binnen , bo6poelende er , behalve de vlekken Esch en Ettelbruck , ook
de steden Diekirch en Echternach. Zij neemt er de Wi l t z , de Al-
g e t t e , de Er c n z , de Our en de Zwa r t e - E r e n z op. -
Van den mond der Our tot aan den mond der Sdre , in de Moezel
bij Wasscrbillig, vormt deze rivier de grenscheiding tusschen Luxemburg
en Pruissen. !‘
De rivier, die ongevecr 21 uren lang is * wordt bevaarbaar bij Diekirch
doch aljeen bij matigcn waterstand, ffp vele plaatsen kan men
hier zclf's beneden dit punt , des zomers doorwaden. Sommige plaatsen
zijn zeer diep , inzonderbeid d,e dusgenoemde : Kl i c k , bij Wallendorf^
bij den Hai s t e i n , bij Dillingen , bij den La u f e n w e r t h , omstreeks
Bollendorf, in den Ko h l b u r , boven Minnheim , de Bor ne rwa g en
vooral im Wu h l of im Wiehl bij Mörstroff. De gewone breedte.be-
draagt te Echternach 46—SO en bij Wasserbillig 64—68 ned. eil.
Door een tusschen Keizer K arel V en J ohanbes , Keurvorst van Trier,
geslotene overeenkomst, van 1 Junij lb48, wcrd bepaald, dat de Serb,
met hare beide oevers, zoo lang onder bet opzigt der Hertogen van Luxemburg
zou staan , tot Trier bet tegendeel inpetitorio zon bewezen hebben.
Ten gevnlge eener verordening van Keizer Jozee II., van 20 December
1783 hebben de Luxemburgsche Staten eene commissie benoemd ,
om deze rivier zoo ver mogelijk bevaarbaar te maken , doch dit voor-
nemenwerd te kostbaar bevonden en niet uitgevoerd. WiliemI, Koning
der Nederlanden , heeft dit ontwerp in 1828 insgelijk ter hand geno-
inen , doch dit is almede blijven steken (Zie het Maas-er-Moezeikaraal.)
I n '1847 zijn van wege de steden Echternach en Diekirch en eenige
gem. bij het gouvernement pogingen aangewend, om het bed der Serb
te verbeteren , doch ook toen is men voor de kosten teruggedeinsd.
De visschen , die men in de Sore aantreft , zijn snoeken , karpers ,
palinpen , forcllen , zeelten en zalmen. Ook zijn er otters en kreeften.
SÜRENDONK , d., in de Meijerij van’s Hertogenbosch, kw. Peelland,
prov. Noord-Braband. Zie Soerehdor'K.
SDRHUIS, d., prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet. Achtkarspe-
len. Zie S e r h e iz em . .
SÜRHDISTERVEEN , eigenlijk Z e id e r h b is t e r v e e r , d., prov. Friesland
, kw. Oostergoo, griet. Achtkarspelen, arr. en 6 u. 0. ten Z. van
Leeuwarden, kant. en 2 | u. 0 . Z. 0. van Bergum.
Dit d., betwelk omstreeks het jaar 1600 door Doopsgezinden werd
ontgonnen en aangelegd , beslaat uit eene groote menigt.e huizen, die
allen längs de Oude-Veenster-vaart, op eene vermakelijke, ruime en
lommerrijke plaats gebouwd zijn.
Het is oorspronkelijk eene veenkolonie, door de vergraving van de
veenlanden ten dtiidweslen van Surhuizum ontstaan , wier verschillende
vaarlen en wijken , waaraan de huizen gebouwd zijn , door een veenka-
naal, de Nieuwe-Vaart, met het Kolonelsdiep gemeenschap hebben.
Bij deze aanwinnende buurt is , omstreeks 1686, eene Hervormde kgrk
gebouwd. Sedert is zij cen afzonderlijk dorp geworden , dat in zijne
kom 154 h. en 920 inw. en met de daartoe behoorende b. Kor twol de
210 h. en 1280 inw. telt , welke meest in den landbouw cn veeteelt
bun bestaan vinden ; terwijl men er eenen grutmolen en twee smede-
rijen heeft.
De Herv., die er 1070 in getal zijn , onder welke oO Ledcmaten , maken
eene gem. ui t , welke tot de klass. van Doclcum, ring van Kol-
lum, behoort. De eersle, die in deze gemeente het leeraarambt heeft
waargenonien, is geweest Jobarkes Melchior Boekholt , die in het
jaar 1688 herwäarts kwam, en in 1707 emeritus werd. De kerk,
welke in het jaar 1686 gestiebt en in 1687 voltooid is , is een lang-
werpig vierkant gebouw, met eenen kleinen toren , doch zonder orgel.
De Doopsgcz., van welke men er 210 aantreft, maken, met de ove-
rigen dier gezindte, de griet. A c h t k a rs p e l en bewonende, eene
gem. u it, welke 230 zielen telt, onder welke 70 Ledematen. De
kerk is een langwerpig vierkant gebouw , zonder toren of orgel. In
het begin der zeventiende eeuw moet er reeds eene Doopsgezinde gemeente
te S e r h e is t e r v e e r bestaan hebben: want de tweede kerk of ver-
maning werd. gebouwd in 1685 , omdat de eerste te oud of te klein werd.
Ook is het tegenwoordige doopboek begonnen in 1730, omdat, zoo als er
in aangeteekend Staat, het vorige te oud werd. Op het kerkhofte Surhuizum
ligt een grafsteen , waarop gebeiteld Staat-: 1643 den 13 November
is overleden deeerw. en godzalige G arbe P a e l b s , Bedienaar bij de fKa-
terlandsche Doopsgezinde gemeente te S e r h e is t e r v e e r , oud 72 jaren.
Naast dezen steen is een andere van zijne vrouw', die het- volgend jaar
in even hoogen ouderdom overleed. Zij schijnen , volgens de opschriften
dezer steenen, menschen van aanzien geweest te zijn , en de jaren van
den Leeraar pleiten wel voor den vroegen oorsprong der gemeente. De
kerk is een net langw'erpig gebouw, zonder toren of orgel.
In het begin der achltieude eeuw waren er een tijd lang te SoRnois-
t e r v e e r 30 huisgezinnen van uit Wurtembcrg herwaarts gevlugte Doopsgezinden
, die hunne godsdienstöefening hielden in een bijzonder huis ,
tegenover de Doopsgezinde pastorij. Zij bedienden den Doop bij ondey-
dompeling. Overigens leefden zij zeer matig en ingetogen. Zij bragten
hier de eerste aardappelen. Nog is de pick gronds bekend, waar die
eerste aardappelen werden verbouwd. Na eenige jaren hier vertobfd te
hebben, zijn zij vertrokken naar Pensilvanie in Amerika.
De dorpschool wordt gemiddeld door een getal van 120 leerlingen
bezocht. — De kermis valt in den derden Dingsdag in Mei en den
derden Woensdag in October.
SÜRHUISTERYEEN (DE VA ART-VAN-) of d e S e r h b is t e r v e e r s t e r -
v a a r t , ook wel de N ie e w e - vaart , water , prov. Friesland, kw. Oostergoo,
griet. Achtkarspelen, dat in eene noordelijke rigting van Sur-
huisterveen naar het Kolonelsdiep loopt.
SURHUIZUM, Z b id e r r e iz c ih , S e d e r r e s e r of S z e e r h u s e r , ook S e r d e is
geschreven , d., prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet. Achtkarspelen,
arr. en 6 u. 0. van Leeuwarden, kant. en 3 u. 0 . van Bergum, te
midden van koren- en boekweitlanden , welke zieh zeer ver uilstrek-
ken , terwijl de huizen meest längs beplante wegen gebouwd zijn. Men
telt er met de b. Ophuis 115 h. en 730 inw., die meest in den landbouw
en de veeteelt hun bestaan vinden. Ook heeft men er eenen rog-
gemolen en twee smederijen.
In het oostclijk gedeelle des dorps liggen de meeste W'eilanden , welke,
met de daar achterliggende mied- of hooilanden , tot aan de Groninger
grenzen doorloopen.
De inw., die er op 5 na , allen Herv. zijn, bebooren tot de gem. van
Auguslinusga-en-Surhuizum, welke ook hier eene kerk heeft, met eenen
hoogen spitsen toren, geheel van steen gebouwd, doch zonder orgel.
De 5 Doopsgez., welke hier wonen, behooren tot de gem. van
Surhuisterveen. — De dorpschool wordt gemiddeld door een getal van
80 leerlingen bezocht.
In den nacht van 1 September 1835 , ontstond in dit dorp plotse-
ling op twee plaatsen te gelijk brand. llij nam zoo hevig loe, dat de
X. Deel. 52