behoorende, polders, onder het bestnur van eencn Dijkgraaf twee Le-
den en eenen Secretaris-Penningmeester.
SLAPERDIJR (DE), dijk in Kennemerland , prov. JVoord-Holland
gem. Schoorl-Groet-IIargen-en-Kamp, nabij de zeewering van de Honds-
bossche; bij neemt zijn begin aan den Schoorlsche-Zeedijk en loopt
zuidwestwaarts tot aan de duinen van Hargen.
Deze dijk is aangelegd in 1526 ter lengte van 207 roed. (779 ell.)
en in 1694 verhoogd met 6 voet (1.88 ell.) en verlengd met58roed.
(218 e ll.), tot aan de Scboorlsche dninen.
SLAPERDIJR (DE), dijk in Rijnland, prov. Noord-Holland. Zie
R i j n l a n d s c h e - S l a p e r d i j k (De).
SLAPERDIJR (DE), dijk in Eemland, prov. Utrecht, en in de
Geldersche vallei, op de Neder-Veluwe, prov. Gelderland, zieh uit-
strekkende van de Amerongsche bergen naar de grenssclieiding tus-
schen de gem. Renswoude en Barneveld.
Deze dijk belet bij eene doorbraak, dat het water van de oostzijde door
het dal naar Amersfoort loopt. Toen in 1650 de Grebbedijk doorbrak,
werd het maken van dezen dijk, van de Amerongsche bergen af tot
aan Emmickhtiizen en vandaar weder tot aan de Veluwsche hoogten,
besloten en volvoerd. De hoogte is 10,117 ell. boven A. P., zoodat,
de waterstand te Veenendaal 6,267 boven A. P. zijnde, zij 4,050 hoo-
ger is en ongeveer 6 ell. boven de vloer der heulen aan den Rooden-
haan l igt , alwaar thans (1847) eene inundatiesluis voor de Linie van
de Grebbe is aanbesteed. De gecommitteerden der directie van den
Slaperdijk bestaan uit acht Leden en eenen Secretaris.
SLAPERDIJREN (DE ROUDUMER- en SURIGER-), dijken , prov.
Friesland, kw. Westergoo. Zie Roddemer-Slaperdijk (De) en Soriger-
Seaperdijk (De).
SLAPERSCHANS (DE), yoorm. schans in Kennemerland, prov.
JVoord-Holland. Zie Scboobldamiiier-schans.
SLAPERSHAVEN, voorm. haven in Staats-Vlaanderen, in het
Vrije-van-Sluis, prov. Zeeland, aan de zuidzijde van Prins-Willems-
polder en 0 . van den Bakkers-polder , f n. Z. van Oostburg aan het einde
van den weg naar Bakkers-polder, waar het water der linie in het
Coxysche gat valt. Zij diende van 1684 tot 1788 lot haven van Oostburg
, doch verviel toen door het leggen van den Bakkersdam. Zie
het art. O ostborg. .
SLAPERT (DE) , geh. in het Land-van-Ravest ein , prov. Noord-Bta-
band. Zie S labboek.
SLAPPEROORDEJi , naam , onder welken de polders Siabbecorne ,
op het eil. Tholen, prov. Zeeland, weleens verkeerdelijk voorkomen.
Zie Seabbecorne.
SLAPPETERP, in het oud friesch Slepperdorp , d., prov. Friesland,
kw. Westergoo , griet. Menaldumadeel, arr. en 2J u. W. N. W. van
Leeuwarden, kant. en 1 u. Z. Z. W. van Berlikum.
Men telt er 16 li. en 120 inw., die meest in den landbouw bun bestaan
vinden.
De inw., die er allen Herv. zijn , behooren tot de gem. Schingen-en-
Slappeterp , welke hier eene kerk heeft, die voör de Relormatie aan den
H. D i o n y s i u s was toegewijd. De pastorie bragt 100 goudguld. (lÖOguld.)
op, het vikarisschap 70 goudguld. (105 guld.). De Proost van St. Jans-
kerkte Utrecht moest er 6 Schilden (8 guld. 40 cents.) trekken. Deze
kerk is een klein langwerpig vierkant gebouw, met den predikstoel
aan het eind en een aan alle kanten spits toeloopend torenlje, doch
tonder orgeh In het jaar 1826 is deze kerk , uit eene geheel vervallen
toestand herbouwd.
Men heeft in dit d. geen school, maar dc kinderen genieten onder-
wijs te Schingen.
SLAVANTE , voorm. kloost. der Minderbroeders , te St. Pieter, prov.
Limburg, 25 min. Z. van Maastricht, op de helling van den St. Pie-
tersberg , nabij de Maas. Men wil dat het zijnen naam ontleent van
Observanten, waaruit door verbastering Slavaute zou zijn ontstaan.
Het wordt bij sommigen ook genoemd het klooster van L icht enb erg ;
naar het nabij gelegen oud en vervallen slot Lichtenberg: gelijk men
wil, dat de Heer van dit Lichtenberg, in der tijd zijnen grondtotden
bouw van dit klooster afgestaan zoude hebben. Ook heeft dit klooster
zijnen oorsprong uit Maastricht ; als gebouwd, ten verblijfplaats der Minderbroeders
, die in 1638, ter oorzake van het beproefde verraad, die
s tad moesten ruimen. F erdinand van B e ije r e n , Bisschop van Luik, verwende
hun vrij'heid , om dit klooster binnen zijn bisdom te mögen stiebten.
De Monniken hielden ook veel gemeenschap, met het nieuwe Min-
derbroeder-klooster, hetwelk daarna binnen de stad gesticht was : gelijk
zij ook van de aalmoezen die zij in de stad vergaderden hun voornaamste
onderhoud hadden. Geen vermakelijker oord, zou men, elders in den
omtrek hebben kunnen uitdenken , dan de plants, op welke dit klooster
stond. Men heeft van daar een ruim gezigt, overeen groot gedeelte der
Maas-stroom, boven- en benedenwaarts ; op de stad Maastricht; over
alle de dorpen en omgelegen vruchtbare velden , in de vlakte aan de
overzijde der gemelde rivier; gelijk ook de dorpen: Heugem, Radier,
Ekkelrade, Gronsveld, Eysden, Heer, St. Geertruid, Meer en andere,
die een weinig verder op het gebergte liggen.
Het kloostergebouw was zeer fraai en in het midden der vorige eeuw
veel vcrgroot en verbeterd. Het had, naar den buitenkant längs de Maas,
eenen voortreffelijken tuin, in onderscheidene verdiepingen verdeeld ,
welke door hoog muurwerk ondersteund werd. De kerk was met
schilderijen, verbeeldende het leven van den H. F ranciscos , den in-
1 steiler hunner orde, versierd. Daarin was de begraafplaals der Weduwe
van den Heer van Bosdaal , geboren Gravin van H oen , die Yrouw'
van Oost was.
Dit klooster had het voorregt van een professie-klooster, waarin zij
die tot Geeslelijken , in deze orde wilden aangenomen worden , als No-
vitien , hunne inlijving ontvangen konden, hoedanige niet meer dan drie
in de Oostenrijksche Nederlanden waren. Ook was het aan dames ver-
gund in de tuinen te wandelen en hadden hier dikwijls partijen van
beide sexen plaats. Zij waren de eenige hunner orde die dit voorregt
gCnoten.
Voorheen plagten de Heeren Commissarissen Deciseurs des Bisschops van
Luik, op dit klooster, door de Maastrichtsche Regering ontvangen te
worden, bij welke gelegenheid, daar allerlei ververschingen werden
aangeboden , doch in het laatst der vorige eeuw was die gewoonte reeds
buiten gebruik geraakt.
Na de inlijving van Limburg in deFransche Republiek, in 1797, werd
°°k dit klooster vernietigd. Ter plaatse, waar het gestaan heeft, zag
men voor eenige jaren eene herberg. In 1845 is dit gebouw meerendeels
afgebroken. Een fraai gebouw voor het Casino, staat thans, (in 1847) vol-
tooid, iets westelijker dan het voormalige klooster. Aan de Maaszijde was
een bedekte galerij geschikt tot eene wandelplaals bij siecht weder; nu
dient zij tot zitplaatsen voor de Maastrichtenaars, die zieh hier komett