M a x ihiliaah des morgens veel volk naar ( S ch ied a h had gezonden, dat
üverscbie reeds zwaar bezet en versterkt was, en dat e r , den volgen-
den dag, vele burgers der Hollandsche sieden uit Delft naar S chiedah
zouden trekken. Eindelijk verzekerden zij hem , dat , indien B hed e -
ro d e hen weder op vrlje voeten wilde stellen, zij hem de gelegenheid
zouden verschaffen, S ch ied a h en de bezetting in zijne magt te krijgen.
Omdat hun verhaal overeenkwam met hctgeen eenige verspieders be-,
rigt hadden , en om het belang van bet voorstel, rneende B bederode
hun alle geloof niet te mögen weigeren. Hij liethen gaan, bevalhun
de stipste geheimhouding aan , en gelastte zijn volk hen goed te be-
handelen , en den avond kosteloos , op eene vrolijke wijze, met ben
door te brengen. Den volgenden morgen, tot een tweede verhoor
loegelaten , gaven de drie ruiters aan B red ebo d e de stellige verzeke-
ring, dat de meesten bunner makkers even zoo gezind waren als zij ,
en zetteden zij hem liunne plannen breedvoeriger uiteen. Inmiddels
verzocbten zij, dat men hen in geen kwade verdenking bij die van
S c h ied a h zoude brengen. Zij stelden daarom voor , opdat hun weg-
blijven en hnneu wijze van terugkomst geen argwaan zouden verwek-
ken, dat eenige Hoeksche ruiters op zouden stijgen, en zieh met hen ,
als gevangenen gebonden , op den weg tusschen S ch ied a h en Overschie
zouden plaatsen , op den tijd , waarop het volk van Delft naar S chiedah
kwam , dat deze ruiters dan in allerijl de vlugt moesten nemen , en
ben alzoo in de verwarring in den loop laten. Zoo zouden zij , als ge-
lukkig ontkomen, met het Delftsche volk , naar S c h ied a h terugkeeren ,
en hun uitblijven, met de gewaande gevangenschap, verschoonen.
Yoorts beloofden zij , dat een hunner aan B redebode telkens tijding
zoude brengen van hetgeen er te S c h ied a h omging. B r ed e bo d e nam
natuurlijk groot genoegen in deze voorstellen , teekende de namen , de
geboorteplaatseü en den ouderdom der verraders op, en liet hen op
de verlangde wijze in vrijbeid stellen. Twee hoofdlieden, met dertig
ruiters, bragten de gewaande gevangenen over Delfshaven, achter
längs het slot van Spangen, op den Overschiesche-weg, en wezen ,
te Delfshaven, zekeren hock van een afgebrand huis aan, waar zij
beloofden, den derden dag, een geschreven berigt van het voorgeval-
lene te zullen nederleggen. — Nadat zij eenigen tijd op den weg
naar Overschie vertoefd hadden , kwam een troep van honderd krijgs-
knechten op hen aan. De ruiters boden eenen geringen tegenstand ,
vloden weldra met eenen geveinsden schrik , en lielen, in de wanorde
van hunne vlugt. de gevangenen achter. Aanstonds ontsloeg men hen
van de boeijen, en debevrijders en bevrijden vertoonden beide de grootste
vreugde over deze verlossing. Te S ch ied a h was toen alles in beweging.
Alle eenigzins geschikte huizen , kamers, schüren en stallen werden
gereed gemaakt, tot herberging der burgers van de Hollandscbe steden
en der krijgsknechten , die nu, dagelijks in menigle aankwamen , de-
wijl de stad, bij een later besluit, tot de algemeene vergaderplaats
der krijgsmagt was bestemd geworden. In deze drukte werden alle
de vreemdelingen , in het geheim , door de drie ruiters , tot verraad
aangespoord, en vermeerderde hun verborgen aanhang dagelijks. De
schutters , die hier in bezetting lagen , waren die van Haarlem , Leyden,
Amsterdam, ’s Gravenhage, Naarden , Minden en Weesp , alle met de
landlieden uit de omstreken hunner steden en onder hunne eigene plaat-
selijke banieren. Het opperbevel over hen was aan W illem vah B o s iid i-
zen , Baljuw van Bijnland en eertijds Slotvoogd van Woerden, opge-
dragen. Ter vcrdediging der haven , en ter blokkering van Rotterdam,
lagen er nog drie Lands oorlogschepen vö6r do stad op de Maas. Het
spreekt van zelven , dat , naarmate het inisnoegen der vreemdelingen,
door vah N ijm eo en en de andere heethoofden meer opgewekt , en de
bezetting talrijker werd, ook de vechtpartijen tusschen burgers en
Soldaten toenamen. De Hoplieden der burgers beklaagden zieh ge-
durig daarover bij de ßevelhebbers der Soldaten , doch kregen slechts
ten antwoord , dat men zulk ruitervoer zoo zwaar niet op moest nemen.
Door deze handelwijze der Iioofden , liepen de twisten van hooger tot
hooger , totdat er eenmaal zeven of acht schutters van Haarlem en Leyden
door de ruiters vermoord werden. De stadgenooten der gedoo-
den oordeelden het meer dan tijd , om zieh over deze gruwelen bij
Max ihiliaan zelven te beklagen , die toen te Dordrecht was, Zij zonden
eene deputatie derwaarts , met dringend verzoek , dat eene voorbeeldige
strafoefening aan de ongeregeldheden der Gelderschen en Cleefschen een
einde mögt maken. Maar ook de vreemde krijgslieden zonden eenen
gezant naar M a x ih il ia a h , en wel den reeds vroeger vermelden N iko la as
vah W it t e n h o r st , die aan het hof in groot aanzien stond. Deze wist
de siechte zaak der zijnen zoo schoon te verdedigeii , dat de burgers
met het antwoord, dat het krijgsvolk doorgaans ruw is, dat de zaak
later onderzocht en de schuldigen gestraft zouden worden , werden terug-
gezonden. ’s Herlogs uitspraak deed de baldadigheden der Soldaten slechts
toenemen. Nogtans men verdroeg die, niet yermoedende, dathetkwaad,
hetwelk in het duister schuilde, het openbare zoo verre te boven ging.
Eenmaal viel een troep van vijftig man der Schiedamsche bezetting,
door het verraad der drie bovengenoemde ruiters , zonder slag of stoot,
den Hoekscben, onder Beukelsdijk, in handen. Zoodra de gevangenen ,
die alle vreemdelingen waren, te Rotterdam kwamen , verklaarden zij
zieh bereid de partij der Hoekschen te helpen verdedigen. Van deze
gelegenheid maakten vah N ijh e g e h en van R o u t e n , die onder de gevangenen
waren, gehruik, om B r ed e ro d e met den uitslag hunner kui-
perijen bekend te maken. Zij berigtten hem, dat al de Cleefsche en
andere buitenlandsche krijgslieden , die te S c h ied a h lagen , overeengeko-
men waren , om hem, op den 15 Februarij, des avonds ten negen ure,
in de gelegenheid te stellen, de stad te overmeesteren. Alsdan zouden
zij de poorters plotseling van binnen overvallen, en hen met de Rotterdammers,
die tegelijk van buiten de stad moeslen overrompelen , geheel
ten onder brengen. Hiertoe was het noodig, dat eenige der gevangenen,
onder eenen goeden schijn , weder werden losgelaten. Opdat echter
deze loslating den oningewijden niet zonderling mögt voorkomen ,
liet B b ed e ro d e aan al de gevaogenen de keuze , oin , of in zijne dienst
te blijven , of zieh vrij te koopen. De meesten , die van het verraad
wisten , kozen toen het laatste, doch bleven natuurlijk in gebreke het
bedongen losgeld te voldocn. Tot deze behoorde van N i jh e g e n , die de
zaken te S c h ie d a h , ter voltrekking van liet plan, verder regelen moest;
terwijl van H outen , met vier anderen van de zaak onderrigt, verkozen
bij B r ed ero d e te blijven , om hem, bij den aanval, de zwakste punten der
vestingwerken van S chiedam aan te wijzen , en het binnenrukken gemak-
kelijk te maken. Terwijl dus alles in gereedheid gebragt werd, oordeelde
men het raadzaam , B red ero d e nogmaals van den juisten staat van zaken
te S ch ied a h naauwkeurig berigt te geven , opdat de aanslag toch
niet mislukken mögt. Ten einde zplks in het geheim te bewerkstelligen,
moest men weder list te baat nemen. Een der slimste Soldaten
moest zieh krankzinnig houden , en door dit middel, in bet diepste geheim
, aan B red ero d e eenen brief bezorgen. De ruiler, die deze rol