STOLTZEMBUllG , voorm. heerl. in liet groolh. Luxemburg, arr.
Diekirch, kant. Clerff; palende N. en N. 0 . aan de Our, 0 . aan
het graafs. Vianden, L. en Z. W. aan de heerl. Brandenburg , W. aan
Let balj. van Diekirch.
Dcze heerl. bevatle niels dan het d. S t o l t z emb u r g en het geh.
PU ts ch ei d , en daarin 60 h. met 590 inw. Ztf is sinds eeuWen in
het geslacht der v a n d e r H e t d e n geweest. Zij was onder het Üosten-
rljksch gesteld op 10 sch. 11 den. van elke 1000 ilor., die het Luxemburgerland
opbragt.
STOLTZEMBURG of S t o l z e n b o r g , d. in de heerl. Stolzemburg, g r o o tk .
Luxemburg y arr. en 5 u. N. van Diekirch , kant. en 4 u. Z. 0 . van
Clerff, gem. en \ u. 0 . ten N. van Putscheid, aan de Our, die er
den Maasbach opneemt. Men telt er 50 h. met 320 inw.
De bevolking vindt meest hun bestaan in den landbouw. Ook heeft
men er eene kopermijn , welke vroeger ontgind is , doch niet aan de
kosten der uitgraving schÿut voldaan te hebben, daar zij sedert het
jaar 1772 verlaten is. ' ,
In 1749 hadden de bewoners van S t o l z e m b d r g opgemerkt, dat de
beek Klan of Klang, van Putscheid körnende en bij onweders door berg-
watef verbreed , korrels van geelacbtig metaal met zieh voerde. Weihaast
geloofde men de mijn zelf ontdekt te hebben, en het volk,
dat zoo. gaarne aan goud gelooft, bestempelde de belangwekkende
hoogte met den Daam van Goldknop of Goldberg. De Baron v a n d e r
H e y d e n , toenmalige Heer van S t o l z e m b d r g , vroeg concessie , maar deed
den arbeid staken, toen hÿ , in plaats van goud, koper vond.
In 1764 werd eene nieuwe vergunning toegestaan aan zekeren Heer
T h i lm a n S t e y e r van Trier, waarmede zieh, in het volgendejaar, de Heer
A n t h o n i e P e s c a t o r e van Luxemburg verbond. Den 22 December 1768
verkreeg de Heer A n th o n i e P e s c a t o r e de concessie voor zijne persoon-
lijke rekening, maar ook hij zette de werken niet lang voort. Zij
werden in 1772 gestaakt. Na bem , in 1798 en- 1801, hebben nog
onderscheidene personen pogingen gedaan om concessionnarissen te worden
, doch steeds vruchteloos. ln laatstgenoemd jaar en later in 1815
deed het Flansche gouvernement echter , door zijne ingénieurs, de mijn
te S to l z e m b d r g onderzoeken. Zij werd van groot belang bevonderi,
maar men achtte het, voor het goed slagen van het werk, noodzake-
lijk , ten ëinde niet met het wafer te kampen te hebben, de mijn op twee
plaatsen van afwateringskanalen te voorzien , het eene naar de zijde
van de Our , het andere naar de zijde van de Blees, ln 1822 bood
de koinpagnieschap , bekend onder den naam van Société du grand
duché de Luxembourg, Koning W i l l e m I een verzoekschrilt aan, oin
de mijn te mögen ontginnen , maar rnet de omwenleling van 1830
eindigde ook deze proeve. In den aanvang des jaars 1847 is bij het
gouvernement andermaal aanvrage gedaan , om de mijn le exploitee-
ren. Die aanvrage is geschied door den Heer A. P e s c a t o r e , den zoon
van den concessionnaris van 1765 tot 1772. Mögt deze nieuwe poging met
een günstig gevolg worden bekroond, dan zou dit zeer weldadige gevolgen
voor S to l z e m b u r g kunnen hebben , welk dorp reeds driemaal, gedu-
rende een tijdperk van vijf en twinlig jaren , is in de asch gelegd. Zie
verder het art. G o l d b e r g (De).
De inw., die allen R. K. zijn -, maken eene par. uit, welke tot het
vie. apost. van Luxemburg, dek. van Vianden, behoort, en door
eenen Pastoor bediend wordt.
STOLWIJK, gem. in den Crimpenrewaard, prov. Zuid-IJoUand,
arr. Rotterdam, kant. Schoonhoven (9 k. d., 17 m. k., 3s. d., 1 afd.) j
palende N. aan Haastrecht-en-de-Vlist, 0 . aan Haastrecht-en-de-Vlist
en Bergambacht, Z. aan Bergambacht en Zuidbroek , W. aan Berken-
woude-en-Achterhroek en Gouderak.
Zij bevat den Bo v e n k e r k s c h e - p o l d e r , den La ng-Schoon-
ouwensche — polder , den Ko r t - S c h o o n o uwe n s c h e - p o l d e r ,
den Koo l w i j k s c h e - p o l d e r , den ß e n e d e n k e r k s c h e - p o l -
d e r , den pold. B e n e d e n -H e u l , den pold. K l e i n - S t o lw i j k ,
den B ei j e rsc h e-po 1 d er en den Hof la n ds ch e -p old e r, endaarin
het d. Stolwi jk, de geh. B e i j e rs c he , Koolwi jk, Beneden-
heul en Sc.hoonouwen, benevens eenige verstrooid liggende hui-
zen, en beslaat, volgens het kadaster, ee'ne oppervlakte van 2589 bund.
90 v. r. 2 v. eil., waaronder 2588 bund. 90 v. r. 38 v. eil. belaslbaar
land. Men telt er 231 h., bewoond door 275 huisgez., uitmakende
eene bevolking van ongeveer 1520 inw.
Van S t o lw i j k ontleent de, in deze streken vervaardigd wordende
zoetemelksche kaas , den naam van Stolksche kaas , waarvan hier, v66r
dat deze gem. in 1751 en .1760 door de hooge watervloeden geteisterd
werd , eene bloeijende weekmarkt was. Deze is echter sedert naar Gouda
verplaatst, alwaar zij nog, onder den naam van Stolksche kaasinarkt,
bestaat. Thans nog is de bereiding dier kaas het voorname middel van
bestaan der inwoners , van welke velen op de hier liggende fraaije boer-
derijen een aangenaam verbjijf vinden. Men heeft er bovendien eene
leerlooijerij , eene touwslagerij en eenen korenmolen.
De Herv., die er 1400 in getal zijn , onder welke 400 Ledematen,
maken eene gem. ui t , welke tot de klass. van Gouda, ring van Schoonhoven
, behoort. De eerste , die in deze gem. het leeraarambt heeft
waargenomen, is geweest G e r a r d d s J a c o b i D o d w e , die in het jaar 1574
herwaarts kwam , en in het jaar 1575 naar Boskoop vertrok van waar
hij ook herwaarts was gekomen. Het beroep geschiedt door den ker-
keraad.
De R. K., van welke men er 40 aantreft, worden tot de stat. van
Haastrecht gerekend. — Men heeft in deze gem. eene school.
Deze gem. heeft van oude tijden af gedeeltelijk behoord aan de Heeren
van Arkel en gedeeltelijk aan de Graven van Blois , als Heeren
van Schoonhoven en Gouda , doch na de verbeurdverklaring der goe-
deren van Arkel en het sterven der Heeren van Blois, is S t o l w i j k ’ bij
de grafelijke domeinen gevoegd, en de heerlijkheid bij openbare ver-
koop , op den 10 Augustus 1750, door C o r n e l i s d e n G o e d e , voor eene
som van 12,200 gülden , voor rekening der Ingelanden verkregen , welke
daarvan nog bezitters zijn. Zij stellen bij. meordor-faeid- va-n stemmen
eenen st pr fhppr aan • nnlf WiKpji nllo
an 1
Het d. S t o l w i j k , bij verbastering veelal S t o l k w i j k en bij verkorting
meestal S t o l k geheeten , ligt 4J u. O. N. 0 . van Rotterdam , 1 | u.
N. W. van Schoonhoven , 1^ u. Z. W. van Gouda. Het is vrij groot.
Op den 24 Maart 1270 vergunde J a n v a n B l o i s , Heer van Schoonhoven
en Gouda , aan die van S t o lw i j k het maken van eenen water-
gang, die beginnen zou op Gouderak en van Achterbroek, met zoo
veel vlieten als zij noodig oordeelden , strekkende door den Tiendweg
regt op , door den IJsseldijk ter halver IJssel toe , met zoo vele sluizen
als men noodig zoude achten , wordende al verder vergund „ eenen put
X . D e e l . > 4 8