SCIIOORSTRAAT, geh. in hetgraafs. Ilorne, prov. Limburg, distr.,
arr. en 1J u. W. van Roermonde, kant. en u. O. van ff'eert,
gem. en J u. Z. 0. van Nederweert; met 24 h. cn 160 inw.
SCHOIRT, verkorte naam van het geh. S c h o o r d i j k , in de Meijerij
van's Hertogenbosch, kw. Peelland, prov. N oord-Brahand. Zie S c h o o r d i j k ,
SCHOKLAND, eil. in de Zuiderzee, prov. Overijssel, thans eene
gem. uitmakende, welke tot het arr. Zwolle, kant. Kämpen (6 k. d.,
15 m. k., 1 s. d. 2 afd.) behoort.
Het ligt 2 u. ten 0 . van Drk, tusschen dit eil. en de kuslen van
Overijssel, waarvan het zuid-oostwaards slechts een nur verwijderd is.
Het strekt met zij ne geheele lengte van het Zuiden naar het Noorden,
voor het Zwolsche-diep, en met den zuidoostelijksten hoek voor Karn-
per-diep. De geheele uitgestrektheid, van het Zuiden naar het Noorden
, bedraagt slechts 5200 eilen bijna een uur gaans, cn de breedle
is zeer gering, en op sommige plaatsen naauwelijks 500 eilen.
Het is onzeker, of dit eiland te voren aan het oostelijk gelegen land
is gehecht geweest, en eerst in de dertiende eeuw , bij de geweldige
inbraak der Zuiderzee, daarvan is afgescheiden; ofschoon er in dien
tijd , door de woede derzee, een aanmerkelijk gedeelte, der Westkust
van Overijssel, door de wateren verzwolgen is. Men wil 00k , dat
dit eiland nog in 1552 aan het vaste land gehecht was cn leidt dit af
uit een charter van dat ja a r , van J an van A r k e l , den zeven en veer-
tigsten Bisschop van Utrecht, waarin bet huis te H o lt h o e n (Holten),
N i e n s t e d e (thans Hardenbergh) en Emelwer den (Emmeloord) als
uiterste punten van Zalland aangemerkt worden.
Men telt er 5 buurten Emm e l00rd of de N 00 rd e rb u u r t , Ens
of de Mo l e n b u u r t , 00k de Mi d d e l b u u r t genoemd en Oude-
k e r k of de Zui d e r b u u r t . Deze drie buurten zijn gelegen, op drie
afzonderlijke , daartoe opgeworpene hoogten , en de huizen , welke geen
aanmerkelijke hoogte hebben , zijn bijna allen van hont, met- een pun-
tig toeloopende gevel, waarop bij de R. K. een houten kruis Staat. Door
planken op schrägen of jukken gelegd , heeft men met elkander ger
meenschap.
Het land is hier zeer laag en wordt bij de minste rijzing der zee,
voor het grootste gedeelte overstroomd; aan de westzijde werd het
gedurig, door de werkingen der zeegolven afgeslagen , doch dit is sedert
eenige jaren, door het leggen van eenen dijk , verhinderd.
Het eiland beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
145 bund. 15 v. r. 95 v. eil. Men telt er 148 h., bewoond door 154
huisgez., uitmakende eene bevolking van 700 inw., die mcpst in de
vischvangst hun bestaan vinden. Ook zijn er twee calicotfabrijkcn op-
gerigt. Er is geen handel, dan in het klein voor de beboeflen der
inwoners en aankomende schippers.
De R. K., die er ruim 500 in getal zijn, maken de stat. van Ens-
en-Emmeloord ui t , met eene' kerk te Emme loor d .
De Herv., die men er ongeveer 190 te lt, vormen de gem. van Ens-
en-Emmeloord, met eene kerk te Ens. De R. K. wonen grootendeels
in het noordelijke en de Hervormde in bet zuidelijke gedeelte van
bet eiland.
Men beeft er twee scholen, welke gemiddeld door, een getal van
150 leerlingen bezocht worden.
Nevens het alonde bedrijf der eerste Batavieren, hebben deze eilan-
ders hunne gebruiken en eene soort van kleederdragt overgehoudeD ,
welke door niets veranderd wordt. De kleeding der mannen bestaat
uit een rood baaijen hemdrok met zilveren kuoopen ; — over dezen , een
donker blaauw k'amisooltje , met een rood passement omboord^en m
drie of vier zilvere knoopen van onderen vas gemaakt - over■ d*^e
bilde een’ wiiden pijen rok. Verder eene zeer wijden broek van de zelfde
stof grijze wollen koussen en wit geschuurde klompen ; bet ho°id S‘j*
» «> . o f c l o t , v .n d iSt in .Ik n .d « . gA rn d fe
»olle. Aldus uitgedoscbt l.rlen M de r u .e bereu e» de
stormen. De veelverwige kleeding der vrouwen is des te » e rk taw
diger, omdat deze sedert eeuwen op het eiland m zwanS en 8 .
anders in gebruik is. Zij zijn gekleed met eener.
met mouwen , die onder de elleboog met eenen knoop toege.naakt zyn ,
en, wanneer zij omgeslagen worden, eene damas e voering , *
Op den schouder is een roode lap, met geel passement ° P S J e rd ’
de borstrok is mede längs de kanten met een gee Pa*®e™
trokkcn en een geel streepje is in de naaden er m g •
Deze roode borsfrok , welke van voren rond n.tgesneden »s en eene
wijde ovale opening voor de borst maakt , is van oven en v
ren met haken gesloten ; — in het midden van eze opening^
borst met eenen scbarlaken lap gedekt. Over den borstrok draagt de
vrouw een donkerblaauw rompje zonder mouwen ; dit laatste , hetweut
voor de borst zoo wijd open is, dat men den geelen boord van1 den
onderborstrok zien kan , is onder de kin met een eenvoudig wit bnlje
vastgemaakt maar onderaan, door middel van een gee in j ,
eene roode streep in ’t midden , driehoekswijze geregen.
heeft zij vier of vijf strengen roode bloedkoralen , me ee .
veren slot, datallijd achter in den nek gedragen wordt, er»
onder de kin, eenen paars en blaauw geruiten doek, zoodamg toeg
knoopt, dat de beide slippen over de schouders nederhangen De m
is van fiin linnen , maar door veel stijfsel, en vooral blaauwsel, bardLen
blaauw gemaakt; deze müts is niet met kant , maar van vo
ingenaaide gaatjes versierd en op de kruin van het hoofd rnet ploo en
te zamen gelrokken. Zij dragen de bekende ooryzers noo.t van goud
maar van§ zilver of va'n blik. Rondom de muts steek^t av^al het
door kunst geel geverwde hoofdhaar door; boven bet voorhoofd als
kleine vlokies, aan de zijden als langwerp.g neerhangende Wg e ^ e p
van achteren vrij en golvend längsten rüg. Het over,ge
bestaat in eenen donkergrijzen wollen rok , een voorschoo van
sto f, doch blaauw en met groote plooijen geperst, parelkleurde kou-
sen , donkerblaauwe sokken en wit geschuurde k ompen o zwar
deren muilen. , v Sciiokland , oudtijds waarschijnlijk alleen onder den naaim van E b e l -
w a rd e bekend, vormde met Urk eene heerlykheid. In 968 schonk
O tto het eiland S chokland en het gebied van U rk aan de abdy van
Elten. Deze heerlijkheid werd, in de veertiende eeuw , door tieer ¿ w e der
van V oorst van de graaflijkbeid vau Holland ter een go ° u en »
en later door de Heeren van Kuinre bezeten. In 1417 was bet m het
bezit der K uin ders en J aco ba , Grävin van //olfaud, belecnde bet toen
aan I I e r h a n , Heer van Kuinre. Y6or het jaar 179o behoorde alleen
het zuidelijke deel van dit eiland tot Overijssel, terwyl het noordelijke
gedeelte , eene bezitting der stad Amsterdam , die zy in het jaar 1660
aankoeht , tot Holland werd gerekend. Tot aan het jaar 1804 was het
eiland , längs de westelijke k u st, voor meer dan T der lengte door
kistpaalwerk eenigzins tegen de hooge vloeden bescherrad, waarvan nog
een gedeelte overig is. Dan in dat jaar maakte men eenen aanvang