September belegerden die van Gahma , het huis van J bimer Sytiama
te Warns , die toen bij Bokke Harinxma te Sneek was j zoodra deze
zulks boorden , trokken zij met eenige Schieringers daar heen , om het
Hais te ontzetten, doch Borke bleef op zijn nieuw gemaakt huis ta
Hemelum en J elmer Sytzama trok met de anderen voort, en waagde,
den 6 September , eenen slag "fegen die van Gahma en de Vetkoo-
pers, die, ofscboon de Schieringers veel sterker waren, de overhand be-
hielden. Kort hierop werd door tusschenkomst van Priesters en andere
goede mannen een verdrag gemaakt en de gevangenen aan beide zijden
tegen elkander uitgewisseld. Deze vrede duurde echter met lan g , want
die van Gahma, in 1498 wetende, dal Borke Harinxma’s sterk huis te
Hemelum niet wel bezet, en Wybe Jarichs er maar allcen met zestien
knechten op was, namen het met de Bolswarders in , en bragten W y b s
J arichs en zijn volk gevankelijk naar Boisward. Jcw J oxgama, te
Leeuwarden inaballingschap zijnde, zond een Bolswarder burger, naar
Gelderland, om vreemde knechten. Hierop kwamen 600 Soldaten in
Friesland, over welke N i t t a r t F o x , uit Frankenland van geboorte, Kapi-
tein was. Deze namen met J o n g am a dadelijk Boisward in . Fox trok voorts
met zijn knechten naar Workum, brandschatte en beroofde vele Heer-
schappen en huislieden. De Sneekers besloten den moedwil dier knechten
spoedig tc stuiten, en geen schatting te geven , of men moest
hen met geweld daartoe dwingen. Fox, dit verneinende, liet de stad
Skbek in vrede, niaar hielp, nadat hij met Juw J o n g am a , over het
overgeven van Boisward , in twist was geraakt, dan de eene en dan
de andere parlij. Na den geheelen winter heen en weder te hebben
getrokken en de builenlieden veel overlast te hebben aangedaan , ver-
zocht hij aan B o r k e H a r in x m a , Louw D o n ia en den Baad van S n e e k ,
dat hij met zijne knechten binnen die stad mögt komen , tot er weder
ijs in het water kwam, of het weder geheel dooide, opdat hy
alsdan Boisward mögt aanvallen , terwijl hij beloofde en zwoer, dat hij,
noch zijne knechten, de burgers hinder , letsel, noch overlast zoude
aandoen, en alles wel betalen , op dat het de stad tot voordeel mögt
wezen, ook zouden zij , zoodra de burgers het begeerden weder ver-
trekken. Op deze schoone woorden en doordien hij zieh reeds als
een ervaren oorlogsman gevreesd had gemaakt, werd hij , den 17 e-
cember, met zijn volk binnen de stad gelaten, hoewel met zon-
der tegenspraak van vele voorname burgers, die de aanslagen van box
wel begrepen. ' ,
Als de Woudlieden, in 1496, dagelijks den moedwil der vreemde
knechten in Friesland zagen , besloten om ze allen te gelijk uit het land
te jagen. Zij kwamen te dien einde ten getale van 8000 man bijeen,
met het voornemen om eerst Slooten en daarna S n e e k te belegerenj
de Sneekers trokken intusschen , ten einde hunne vrienden te hulp te
komen, die te Slooten door de Woudlieden belegerd waren, met box
en G o s u k J o n g am a naar die stad, en stelden zieh over het meer bij e
Galgeveld in slagorde, om hunne vijanden af te wachten ; de Woudlieden
trokken hen zeer moedig tegen , maar toen zij binnen seboots
kwamen liet G o s l i k J o h g am a , de Sneeker , groote busse met het an er
peweer losgaan, waardoor vele Woudlieden sneuvelden en gekwe s
werden. Hierdoor verschrikt geworden, maar tevens zeer verbitter
op de vreemde knechten , kwamen de Woudlieden andermaal op e
ijs in den mond van. bet Slootermeer bijeen, doch liepen er me
zulk eene groote menigte op , dat het hen niet kon dragen ,
ander hen bezweek , waardoor zeer velen verdronken. Sommigen >
ziende namen de vlugt, anderen , die zulks tot schände rekenden, ble-
ven tot den laatsten man staan en werden allen dood geslagen, zoo
dat aldaar meer dan 4600 Woudlieden verdronken en sneuvelden. In
het laatst van Februarij maakten de knechten , die binnen S k e e k lagen ,
veel moeite om hunne bezolding. De burgers en de Raad , die daar-
door veel te lijden hadden, schreven aan die van H o t t i h g a en de F ra -
nekers, welke hunne vrienden waren , dat men /toch eene schatting
over Westergoo wilde helfen, tot betaling der Linnen S h e e k liggende
knechten, opdat die hoe eer hoe liever uit het land kwamen. Hierop
besloten de Franekers en die van H o t t i h g a , dat onder hun regstgebied
van iedere koe eenen penning (vuurijzer genaamd), doende vijt stui-
vers, zoude betaald worden , en evpn zooveel van iedere floreen-; terwijl
ook gelijke schatting in Sneeker-Vijfga en in Wymbritseradeel zou ge-
heven worden. Toen echter de knechten het geld ontvangen hadden ,
wilden zij evenwel niet uit S n e e k vertrekken , ten zij men hun drie
maanden vooruit betaalde. Daar de burgers dit niet wilden doen , maar
ieiden , dat zij die hen in het land hadden gebaald , hun mocsten betalen
, leden zij groote schade en overlast, zoodat vele rijke burgers hei-
melijk de stad verlieten , hetwelk B o k k e H a r in x m a en Louw D o n i a insge-
lijks meenden te doen. Maar Fox nam , den 21 Februarij, beiden ge-
vangen , en eischten van hen de voorschreven betaling, hetwelk zij
weigerden. S y t s e H a r in x m a , Heerschap tot Ylst, werd mede door de
knechten gevangen genomen en naar S n e e k gebragt; zij werden alle
d rie in het hnis van Louw D o n i a (die met B o k k e s zuster gehuwd was)
gepijnigd. De burgers van S n e e k smeekten dat men hen zou los laten
, doch te vergeeß ; zoodat zij van den nood eene deugd maakten,
en aan die van Groningen, hunne vijanden, verzochten hen eenige
duizenden te willen opschieten , ter betaling van de binnen hunne
stad liggende vreemde knechten, op dat zij die.kwijt mogten gefa-
ken, als wanneer zij mede in hun verbond wilden, komen en lio-
i vendien nog gijzclaars geven , tot zoo lang de geleende penningen be-
[taald waren. De Groningers, hierover verblijd,. zonden eenigen ust
bun midden naar Leeuwarden, waar ook uit S n e e k kwamen de Ka-
i piteins J a n v a n M o e r s en Lange K o e r t . Yan wederzijden kwam men
men met elkander overeen, dat de krijgslieden binnen tien dagen
van de Groningers zouden ontvangen 8000 goiidg. (12,000 guld,), en
| dan terstond uit S n e e k en Slooten en voorts uit het land vertrekken ;
! mits B o k k e en S y t s e H a r in x m a en Louw D o m a als gijzelaars naar Gro-
I Ringen kwamen, tot zoolang die van Westergoo die penningen zouden
hebben terug betaald. De Kapiteins eisehten hierop eenen ced
van de Groningers, dat zij de gijzelaars in banne stad vrij en veilig
I zouden laten gaan, hen niet in gevangenis of banden werpen en
veel minder hen pijnigen , hetwelk de Groningers onder eede beloofden.
| Diensvolgens kwamen, den 18 April, eenige Afgevaardigden van Groningen
en Leeuwarden binnen S n e e k , om de gijzelaars af te lialen.
rNadat men de Groningers , kort hierop, de beloofde 8000 goudg. be-
I taald hadden , trokken de vreemde krijgslieden , onder Fox, den 6 Mei,
I uit S n e e k naar Slooten en zoo voorts uit het land. Eer zij S n e e k ver-
I lieten., schreven zij aan alle de poorten en aan vele huizen , spotten-
I der wijze, de navolgende rijmregels tot afsclieid :
Die van Sneek, wezen dit wel gedaclitig,
Geen meer knechten in te laten , of zij zijn ee magtig,
tf'ant wat haar daar van is overkomen,
Zal men van hier weten te Romen.
X , D e e i . 53