het St . -L i d ewi j - k o n v e n t , op den Dam, thans de kerk der
Rooms c hKa t h o l i j k e n van de 0 ud e CI e r ezij ; het S t. - A n na-
kloo s ter , .bij de Noord-Molenstraat in de daarnaar genoemde St.-Anna-
Zusterstraat, . dat thans dient tot pakhnis ; het kon ven t - va n-Li l
ien d aal , op den Achterweg, nu het He r v o rmde -We e s h u i s ,
en het Beggi jnhof , ten zuiden van de St.-Janskerk, ter zijde van
het Oude-klooster van St.-Ursula , zieh zuidwaarts uitstrekkende tot aan
de zoogenaamde Laan over het ziekenhuis, welke geboü wen thans gedeel-
telijk zijn ingerigt tot Bank van leening, gedeeltelijk totwoonhuizen.
Nog had men te Scbieuah een Kr u i s b r o e d e r s k l o o s t e r , hetwelk ,
volgens het vrocger vrij algemecn aangenomen gevoelen , zoude gestaan
hebben buiten de Kethel-poort, ofschoon het waarschijnlijker is , dat het
in het zoogenaamde Land-van-Belofte, in het Broersveld, nabij de Broers-
vest gestaan heeft, en dat deze st.raten daarvan bunnen naam hebben
ontleend ; ter plaatse , waar bet alzoo zoude gestaan hebben , ziet men
thans burgerhuizen.
Tot I s rael in t i sche bij k er k is thans ingerigt de bovenverdie-
ping van het Wäch t l o c a a l , op den hoek van de Markt, aan de
stad in eigendom toebehoorende en door deze daartoe afgestaan ; vroe-
ger oefenden de Israelieten hunne godsdienst in een burgerhuis in het
Broersveld, dat in de vorige eeuw tot dit gebrnik was ingerigt. Het
was een klein, eenvoudig gebouw, dat niets opmerkenswaardigs be-
vatte en thans weder tot burgerhuis dient.
Onder de weldadige gestichten noemen wij vooreerst het S t. Ja-
c o b s - g a s t h u i s , op de Hoogstraat, zijnde een der oudste gestichten
van Schiedah , zelfs wil men , dat het ouder is dan de stad zelve.
In het jaar 1286 stelden Schepenen van Schiedam of, zoo als het des-
tijds heette , van den Niehwendam of Schiedam , eene opzeltelijke belasting
in , daarin bestaande , dat van elken poorter, die stierf, hetzij
binnen of buiten de stad, bet beste kleed aan bet gasthuis moest
komen. Deze belasting, welke onder de benaming van het Opper-
ste kleed bekend was , is sedert dien tijd in stand gebleven , hoewel
niet zonder vaak aanleiding te geven tot booggaande gescliillen met
hen , die zieh daaraan wilden onttrekken. Aangezien echter ten laat-
ste de welgezinden de belasting, voor eene door hen naar willekeur te
bepalen som , afkochten en de onwilligen er zieh geheel aan onttrok-
ken, is zij in het jaar 1843, op verzoek van Regenten over het gestiebt,
van regeringswege voor goed afgesebaft. Dit gasthuis was oor-
spronkelijk vooral ten behoeve van zieke, verarmde of bejaarde
zeelieden opgerigt, maar diende weldra, even als de gasthuizen op
andere plaatsen , tot velerlei einden. Het werd een toevlugt voor allen ,
dien het aan een geschikt verblijf ontbrak. In de zestiende eeuw ont-
aarde het gedeeltelijk in een P r o ven i er sh u is. Tegenwoordig is het
grootendeels een B e s t e d e l i n g s h u i s , waarin oude of gebrekkige menschen
van beide künden , tegen betaling van eene bepaalde wekelijksche
toelage, opgenotnen , gevoed en verpleegd worden. Thans bevinden er
zieh een en negentig bestedelingen in , doch er is plaats voor honderd
tien. Dit gasthuis is in het jaar 1786 afgebroken en in de plaats daarvan
een vcel fraaijer gebouw , naar de Corinthische bouworde , gestieht.
Het hoofdgebouw is de reeds beschrevene gasthuiskerk en de zijvleu-
gels zijn de zalen en verlrekken van het huis ; het open plein , tusschen
de zijvleugels en vöör de kerk, is door een ijzeren hek aan de Hoogstraat
gesloten en dient tot wandelplaats voor oude Heden en zieken.
Op de kerk Staat een ■ torentje, met klok en uurwerk.
Het vorige S t a d s - z i e k e n h u is stond buiten de stad, aan den
Singel, tusschen de Rotterdamsche en Overschiesche poorten. Daar
dit echter zeer gebrekkig was en botiwvallig begon te worden heeft
het Stedelijk bestuur , in het jaar 1837, het tegenwoordige Zieken-
hnis, op den grond van de voormalige Al g e m e e n e begraaf -
plaats , tegen over de Laan, doen bouwen. Het gebouw , waarin
men komt door eenen gang, met eene poortaan den Achterweg, naast
het Hervormde weeshuis , is uitwendig zeer sierlijk en inwendig doel-
matig .ingerigt en kan zeventig zieken bevatten.
Het He r v o r m d e Wee shui s , op den Achterweg, dat, in het
jaar 1603 , was gebouwd op de plaats , waar vroeger het konvent van
Li l iendaal gestaan had, is afgebroken en in het jaar 1779 geheel
nieuw opgebouwd. De zalen zijn ruim , en daarachter is een groote tuin.
In de kamer van Regenten is eene fraaije schilderij , de vier Regenten
en den binnenvader.van het huis verbeeldende , in het jaar 1700 , door
eenen wees, J an PAW N genaamd, geschilderd. Men heeft in dit huis een
locaal, vroeger tot kerk ingerigt en thans dienende tot schoolverlrek voor
deweezen , van welke er thans zeven en veertig verpleegd worden. Dit
ruimeen luchlige gebouw is van eenen toren met slaguurwerk voorzien.
Het R. K. Weeshui s, ook veellijds het Armhui s genaamd, en
staande aan de Noordzijde van de Hoogstraat, niet ver van de Rolter-
damsche-poort is den 7 Mei 1774 gestieht. Het gebouw is uitwendig
zeer eenvoudig , en inwendig , hoezeer eenigzins bekrornpen , vrij doel-
matig ingerigt. Het getal der daarin verpleegd wordende weezen is
thans 33. V.öör dat dit gebouw gestieht was werden de behoeftige weezen
van R. K. ouders, even als de Hervormden in het Weeshuis van deze
laatsten geplaatst en te gelijk met de anderen in de godsdienst onder-
■wezen of zij werden hier en elders besteed.
Het P r o v e n i e r s h u i s , even buiten de Overschiesclie-poort, was
vroeger een Lep rozenhu is. In het jaar 1633, werd het , door bij-
voeging van een stuk lands, van de stad ten gesebenke ontvangen ,
vergroot en in 1738, door de toenmalige Regenten , geheel vernieuwd
en tot het tegenwoordige cuime en schoone gebouw ingerigt. Het be-
staat uit een achterhuis en een dertigtal woningen , längs de Schie en
de straat gebouwd , welke door een voorgebouw , waarin de poort ge-
vonden wordl, en dat , gelijk het achterhuis, drie verdiepingen hoog
is, aan elkander gehecht worden. In het achtergebouw vindt men
eene Regenlenkamer, keuken enz., benevens eene groote eetzaal voor
de Provenieren , welke thans tot kerk voor de Christelijke Afgeschei-
dene gemeente gebruikt wordt. Het middelplein ,* vroeger een tuin ,
is nu tot bleek ingerigt. Dit gestieht is , even als de ineeste van dien
aard hier te lande, in de laatste halve eeuw zeer achteruitgegaan en
heeft, vooral door de beruchte tiercering der Hollandsche Staatsschuld,
in zij ne financiele aangelegenheden veel te lijden gehad , zoodathetal
spoedig daarna aan de aangegane voorwaarden niet meer kon voldoen.
De laatste commensaal is daarin opgenomen den 1 November 1808.
Thans zijn er geene Provenieren meer in en is het beheer over het ge-
sticht, ingevolge het deswege door de Regenten gedaan verzoek, in
het begin van 1846, overgegaan aan het algemeen armbestuur. De
woningen .worden op den gewonen voet bij de week verhuurd en de
opbrengst daarvan besteed tot aflossing der schuld , welke het gestieht
nog aan de stad heeft.
Het H o f j e - v a n - ß e l o i s , i n d e Noord-Molenstraat, w e r d i n 1301
(v o lg e n s a n d e r e n in 1389) g e s t i e h t d o o r HnveiiECHT K ors se o f C o&s t ia a n s z .