het Avondmaal voorhanden. Da vier bekers, waren in 1619 door de
Kosterin H a r u v a n d e K a s t e e l e aan de kerk geschonken , de drie scho-
tels werden in 1767 aan haar bij Testament gemaakt door den Beer
I mand C o r n e l is d e J o r g e , Schepen van het Yrije. Dit zilver was in het
jaar 1794 in eeno der kelders van het stadhuis (de muit) geborgen, en
is daaruit inet nog andere goederen, aan partikulieren behoorende , ont-
vreemd. Daar de twee bekers , in 1717 door den Generaal Baron F agei
aan de Fransche kerk vercerd, niet voldoende waren voor de Neder-
duitsche Avondmaalgangers, zoo werd in 1857 de gemeente door eena
gift van den Heer Notaris en President lierkvoogd M a t t d e d s H en n e q u in ,
in Staat gesteld, er nog twee bij te voegen , terwijlin 1843 uit een legaat
van wijlen den Districts-Commissaris J a co b H e n n e q u in weder nieuwe s c h o -
tels zijn aangescbaft geworden ; eindelijk is de gemeente in 1847 ook
door een legaat van Mevr. A n n a v a n O o s t e r w i jk wed. van den Herr
Mr. G e r a b d d s S t e r n , Notaris te Sluis, in het bezit gekomen van een
fraai zilveren doopbekken en deksel.
Tot Fransche kerk werd de voormalige kapel van het gasthuis ge-
bruikt, het was een net ingerigt gebouw, dal door eene galerij , welke
zieh boven den ingang v.an het gasthuis uitstrekte, vrij wat volk be-
vatten kon. Vddr 1794 was zij voorzien van een orgel, doch dit was
tijdens het beleg onbruikbaar geworden en is daarna weggenomen. ln
het jaar 1850 werd deze kerk door de.n Plaatselijken Kommandant tot
verhlijf'der troepen ingeuomen eu naderhand, met de overige lokalen
van het Gasthuis en eene daarhij staande Stadsscliool, tot Inf i rmer ie
ingerigt. Thans dient zij tot eene Concer tzaal .
De Roomschgezinden hadden te voren eene Huiskerk in de Brugsche-
straat, welke, daar zij met twee galerijen boven elkander voorzien
was, vrij wat menschen kon bevatten, Deze echter zeer bouwvallig
geworden zijnde, is door eene vervangen, die in 1828 en 1829, ge-
jjouwd werd, voor eene som van 14,200 gülden. Deze, aan den
H. J o h a n n e s toegewijd , in de Oudekerk-straat, is een langwerpig Vierkant
, ruim en sierlijk gebouw , van binnen voorzien met pilaren , die
het gebouw niet alleen verfraaijen en een eerwaardig voorkomen ge-
ven , maar ook tot ondersteuning van het dak dienen. De voorgevel is
met smaak gcbouwd en daarop Staat een sierlijk torentje, voorzien van
eene luiklok: in het gehouw is een welluidend orgel. Nadat deze kerk
afgebouwd was, werd er zwarigheid gemaakt, die over te nemen en bleef
zij dusbijna twee jaar voor rekening van den aannemer staan. Inlusschen
werd de voorn. huiskerk allengskens meer en meer bouwvallig : men kon
de buitenlucht door de scheuren in den muur zien, en vreesde soms
voor instorting. Toen nu, in 1830, de stad militaire bezetting kreeg,
maakte de Commandant zwarigheid zijne manschappen op de galerijen
van dat zwakke gebouw te zien plaatsen, en drong zeer krachtig aan,
om de nieuwe kerk te openen : hetgeen dan ook spoedig geschiedde,
wordende de eerste dienst daarin verrigt den 12 Dccember 1850,
nadat zij alvorens door den toenmaligen Pastoor P. J. P il a e t gecon-
sacreerd was.
De voormalige kerk is in 1840 afgebroken, en op bare standplaats
is eene bergplaals voor de daarnaast staande pastorie gebouwd.
Er waren vöör de Hervorming te S l u i s drie kloosters , namelijk : een
mans- eD een vrouwenklooster beide, van de orde der Franciscanen;
voorts had men nog het gasthuis met de Religieusen van den gasthuize :
hetgeen echter ccn aanhangsel van het Iaatstgenoemde schijnt geweest
te zijn : rüstende op die Nonnen de verpligting, om het gasthuis te
bedienen. Het mansklooster komt voor onder den naam van Obser-
v a nt e n - k l o o s t e r , Re c o l l e t t e n of Mi nderb roe d e r s - k l oos-
ter , het vrouwenklooster werd het P e n i t e n t e n - k l o o s t e r ol Mag-
dalèna-kloos ter genoemd. Tot het oprigten van het klooster der
Minder-broeders-Observanten werd de goedkeuring van Paus Euge-
niüs IV gegeven in het jaar 1435, bet duurde echter tot het jaar
1443 , ecr Slcis gemelde Broeders konde ontvangen. Dit klooster
schijnt gestaan te hebben op den oostelijken hock der Commandeurs-
straat, waar thans het woonhuis van Mevrouw de wed. Beankert is.
Bij besluit van den Magistraat van 29 November 1579 werd be-
paald , het klooster der Observanten af te breken, den grond te ver-
koopen, en de bouwstoffen te gebruiken tot versterking van de stad.
Het blijkt dat het toen ledig stond, en van alle kanten open was.
volgens de stadsrekening van 1580 bragt de verkoop op 430 ponden
vlaamscb (2580 guld.)
Het M a gd a 1 e n a - k 1 oos te r stond bij de Oostpoort. Dat het door
de belegering van Prins M a u r u s , in 1604, en ook niet door vroegere
was verwoest , blijkt daaruit, dat bij de capitulatie bedongen werd ,
» dat de Religieusen Van het Magdalena-klooster als van den gasthuize z°u-
» den vermögen teblijven wonen in haarluiden kloosters of kouvent enz.
Daar dit-klooster afgescheiden was van hetgeen als bebouwd gedeelte der
stad was overgebleven , is het naderhand tot geen ander einde gebruikt
maar afgebroken. De Vierkante plaats, waarop het stond, en die met eene
gracht omgeven is , kan men nog genoeg kennen. De kapel van dit
klooster was reeds in 1572 afgebroken en in de acte van consen t daarloe
wordt het gestiebt genoemd Co nv e n t e van St. Kat h e r i j n a , ge-
seyt de Magdalena. . . . .
Vroeger liad men hier een Gas thu i s en een Weeshu i s , ieder in
een afzonderlijk gebouw , doch deze stichtingen zijn onder het Fransch
bestuur vereenigd en in het jaar 1830 overgebragt in een partikulier huis ,
aan het einde der JVieuwe-kerkstraat, dat ook tot Loge der Vrij-
metselaars gediend bad. Dit gebouw is volkomen voldoende voor
de tegenwoordige behoefte , ook voor de enkele weezen , die er ver-
pleegd worden. ;
Het voormalige Gasthuis, staande in de Kapellestmat, was reeds vo6r
de Reformatie tot dat einde bestemd, doch was toen tevens een Non-
nenklooster, in de capitulatie van 1604 Religieusen van den Gast-
bnize genoemd. Het is een groot kolossaal , nu eenigzins vervallen ,
gebouw , voorzien van eene binnenplaats , rond welke aan de voorzijde
de kloosterkapel, die na de Reformatie tot Fransche kerk gebruikt werd ;
en aan de Noordzijde en van achteren begrensd door lokalen , die tot zie-
kenzalen , Regentenkamers en wonihg voor den hinnenvader en de bin-
nenmoeder dienden. Thans is dit Gasthuis tot eene Kaz e r n e van
de Maréchaus sée ingerigt.
Het voormalige Weeshui s , op de Hoogstraat, digtbij het Kogelhof
(thans eene weide) was een vrij groot en geschikt gebouw ; het werd
door bet Fransch bestuur domein verklaard ; ging als zoodanig aan het
Nederlandsch bewind overj werd in 1815 door den Staat verkocht j is
sedert gedeeltelijk afgebroken en verbouwd ; dienende thans tot eenen
partikuliere woning.
Bij de Groote kerk stonden eenige huisjes de Rc nt j e s genaamd,
welke gesticht waren door zekeren Heer Viaming, om tot woning voor
hehoeftige lieden te dienen. Deze zijn door den brand gespaard , ennog
in wezen.