aan wild voor de jagt
en aan zwamp- en zeevisschen; terwijl de plantengroei op die onuitput-
barc gronden nog verre die der dieren overtreft. In de bovenlanden
vindt men groóte verscheidenheid van mijnstoffen; welke echter tot nog
toe zeer weinig onderzochl zijn geworden. »
De naluur heeft Serinamb in alles als met eene verkwistende hand
gezegend. Hare breede bevaarbare rivieren leveren de veiligste leg-
plaatscn voor de schepen op , en maken het vervoeren van alle voort-
brengselen min raoeijelijk. De oevers zijn uit hunnen aard met de
edelsoortigste vruchtboomen , geneeskrachtige kruiden en voedzame aardvruchten
begroeid. Zij brengt boomen voort, welke eten en drinken ,
schaduw en kleeding, en dns vpedsel en dekking te gelijk geven. Hier
heeft de roensch slechts den tijd van twee uren o n te visschen, en
twee bossen banannen ,.in eenegeheele week , noodig om te leven; ter-
wijl men voor den overvloed van den visch het zout gemakkelijk kan
inruilen. De bos banannen kost, wanneer men die van de Planlaadje-
Negers koopt, slechts 8 cents. Geene konde wintervlagen van sneeuw
en hagel dringen hier de schamele hut in. Eene papaijemat is ge-
noeg voor een volkomen bed, aangezien men geene dekking behoelt,
daar geene gure nachten het ongedekte ligehaam doen verkleumen.
S u r in am e tusschen 4° 80' en 8° 80' N. B., heeft een warm en vochtig
klimaat; welk klimaat echter niet dan bij de kentering van de sai-
zoenen als ongezond kan worden beschouwd. Velen houden S u r in am e
zelfs voor gezonder, dan de Westindische eilanden, alhoewel het daar
meer droog ea steeds koel door de zeewinden is ; en waarlijk, men
heeft voorbeelden van zeer hoog bejaarde menschen in de kolonie S u r
in a m e . De vochtigheid van het klimaat, vooral aan den oever en den
uitstroom der rivier, waar het land laag is;, doet alle staal en ijzer hier
niet dan met vcel moeite buiten roest houden , welke vochtigheid men
tevens ten duidelijkste aan de snaarinstrumenten ontwaart. Verder van
zee is het land hooger en gezonder. Naar gedane waarnemingen , rekent
men jaar in jaar ui t , dat de gemiddelde hitte op den middag 90$ naar
de schaal van F a h r e n h e i t is , zijnde 95° de hoogste en 86° de laagste
van de waarnemingen op het heetste van den dag. De gemiddelde druk-
king van den dampkring is 29 duim. De massa van het in 1826 ge-
vallene water, was 2491 lijneÜ (dat is 17 voelen , 5 duimen, 7 lijnen)
en dat der verdamping 3592 Jijeen , of bijna 3 voeten Rijnlandsch.
De bygrometer teekent, kehalve in de maanden Augustus en September
(het ongezondste tijdvak) altijd een of meer graden vocht; het hoogste
standpunt van droogte , dat men gewoonlijk in voorzegde maanden
vindt, is 15 a 16 graden. Des morgens tusschen drie en vijf ure
kan het in S u r in am e vrij koud zijn , echter Staat de thermometer nim-
iner onder 66° F a h r e n h e i t . Men verdeelt in Guiana de saizoenen (gelijk
op Java de mousons) in eenen grooten en eenen kleinen droogen-,
en in eenen grooten en eenen kleinen regentijd. Echter wordt door
onde geloofwaardige kolonistcn eenparig getuigt, dat de regens thans
veelvuldiger en minder geregéld naar de saizoenen vallen , dan voor
derlig ä veertig jaren ; vooral wordt het jaar 1809, als ongemeen
regenachtig beschreven. De groote regentijd begint half April en
cindigt half Augustus; in het midden van Augustus begint de groote
droogen tijd, die tot aan denkleinen regentijd voortduurt, dat is met «
half December; deze kleine regentijd eindigt half Februarij , wanneer
die door den alsdan invallenden kleinen droogen tijd , welke half April
eindigt', afgewisseld wordt. De verwisseling^ der saizoenen, zoo van
den regen in den droogen, als van den droogen in den regentijd, wordt
gemeenlijk door zware donderbuijen aangekondigd ; terwijl men buiten
de kenteringen weinig onweder heeft. De groote drooge tijd is^ druk-
kend beet, waartegen de kleine regentijd koel en aangenaam is ; de
omwisseling van den grooten regen in den grooten droogen tijd ,
of wel de maand Augustus, is door onbestendigheid van stekende zon-
nehitte tusschen koele regens de ongezondste; dit tijdvak van de jaren
1823 en 1828, wordt in S u r in am e met huivering herdacht. In den
droogen tijd is de lucht niet of zeer weinig bewölkt, zoodat alsdan een
altijd hooge , heldere hemel het krachtige zonnelicht met verzengende
stral'en op de uitgedroogde heete aarde nederlaat; terwijl de sterke
lichtstralen op blinkende schulpritsen, of savanes van wit zand, bijna
geheel onverdragelijk zijn. Men heeft in-SuRiNAME zelden andere, dan
oostelijke en noordelijke winden , die echter altijd , vooral in den regentijd
, flaauw zijn ; bij regenachtig weder is de wind meerendeeis zuid-
oost en zuidelijk ; terwijl men de meeste regens in de achtermiddag-
uren, veelal tegen het vallen van den avond , heeft. In den droogen
tijd is de wind meestal noordoostelijk, en neemt alsdan tevens in kracht
toe tegen de kentering van den grooten regentijd. In den grooten
regentijd heerschen veelal afwisselende winden , zoo uit het Zuiden als
uit het Zuidwesten. Met het opkomen van den vloed heeft men in
den droogen tijd gemeenlijk eenen frisschen en noordelijken zeewind;
terwijl de vloed, in den regentijd, de regenbuijen met zieh voert.
Aardbevingen heeft men in de kolonie S u r in am e zeer zelden gevoeld ,
en zware orkanen en overstroomingen zijn er slechts bij naam bekend.
Den 21 Augustus 1763 hield men in S u r in am e , na eene doorgestane
aardbeving, eenen algemeeuen dank- en biddag. Den 21 , 24 en
27 October 1766, alsmede den 22 December 1784, moeten hier weder
eenige meerdere en mindere schokken van aardbevingen gevoeld
zijn, zonder echter eenige schade te veroorzaken. Ook vindt men ge-
waagd van eene aardbeving tusschen den 25 en 26 Mei 1785. Dan,
wat de aardbevingen aanbelangt, deze zijn minder schadelijk voor S u r
i n a m e , dan wel voor landen', waar de huizen van steen gebouwd zijn ;
hier zijn de huizen van hecht en sterk hont getimmerd , zoodat zij nog
al eenige schokken verdragen kunnen. Dit ontwaart men het best,
wanneer men , in geval van brand , genoodzaakt is de beiendende
huizen om ver te halen , hetgeen niet dan met de meeste krachtsin-
spanning geschieden kan.
Men heeft hier , even als in Europa , den längsten dag op den
21—23 Junij , körnende de zon alsdan des morgens ten 5 ure 47 minuten
op en gaande des avonds ten 6 tire 13 minuten onder; zijnde de
längste dag dus 26 minuten meör dan 12 uren. Op den 21 December
, den korlsten dag , gaat de zon ten 6 ure 7 minuten op en des
ävonds ten 8 ure 53 minuten onder ; zijnde dus een dag van 14 minuten
minder dan 12 uren , makende tusschen den längsten en den
kortsten dag een verschil van 40 minuten. Wanneer de maan nieuw
of vol is , heett men te S u r in am e te 6 nre hoog en gewoonlijk 6 uren
later laag water ; echter maakt dit bij veelvuldige regens wel eens
een weinig verschil, daar alsdan de eb vroeger .invalt en tevens langer