zelven met Verdrijving van den Priester in het bezit van de kerk te
Schildwolde stellende. Dit nam echter het landvolk zeerkwalijk en , op de
been geraakt, verwoestte het onderscheidene landgoederen van Hehdrib.
Terwijl deze daarover met gewapend volk wraak zocht te nenien , kwa-
men ’s lands Rigteren met die van den Upstalboom tusschen beide , om
eenen vrede te bewerken, maar, terwijl men hierover onderhgndelde, werd
een voornaam man van Minterwolde, doör het volk van den Proost, met
eenen werpspies aan het hoofd getroffen, waardoor hij sneuvelde. Alstoen
was de woede van het gemeen niet te temmen ; alle dehuizen, welke
aan den Proost of de zijnen behoorden, werden vermeid , vervolgens
het klooster zelf geplunderd en in brand gestoken. De tijding hiervan
bewoog den Munsterschen Kerkvoogd , om schielijk een einde aan dezen
twist, welke te ver liep , te maken, en, Emo van Proost tot Abt verhelfende
, sloot hij met dezen een verdrag. Hij slaagde ook , ofschoon met
zeer veel moeite, om het vertoornde gemeen met den Proost van S chub
■wolde te verzoenen. De voorwaarden kwamen hierop uit : dekerkzou
voor altoos vrij zijn en niet onderworpen aan ’s Proosten magt., daar-
tegen zoude deze tot betering der brandschade genieten 1600 en de
Bisschop voor vergiffenis der heiligschennis 900 mark.
Toen de opperste Abt in 1290 een naauwkeurig onderzoek, door de
Proosten van Wittewiernm en S c h i l d w o l d e , liet doen naar den Sta a t
en het getal der Monniken in de onderscheidene kloosters, aan welke,
door den rampvollen vloed van 1287, znlke nijpende slagen waren
toegebragt, was het getal Monniken te S c h i l d w o l d e nog 160. Twisten
en verdeeldheden deden dit klooster, v r o e g e r dan vele anderen, op zijne
prondveslen wankelen, tot dat het meer gelukkige Huis des Lichts te
Scharnier het Schildwolder-klooster, in 1401, met zijne lusten, lasten,
servituten enz. overnam en de Monniken onder de Kruisbroeders van
dat huis, gelukkiger dagen bezorgde (1). In het jaar 1676 werd hier
mede ingelijfd het Nonnenklooster van Bartbe, in Oost-Friesland, welke
vereeniging ten jare 1687 door ’s Ronings Raad te Brussel bevestigd
werd. Ter plaatse, waar het klooster van S c h i l d w o l d e gestaan heeft,
zietmenthans nog een ruim , vierkant stuk gronds, door breede grach-
ten omgeven, waarop twee boerenplaatsen staan, aan eene van welke
de zware kloostersteenen nog in menigte zigtbaar zijn.
De dorpschooi wordt gemiddcld door een getal van 150 lee^lingen
bezocht. _ .
Bezienswaardig is het hiervoren reeds gemelde, geheel uit den grond
opgebouwde, huis en in den nieuwsten smaak aangelegde huitengoe
S c h a l t e r s um , nu Wyc hge l she im.
SCH1LK (DE KORTE-), ook wel Schilck geschreven en op eene
oude kaart van 157B SchIlltck gespeld , pold. in Rijnland, prov.
Zuid- Holland, arr. Leyden, kant. W oubrvyye, gem. N ieuwveen-met-
de-Uiterbuurt; palende N. en O. aan de droogmakerij onder Nieuw-
veen , Z. aan de Lange-Schilk , W. aan de Aar.
Deze pold. maakt eigenlijk het noorder gcdeeltc van den Sehilker-
polder uit.
SCHILK (DE LANGE-), pold. in Rijnland, prov. Zuid-Holland, arr.
Leyden, kant. Woubrvyye , gem. Ter-Aar; palende N. aan de
Schilk , O. aan Schoot, Z. aan den Bloklandsche-polder, W. aan “®"ar'
Deze pold. maakt eigenlijk bet zuider gedeelte van den Schil er
polder uit.
(1) Zie Oudheden en Gestiehten van Groningen , b \ 408 en rolg.
„orderaike• ^ arr’^ ’’ j t waar de Rurkmeer en de Tijnje
z i e h ^aneen scheiden. Men h U er twee oliemolens en eene scheeps-
‘‘“sChÌlKERPOLDER (DE), ook gevonden werdende onder den naam
5? n/vij :n RUnland . prov. Zuid~ Holland, arr.
v a n S c h l i k e e p o l d ^ P . d e e l t e i i j k g e m . T e r-Aa r , gedeeltelijk
Leyden, kant. [fiterhuurt; palendeN. aan de Nieuwveenscbe-
-Bloklandsche-polder, W.
Ä : ; M» UH . T s h. . . 50 i „ . , f a l l e n i» d,„ ,a»d.
bouw hun bestaan vmden ^ g de em. Tan Mantgum-
B r ” Ì ¿Vke hier eene kerk heeft.'n-Schillaard,^ welke b & £ £ aan de Dkeerzke ykaenrk M wanastg uvmóó r 0dne-
derhoorig, en aan de H. Maria toegewijd was. Zij heeft eenen stom-
^SCHIIjLAARD (PR00SDIJ-VAN-), voorm. kloost., prov. Friesland,
kw Westeraoo, griet. Wonseradeel. Zie O e g e k l o o s t e h .
SCHILLAARDERVAART , vaart, prov. In e s la n d , kw. Westergoo
■ i Knnrderadeel loopende van de Sneeker-trekvaart, in eene noor -
K l S ^ längsTosterwiernm en Scbillaard, naar de Jaanvaart
QSCrmHHiTdlLfI.EGHEHAAMM , pgeetrin. in Ilu n sin g o, prov. GronQinngdeenrd, eanrdra. me,n 6 u. gem.
I d “ t r s r » » . » » . » » . o . r * ■
1 Hnek trti Z van het Winsumerzijldiep , tusschen de krom
m - »» I '“a« w * * » ”“ 9benVó0órinde’doorgraving
van het Reitdiep in 1638, behoorde dit geh.
onder Feerwerd, waar de R ip p e b d a ’s oudtijds twee bürgen bezaten, welke
L t a - E n in g e n zijn gekomen. Het land bestaat mt zware kle, en
" s T H l Ì D E r Q f t x W x , voorm: adell. goed in Eemland prov.
r S f .« r i « t . en 2 n. Z 0. van Amersfoort, gem. en W. en
Z. van en aan het dorp Woudenbery.
Men ziet er thans niets meer van dan de grachten. De daartoe be
hoord hebbende gronden, beslaande eene oppervlakte van 8 bund. SO v .r.
0 v eil., worden thans in eigendom bezeten door versch.llenden.
D e S c h il t is waarschijnlijk hetzelfde als het ’ Ten
reeds in 13S3 door Bisschop Jas v a s Arkbl werd gesloopt. — Ten
minste d e S ch ild heet eene streek lands ten Z. en W. van het dorp,
grenzende aan de plaats, waar het slot Woud enb erg stond ,
S men aldaar nog vele steenen opdelft, waaronder zeer onden. -
Zoo bezit de Heer Burgemeester van Woudenburg er een , eene soor
van vierschaar voorstellende, die zeer oud schijnt te zijn.
De vroegere bezitters van dit voorm. adell. goed, moeten zecrraaS'
tig eeweest zijn , alzoo, volgens de overlevenng , een hunner den Bisschop
van Utrecht durfde nittarten.. De overlevenng bestaat ook dat de
Hser van db S c h il t durfde schrijven op zijne poort :
Ik ben Heer «an d e S c h i l d t
Bisschop van ü tr e ih t, doe v a i gij m it.