?. llot is de boofdplaats der residentie en eene ¡teer volkr[jko stad«
doorgaans de tweede stad van Java genoemd , doch in belangrijkheid
mag men haar niet boven , noch zelfs gelijk, met Soerabaya stellen,
en naoet haar derhalve slechts den derden rang toekennen. De stad is niet
200 fraai, noch ruim gebouwd als Soerabaya en dat is de reden dat
men er meer last van de wärmte heeft, hetwelk sommigen aan de
nabijheid van het gebergte hebben toegeschreven , welke de hitte der
2on zoude terugkaatsen. De zonneschijn is in de veelal naauwe stra-
ten van S amabang , tusschen de wit bepleisterde muren der hnizen ,
op zieh zelve zoo drukkend, dat men de oorzaak van de benaauwde
b itte , in sommige gedeeltea van de stad, niet in het gebergte behoeft
te zoeken , betwelk veeleer de hitte van den dampkring matigt, tenzij
de stad , gelijk Bantam , van alle zijden door het gebergte, als in
eene kom ingesloten, wäre , hetwelk te Samarang het geval niet is.
Een ander nadeelig uitwerksel van de enge, witte muren , der hui-
zen is eene zoo sterke overprikkeling der oogen , dat men nergens meer
dan hier beele en halve blinden ontwaart. Een verdienstclijk geneesheer
heeft in der tijd hierover een vertoog in de Bataviasche courant doen
plaatsen , doch dil heeft niet verhinderd, dat de muren nog even
beider wit bepleisterd worden als voorheen. Tot afkeering van de hitte
der zon uit het binnenste der woningen, is voorzeker deze kleur zeer
dienstig, even als de drie en vierdubbele daken derChinesche gebouwen.
Overigens overtreft S amarang de stad Soerabaya in talrijkheid van
hevolking, en dit schijnt de eenige reden te zijn, waarom men S a-
marang de tweede, en Soerabaya de derde stad noemt, tenzij men
hierin de geographische ligging oostwaarts in het oog hield, want in
alle andere opzigten is Soerabaya eene meer aanzienlijke stad dan S a-
barang.
Hier is de zetel van een Geregt shof en van het tweede Mi l i t a i r
Komma n d o j beide strekken zieh uit over het middelste gedeelte des
eilands. Er is een Adsistent Resident voor de Comptabiliteit en een
voor de Policie, ook een Haven- en Equipagiemeester. Een fort met
vijf bastions beschermt de reede; de bouw der citadel: De Prins van
Oranje, is in 1837 begonnen.
De reecie voor deze stad ligt geheel open. Op eene mijl afstand van
den wal heeft men niet boven de drie vademen water. Ook is zij tij-
dens de westinousson zeer gevaarlijk , zoodat de jneeste groote schepen
terwijl deze waait genoodzaakt zijn, bij Torbaya op den modder te
liggen, dewijl de ondiepte verbiedt, digter dan eene mijl uit den wal
te. ankeren. De bank voor de rivier is zeer moeijelijk te vermijden,
ook gebeurt het in den weslmousson dikwijls, dat de booten door
de zware branding worden omgeslagen. Voorts is het getij hier en
op andere plaatsen aan de kust zoo ongeregeld, ^ dat het moeijelijk
is , er eenige vaste berekening op te maken. De inhammenin baaijen
längs het strand, welke door de monding der rivieren gevormd worden
, zijn eigenlijk voor kleine vaartuigen geschikt.
De stad is met muren en grachten omringd. Men vindt er vele
publieke, doch weinig merkwaardige gebouwen. De van eenen toren
voorziene P ro t e s t a n t s c h e Koepelker k, met consistoriekamer en
kosterswoning, in de achttiende eeuw gebouwd, is inwendig met smaak
versierd. De gemeente, welke 1300 zielen , en onder deze 900 Lede-
maten, te lt, wordt door twee Predikanten bediend. Nog merkt men op :
Go u v e r n eme n t s g e b o uw in de stad, binnen hetwelk alle bureaux
van het algemeen bcstuur van administratie en van policie vereenigd
zijn; het S t a d h u i s , een nog uit de voorgaande eenw herkomstig ,
hecht en sterk gebouw, waar de raad van justitie en de weeskamer hunne
zittingen houden, en ook de gouvernements archiven bewaard worden; het
H o s p i t a a 1 , even buiten de stad , op eene gezonde en verhevene plaats
gebouwd, in hetwelk 330 lijders opgenomen en verpleegd kennen worden ;
het Oude -Ma nn en - of zoogenaamde Pr ov en i e r sh ui s , waarin
62 oude en gebrekkige Europeanen gehuisvest en gevoed worden ; de G o u-
v e r n eme n t s - p a k h u i z e n , voor het tegenwoordige aan de faktorij
der Handelmaatschappij afgestaan ; de zoogenoemde Wur t ember g -
sc he - ka z er ne met ¿ene verdieping , waarin gedurende den oorlog
meermalen duizend man behoorlijk gehuisvest zijn en die , behalve vier
groote zalen voor de manschappen , ook afzonderlijke kamers voor
oflicieren bevat; bet op eenigen afstand van de stad gelegen Kruid-
ma g a z i j n en de K r u i dmo l e n .
De voormalige Mi l i t a i r e sc ho ol , enkel voor artillerie en marine ,
werd in 1818 hersteld , doch loen algemeen ingerigt voor de Landen
Zeemagt en den Waterstaat. De Kadets, ten getale van 60, waren
in een ruim cn luchtig gebouw gehuisvest. ln 1827 isdie school weder
opgeheven.
Het aangename Re s i d e n t i e h u i s S t a a t , met onderscheidene andere
Gouvernementsgebouwen , te Bodjong , op körten afstand achter S amarang.
Hel is een ruim , deftig en aanzienlijk verblijf, weleer gebouwd
voor den toenmaligen Gouverneur van Java’s Noord-Oostkust die zijnen
zetel te S amarang had. Längs den weg derwaarts zijn onderscheidene
buiten verblijven.
Ook de Soci et e i t en de Liefhebber i j Schouwbur g ver-
meerderen het genoegen van de zamenleving in deze stad, waarvan de
inwoners overigens gul en vriendelijk jegens vreemdelingen zijn , iets
waardoor de Europeanen zieh in lndie vrij algemeen ondersekeiden ,
ofschoon men wil dat de gezellige omgang thans op verre na zoo on-
gedwongen- en belangloos niet meer is als voor eenige jaren.
Men heeft er ook eene R. K. lierk; onderscheidene Moskeeen,
eene Openbare sc hool ; een O b s e r v a t o r i um (buiten de stad) ;
een Loge d e r Vr i jme t s e l a a r s : La Constante Fidelite genaamd ,
en eene woning van den I n l a nd sc h en Regent . De huizen
zijn zeer goed gebouwd en die van de Europeanen zijn van steen.
De te S amarang te huis beboorende zeeschepen waren op 1 Januarij
1841 twee fregatten , twaalf barken, vier brikken, tien schoners,
een kotier en een stoomschip.
Het getal inwoners beloopt, die der voorsteden mede gerekend, on-
geveer 26—30,000. Men vindt onder de bevolkihg eene groote me-
nigte Chinezen , Europeanen en andere vreemdelingen.
Onder de Chinezen, die zieh te S amarang , zoowel als in alle Oost-
indische handelplaatsen, in menigte hebben nedergezet, zijn vele zeer
vermögende , of . liever schatrijke lieden. Daar de Chinezen bijzon-
der geslcpen in alle handelsverrigtingen, en ervaren in allerlei
winstgevende ondernemingen zijn, weten zij de voor den handel
hijzonder günstige ligging van S amarang meesterlijk tot hun voor-
deel aan te wenden. De Stad ligt bijna regt tegenover den zuid-
hoek van Borneo , zoodat de vaart derwaarts in de beide mons-
sons kan plaats hebben, hetwelk voor de Chinezen van S amarang
de gelegenheid geeft , om met hunne talrijke landgenooten, die de
goud- en diamantgroeven van Borneo bearbeiden, eene onafgebro-
ken gemeenschap te onderhouden en de stad tot de stapelplaats van
X. Drei. 3