joENTOEL , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java , resid.
Soerabaya , ads. res. Grisse', 531 palen 0. van Batavia, 2 5 1 palen
W. van Banjoewangi.
SENTOL of Sektoel , plaats in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Java, resid. en 0 . van Kediri, waar te midden van een oud bosch,
een klein vreemd gebouw Staat, onder hetwelk eene bergplaats schijnt
geweest te zijn j van binnen zijn de muren fraai cn inet zorg gebeeld-
houwd, boven , als op het dak , is geplaatst eene ruime vijver , en
onder het gebouw zelf is eene kapel , dat eene begraafplaats schijnt
geweest te zijn.
SENTOLO , d. in Oost-Indie, op h e t Sundasche e i l . Java, re s id .
Kadoe, reg. May dang.
Den 1 8 April 1 8 2 9 werden de onzen onder den Luitenant-Kolonel L e-
del , door eenen troep van ongeveer 5 0 0 man , onder welke 1 0 0 man
ruiterij , die men voor de bende van P rawiro D irdjo hield , in de na-
bijheid van dit dorp, aangevallen. De vijand had daartoe de gelegenheid
waargenomen , dat een gedeelte'onzer kolonnes, ter ontmoeting van
een convooi levensmiddeleu , hetwelk door de vierde kolonne, tot aan
het gebergte Kienjien, geescortcerd werd , afwezig was. De intusschen,
door den Majoor L onnebx genomene, maatregelen hielden den vijand tot
de terugkomst van den Oversten L edel in bedwang , die nu de kavalle-
rie vooruitzond, om den vijand te bespieden , en de Tidorezen , door een
peloton infanterie ondersteund, gereed hield , om hem aan te vallen,
voorts zijne overige magt vereenigd houdende. De muitelingen kwamen
gedeeltelijk geregeld opzetten , doch eenige, door den Lnitenan t B orgers ,
in hunne flank wel aangebragte kanonschoten , verpligtten hen weldra
terug te trekken , van welk oogenblik de opgemelde troepen gebruik
maakten , om hen , met zoodanigen goeden uitslag, te vervolgen , dat,
ongerekend een twintigtal dooden, de vijand ook nog eenen Tommon-
gong , den Ali-Bassa P havpio R ono namelijk , daarbij verloor, die door
eenen lanssteek , hem door den Radin T ommongong Malang N egora , van
het gevolg van den Djocjokartaschen Pangerang P oerwo K esoejio , toe-
gebragt, omkwam , terwijl zijn gouden kris en läns, benevens zijn
paard , in handen der onzen viel. De .Overste had naauwelijks zijne
troepen terug getrokken , of de vijand kwam andermaal opzetten ; hij
dacht dat dit alleen geschiedde, met het voornemen , om de dooden
op te halen , waartnede de vijand zieh dan ook bezig hield , maar dien
onverminderd ook bleef voortrukken. De Luitenant-Kolonel liet hem
toen zeer nabij komen, en zijne flank intusschen door eenen twee-
ponder lievig beschieten; hem op den oogenblik, dat hij begon te
aarselen, met zoo. veel kracht aanvallende, dat hij in de grootste
haast de vlugt nam. De huzaren drongen hem zeer digt op bet lijf,
zoodat de vijand zieh tot eene massa formeerde, en nu het zwacke
peloton kavallerie op zijne beurt krachtdadig aanviel, dat alzoo ver-
pligt werd op de infanterie te replieren. Een zware stortregen had
het infanterievuur reeds eenigen tijd onmogelijk gemaakt , de vijand
werd niettemin door de, met gevelde bajonetten, aanrukkende colonne,
zoo hevig aangetast, dat hij in de sawa-velden geworpen en zoo vecl
mogelijk vervolgd werd.
SENTONG (DE), riv. in. Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
ads. resid. Buitenzorg. — Zij loopt in eene noordelijke rigting en ont-
last zieh in de Tjiliwong.
SEPANG (DE) o f G oenong- S epang , b e r g in Oost-Indie, o p h e t Sundasche
e il. Java, a d s . r e s id . Patjiet.an.
Deze berg, waar längs de groote weg paar Pronorogo , in de res. Ma-
dion, loopt, is van eene kegelvormige gedaante en welligt 200 tot
250 eil. hoog.
SEPARRAN, eil. in Oost-Indie, in de Zee-van-Celebes, N. 0. van
net Sundasche eil. Borneo.
SEPOEKARANG, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Soerakarta.
SEPOERANG, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Baglen.
Den 3 Mei 1829 werden de Nederlandsche troepen, onder bevel van
den Luitenant-Adjudant K r ä h t , aldaar door de muitelingen aangevallen.
Deze laatsten waren reeds op een geweerschot genaderd, alvo-
rens de Eerste Liiitenant R otten begon te vuren ; dadelijk trok de
Tweede Luitenant G illy be Montela , met zijne jagers, met de sabel
in de vuist, op hen aan ; hierdoor werd er eene groote slagting onder hen
•aamrerigt. Een Tommongong en een veertigtal bulkios vielen door de
jagers, ook bleef er geen gering getal door de welgerigte schoten ,
hierdoor zag de vijand zieh verpligt met alle haast de vlugt te
nemen. De clfde mobiele kolonne, welke hem regts den weg afsneed,
maakte , dat de muitelingen weder in massa kwamen opzetten. Hierop
werden de Luitenant G iely en een peloton, onder den Adjudant-Onder-
UfliciervAN V lie t , op hen afgezonden, welke hen in de groote ravijn aan-
troffen , waar zij nogmaals een vijftigtal afmaaktendaar de muitelingen
geweren en lansen wegwierpen en de paarden in de steek lieten. Bij
deze gelegenheid werden door de jagers twee vaandels genomen , een
rood zijden en en een blaauw met wity en vele geweren , alsmede een
groot getal lansen , krissen en gouden klewangs buitgemaakt.
SEPT-FONTAINES , ook wel, hoewel zelden , S iebenbronnen genoemd ,
geh. in het balj.wan Luxemburg, grooth, Luxemburg, kw., arr., kant.
en l u. N. van Luxemburg, gem. Eich; met 27 h. en 130 inw.
S e p t - F o n t a i n e s was eene woeste vallei tot op het jaar 1764 , toen
de Heeren Gebroeders Boch er eene aardewerk- en porcelein-fabrijk
oprigtten , die in 1795 , gedurende de blokkade van Luxemburg , door de
Franschen veel telijden had. Voortbrengselen dezer aanzienlijke inrig-
tinghebben in 1820 te Gent, en in 1825 te Haarlem op de algemeene
tentoonstellingen de zilveren medailje verworven , gelijk zij ookinl835
op de algemeene belgische tentoonstelling de gouden erlangden.
SEPT-FONTAINES, heerl., gem. en d. in het Waalsche-kwartier van
Luxemburg. Zie S iebenbornen.
SEPT-FONTAINES, beek in het grooth. Luxemburg.
Zij ontspringt in de rotsen ten Westen van het Merschdal, bij het
geh. Sept-Fontaines, bespoelt verder Muhlenbach, Papierbergen Eich,
en valt bij laatstgenoemd d. in de Alzelte.
SEPT-ISLES , naam , welken de Fransche geven aan de groep eilan-
den T oryoo , in Oost-Indie, in de Straat-van-Malakka. Zie T oryou.
SEPULCHRINEN-KLOOSTER of G oede-K inderen , voorm. kloost.
te Maastricht, in de Goede-Kinderenslraat bij de Eselenmarkt.
Dit klooster werd bewoond door Kanunhikessen van het H. Graf,
die naar den regel van den H. F ranciscos leefden. Zij zijn allereerst
te Maastricht gekomen , in het jaar 1627 , door toedoen van de Aarts-
hertoginne C lara I sabella E dgenia, die haar uit Yiset, een stadje aan
de Maas, 2 uren zuidwaarts van Maastricht gelegen, derwaarts mede
hragt, eh bezorgde dat aan haar die erve geschonken werd, op welke
dit klooster en kerk gestieht zijn. Dit klooster strekte mede tot een