lager, zijn de rotsen , te midden van een digt woud , als opeenge-
stapeld, en vormen drie boven elkander liggende kommen , waaruit het
■water van de eene in de andere afstort. Over en tusschen eene menigte
klippen , baant zieh de beek, met geweld, eenen weg, stört 15 eil.
diep schuimcnd naar beneden , en vormt de twee waterkommen, het
Manne n- ba d en het V rou wen - bad genoemd , om vervolgens zieh
in de baai te werpen, nadat zy de stad Ambon van versch en beider
water voorzien heef$.
STEEN (ROODF-) ( B a t q e -M e h r a ) , kaap in Qost-lndie, op het JHo-
luksche eil. Amboina, scliiercil. Leylnnor. -— Het is een der hoeken ,
welke ’de binnenbaai vormen.
STEENAKKER stuk land met eene boeve, in de bar. van Breda ,
prov.Noord-Braband, Vierde distr., arr., kant. en i u.W, van Breda,
gem. en u. N. van ’sPrincenhage, JO min. Z. Z. 0. van de B e e k waar-
toe het kerkelijk behoort, een gedeelte van bet geh. Bürgst uitmakende,
hoewel het op sommige kaarlen abnsivelijk zelf als gebucht voorkomt.
STEENBANK, droogten , liggende als een drempel voor den Room-
pot. Zij worden onderseheiden in de No o r d e r - S t e e n p l a a t en de
Z u i d e r - S t e e n p 1 a a t, "Eerstgenoemde is bet droogst en hoodt bij
gewoon laag water 37 palra ; terwijl de tweede alsdan nog 34 palni
water heeft.
STEENBANK (DE), droogte in Qost-Indte, in de Zee-van-Java,
aan de kust van Rembang.
STEENBEEK, buit., in Over-Beluwe, prov. Gelderland, dislr.,arr.
en 2 u. Z. W. van Nijmegen, kant. en I n . W. ten Z. van Bist, gem.
en 1 u. W, van Valburg, nabij Setten, waartoe het behoort.
Dit buit. beslaat met boorogaard , boseli , tuin, vijvers 'en loopende
waters eene oppervlakte van 3 bund, 30 v. r.
STEENBERGEN, voorm. heerl., voorbeen een domein van het huis
v a n O r a s j e - N a s s a o , prov. Noord-Braband , in het Noordelyk gedeelte
v a n het markgr. Bergen-op-Zoom.
Deze heerl. was van het W. naar O. omtrent drie uren gaans lang,
en van het N. naar het Z, een uur breed. Zij grensde ten N. aan het
Volkerak en de Vljet, die haar van het eiland Overöakkee en de heerl.
l ’rinseland afscheidden , ten O. aan het Land van Gastel en de baronnie
van Breda, ten Z. aan het overige gedeelte van het markgr. van Bergen
op-Zoom en ten W. aan de heerl. Vosseipeer.
Deze heerl. had het zelfde grondgebied als de tegenwoordige gem.
Steenbergen-en-Kruisland. Zje dat art. Zij maakte oudtijds een ge-
deelte van het graafs. Strijen uit, en werd, na de verdeeling van dat
graafs., in gemeensebap bezeten door de Heeren vaa Breda en Bergen-
op-Zoom , die haar naderhand onderling verdeelden 7 by welke gele-
genheid den Baron van Breda de stad S t e e n b e r g e n , benevens de polders
K r ui s l a n d , Cromwiel en het We s t l a n d , ten deel viel. Nader-
jband werd de heerl. S t e e n b e r g e n , als een gedeelte der nalatenschap van-
A V i l e em I I I , Koning van Engeland 7 in de verdeeling dier goederen
tusschen den Koning van Pruissen en J a n W i l l e m F r i s o , Prins van-
Oranje, ten jare 1732, dezen laatsten aanbedeeld en is eindelijk als
een deel van het markgr. Bergen-op-Zoom beschouwd geworden,
Het wapen dezer heerl. was een veld van goud , met drie St. Andries-
kruisen van keel, geplaatst twee en een , boven drie bergtoppen van
sinopel, welke uit den onderkant te voorschijn komen.
STEENBERGEN, plaitelandst. in dt: heerl.Steenbergen, prov. Noord-
Braband, Vierde distr., arr. en 7 u. W. van Breda, kant. en u. N.
len 0 . van Bergen-op-Zoom, gem. Steenbergen-en-Kruisland, 31° 33'
17" N. B., 21° 59' 12" 0. L., een groot J u. ten Z. van de Roosen-
daalsche- of Steenbergsche-vliet, waarmede zij gemeensebap heeft, door
eene bekwame baven met een verlaat, ook dienende om het overtollige
water der ommelanden dezer stad daarop te ontlasten. Do stads-
grachten en een door de stad ioopend water , zijn in verband met deze
haven.
Volgens sommigen zoude zij baren oorsprong te danken hebben aan
een tolhuis dat hier, in het jaar 6 0 3 , op het kanaal, gegraven van
Strienmonde af tot Strienham, door zekeren S t r e m e s , Landvoogd van
dit gewest, zoude gebouwd zijn. Het was in de veertiende eeuw eene
koopstad , vanwaar men Sterken handel op Engeland en Denemarken
dreef. Het plaatsje was toen veel grooter dan thans. Een zware brand ,
welke , in 1 3 6 3 , haar genoegzaam geheel vernielde , heeft veroorzaakt,
dat zij, weder herbouwd wordende, binnen eenen engeren ringmuur be-
sloten werd. Men zegt (hoewel dit niet zeer waarschijnlijk is), dal de
hedendaagsche stad , naauwlijks het tiende gedeelte harer vorige groote
zou hebben. Zoo lang die stad slechts met een enkelen muur omringd
was, kon zij niet dan geringen tegenstand bieden : gelijk zij , tweemaal,
eerst door den Hertog v a n P a r m a , in 1 3 8 3 en daarna door Prins Mab-
k i t s , in 1 3 9 0 , zonder veel moeite , verwonnen werd. Men was toen
in de verbeelding, dat de gelegenheid van hären grond niet toeliet , om
naar de gewone wijze versterkt te kunnen worden. Dan terwijl de
Spaansche oorlog nog dunrde, nameüjk in 1 6 2 9 , is zij eerst met
eenen aarden wal versterkt geworden, naar de latere vestingbouw-
kunde. Zij is van eenen cirkelvormigen omtrek, en had zes bol-
werken , eene breede diepe hoofdgracht en geene andere buitenwerken
dan kleine ravelijnen in den bedekten weg en eene voorgracht, op
den hoogen grond, ten JO., lag nog een kroonwerk, gedekt door twee
contregardes. Van dit alles is niets meer aanwezig, dan gedeelten der
hoofdgracht, doch de gedaante is nog zigtbaar. Door dit een en
ander, mögt S t e e n b e r g e n , onder de vestingen van aangelegenheid voor
den Staat gerekend worden , en is nu nog eene te verdedigen Stelling
in de Noordbrabandsche linie van inundatien , tot dekking der sluizen ,
waardoor het omliggend terrein kan geinundeerd worden , waartoe ook
de daartoe behoorende Leurschans dient. Zie dat woord.
De stad heeft thans een vierde uur gaans in baren omtrek en is
eene stille opene plaats , die bij het inkomen, van de zijde van Bergen-
op-Zoom , een aanzienlijk voorkomen heeft, door de ruime vrij regle
Kaai- of D a r a s t r a a t , verder op de Ke r k s t r a a t genoemd, welke
haar in de geheele lengte doorloopt en met fraaije huizen bezet is. De
daaraan evenwijdig loopende V le e sc h houwe r s s t r a a t , Visse her s-
s t r a a t en B e er es t ra a t , benevens de haar doörkruisende Blaauw-
poort- of Gas th uiss t ra a t , maken grootendeels het overige gedeelte
der stad uit. Zij is verdeeld in vier wijken en had vroeger twee poor-
ten : de eene, de Wa t c r p o o r t of Ka a ip o or t genoemd , was in
het Westen en had baren uitgang naar de Vliet j de andere, ten Oosten,
Werd de Oos tpoor t geheeten of ook d e K r u i s p o o r t ; zoo veel ge-
2egd, als de Kr u i s l a n d s c h e p o o r t : dewijl daardoor de weg gaat
naar het dorp Kruisland. Van deze poorten is niets meer te bespeu-
ren , zoodat er thans slechts twee opene uitgangen zijn , op den rijweg
van Bergen-op-Zoom naar Willemstad. Buitendicn is er nog eene
opene nitgang ten Noorden en een klein poortje ten Zuiden om naar
de omliggende bouw- en weilanden te gaan.