welke aan de Noormannen wordt toegescbreven. De kerk beeft in 1802
aan de banken en zitplaatsen, in 1807 aan het dak en eindelijk in
1852 belangrijke herstellingen ondergaan, zoodat zij inwendig thans een
net aanzien heeft. Sedert het jaar 1821 is deze kerk van een zeer goed
orgel voorzien; het oude onbruikbaar geworden zijnde, is het bijna
geheel vernieuwd en den 5 Augustus 1821 ingewijd. Vroeger vond
men hier ook eenen zeer hoogen stompen toren, doeh daar die bouw-
vallig werd, en de kerk geen fondsen tot eene goede herstelling bezat,
heeft men hem gedeeltelijk, ongeveer 7 Nederl. eilen, afgebroken en
in de plaats daarvan eene spits geplaatst. Deze toren is aan de kerk ver-
bonden, waarvan de hoofdingang er onder doorgaat. Voorheen hing er eene
klok in , van welke men , ofschoon zonder grond, vertelt, dat reeds in de
achtste of negende eeuw zou gegoten zijn. Zij beeft in 1852 moeten
hergoten worden. In den toren vindt men van binnen nog sporen van
schietgaten, waaruit men zou besluiten, dal hij oudtijds tot een ver-
dedigings punt is gebezigd geworden , te meer daar hij zoo geplaatst is,
dat men daarnit den publieken weg met schietgeweer kon bestrijken.
De Doopsgez., die er 5 in getal zijn , behooren tot de gem. van
Noordbroek. — De R. K., van welke men er 3 aantreft, worden tot
de stat. van Sappemeer gerekend. — De dorpschool wordt gemiddeld
door een getal van 190 leerlingen bezocht. Op den Yeendi j k heeft
men eene bijscbool.
Van den voorm. bürg , waarop weleer de geslacbten van U fkens ,
R if p e r d a , E m e n s , P assevai en anderen woonden , is nog alleen de burg-
stede te zien.
Siddbbbren , H e lium en S c h ildm o ld e genieten het bijzondere
voorregt, om door de sluizen der drie Delfzijlen, aan de Delf, voorheen
eigenlijk door de v66r 1412 reeds toegedamde Slocbterzijl aldaar , uit le
waleren, zonder er schot voor te betalen. Hierover zijn zware pleit-
gedingen gevoerd, welke ten voördeele dezer karspelen , tegen bet zijl-
vest der drie Delfzijlen, zijn beslist door Burgemeesteren , Raad en
Hoofdmannen in Groningen, en de gemecne Regters van Hunsingo, Fi-
velgo en de gemeene Ommelanden, bij vonnis van 1412, te vinden in
de Monumenta Gron. van D r iessen, bl. 587. Ook maken zij een geheel
afzonderlijk bebeer op zieh zelve uit , onder den naam van hetWold-
zijlvest. Zie dat woord.
In ’t gehucht Oostwolde heeft men een stuk land , nog bekend onder
den naam van het Ke rk ho f , waar, bij bet omdelven van den grond,
nog doodsbeenderen en andere voorwerpen gevonden worden, als bewijzen
dat hier vroeger eene begraafplaats is geweest. Het is gelegen „in de
nabijheid van E e l s h u i s , waar sommigen te onregte een klooster
plaatsen , wier Monniken de stichters en bedienaars zowden geweest
zijn van de kerken te Oostwolde en te S iddebuben ; de oorspronkelijke
benaming van laatstgenoemde plaats is welligt naar hare ligging Zm-
derbbren geweest.
S id d e b d b e n is de geboorteplaats van den Godgeleerde J o h a n n e s H e r -
r i c d s J a n s s o r id s , geb. 5 September 1701, j- 1 Maart 1780 als Pr-e-
dikant bij de Hervormden te Groningen.
SIDDO, plaats in Oost-Indie , op het Sundasche eil. Sumatra , aap
de. Westkust, 5° N. B., 115° 15' 0.‘ L.
SIDDON , d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, rcsid. Soc-
rakarta.
S1DENRING , kon. in Oost-Indie , op het Sundasche eil. Celebes, op
het midden des eilands, grenzende N. aan I’oeradja, O. a an Wadjoe,
1. aan Boni en Sopeng en \V. aan Mandhar. De Koning van dit rijk is-
een zeer getronw bondgenoot, die in de toegenegenheid van het Neder-
landsche Gouvernement deelt.
Het is van weinig belang voor den handel, terwijl het land niet veel
oplevcrt, enooknog weinig bekend is. P a r a - P a r a alleen is eene der
plaatsen , waar een nog al vrij levendige bandel gedreven wordt; zijnde
deze plaats reeds door de Engelschen aan den Koning van Sidenring
om te beheeren , afgestaan. Door de ligging en buitengewone gc-
beehtheid aan het Ncderlandsche bestuur , verlamt het in zekeren zin
de kracht van het rijkje des Kpnings van Soepa, die vroeger een ge-
trouw aanhanger van de belangen der Bonische Vorsten was, en in
1825 door de overwinnende wapenen van den Generaal v a n Geen , voor
langen tijd is gedwongen geworden, om tot de voorwaarden van het
gewijzigde Bongaysche contract toe le treden.
SIDJEROOK, d. in Oost-Indie , op bet Sundasche eil. Java, resid.
Pekalongan, distr. Kawang-Keboer.
SIDJüE, baai in Oost-Indie, in de Straat-van-Carimata, aan de
Noordkust van het eil. Bangka.
SIDOKARI, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Soerabaya, 592 palen 0 . van Batavia, 15 palen 0 . van Soerabaya ,
en 15 palen W. van Samarang.
SIDONDO, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Celebes, op den
Noordelijken landtong, resid. Menado, aan de Bogt-vun-Catsjeli.
SIEAWOE, tuinen in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Sumatra,
gouv. Sumatra's-Westkust, resid. Padangsche-Bovenlanden, aan het
pad van het fort van den Bosch naar Panggaian-Kotaberoe.
SIE-BATOK (DE) , riv. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java,
resid. Passaroewan , met de vogelueslklip Sitawoe.
SIEBELWEER, voorm. bürg, thans eene boerderij in Fivelgo, prov.
Groningen, arr., kant. en 1 £ u. N. ten W. van Appingcdam, gem.
en J n. W. ten Z. van Bierum, 20 min. Z. 0. van Godlinze.
Deze boerderij , welke men wel eens verkeerdelijk als geh. vermeld
vindt, beslaat eene oppervlakte van 27 bnnd. 2 v. r. 90 v. eil., en
behoort aan T. B. B raah. Men merkt aan het huis nog oude klooster-
sleenen en eenige geschilderde glazen van 1589 op.
Voorheen behoorde deze bürg, met K a tm is , K r em e rd en N e s ,
tot een der twee vierendeelen van het Wijtwerder-regt , het Ondervie-
rendeel namelijk, en kwam daarin voor 214j grazen (107 bund.
14 v. r. 91 v. eil.).
SIEBENALER of S ibenaler , geh. in de heerl. Clerff, grooth. Luxemburg,
kw., arr. en 4 |u . N. ten W. van Diekirch, kant. en 1 u. Z. Z. 0 .
van Clerff, gem. en ruim | tu Z. van Munshausen, aan de Pinsch ; met
16 h. en ongeveer 150 inw.
SIEBENBORNEN, in het F r . S e p t -E o n t a in e s , voorm. heerl. in het
Waalsche-kwarlier van het toenmalig hertogdom Luxemburg, thans
grooth. Luxemburg, deels kant. Capellen, deels kant. Redingen.
Zij bevatte de navolgende plaatsen met hare onderhooriglieden Sic-
benbornen, C a lmu s , Schwe i c h (ten deele), Koer ich (ten
deele), Capwe i l e r , Ripwei l e r (ten deele), E il (ten deele) , Pla-
ten (ten deele), R e imeri ch (ten deele), Re d i n g e n - a u f - d e r -
At ter t (len deele), Ne r e n h a us e n , (ten deele), Sc hweb ac h (ten
deele), Schwarzenhof f en E h n e r . Ten tijde van het Oostenrijksche
bestuur bragt de heerl. 4 flor. 3 sols en 8 den. op , van elke 1.000 flor.,
die van het hert, Luxemburg werden ingevorderd.