opgerigt, hoopt, dal voor hem en zijn lale nagcslacht tot op den jong-
sten dag mag bewaard blijven. In bet jaar 1 6 7 2 na C h r i s t e s geboorte.)
De fainilie heeft nog eenen aanzicnlijken grafkelder, met eenen zerk
van geclen stecn , waarop een krijgsman Staat met de punt van het zwaard
naar benedcn. Op een tasch of zak , aan zijne zijde hangende , draagt
hij zijn wapen, waarvan men den dubbelen adelaar nogkanzien. Op
de zerk leest men :
S in fjß t j a e t un¡á i | ß n i 1 4 7 1 u p ^ u n t 3lB a c tß n # tia 0
S n ö o lo f f «i&ijtßßgbm / ^ o f l í n g t t ¡Stßm / $ 0 0 fje&
öß 3ßiß»
Er l i g t 00k n o g e e n o u d e z e r k in d e k e r k , w a a r o p S t a a t : Requiescat in
pace, e n d a a r o n d e r e e n g r o o t e k e l k , w a a r in e e n b a l l i g t ; h e t o m s c b r i f t i s :
SUnna 1 5m . 0 u i0 c tß p a _ ö u a ö ß r ia biß ja b i^
bicß|«ia gep itiߣi$ a u j ju g t i n ß i j t u n . a l t . b o t t . b í r tnoc
"Cuboipff bß 1 5 am m o ß p a £ t or. f u n b a to r p~ößnbß ^ c t i
N i c o l a i "i ^ t ß b u .
(d.i. In het jaar onzes Heeren vijftien honderd twaalf op Donderdag den
zes en twintigsten Augustus overleed de geleerde lieer Meester L u d o l f , Pas-
toor van Appingedam', de Stichter van St. Nicnlaas prebende le S te d um .)
De toren van S ted um is zeer opmerkelijk, en draagt vele teekenen, dat
de tegenwoordige om eenen ouderen, die van binnen nog duidelijk te zien
i s , is heengebouwd. Hij heeft geen spits, maar, als vele torens van het
oude Friesland, een hilisdak. In dien vrij hoogen stompen toren , met
dubbel omkleedsél, hangt' eene klok, waarop Staat, naar onze lezing:
3Unno» bm . 3 ÍS .C C C . c ä p a . tn c a n c io n iji. b rb b ig .
fu g a g ttm .
hetgeen beleekent, naar onze opvatting : » In het jaar des Heeren 1500
» ben ik klok van Duivelbanhing ten dienste der Heilige geloovigen geboten.”
Anderen lezen er üi t :
Sfinno. b m Ä E .C C C c am p a in u g um J ^ o n i g gce
b tb b ig fu g a g um .
en vertalen het : » In het jaar der Maagd M a r i a M.CCG ben ik klok
» ten gebruike van het heilige Sion voor de Druiden gegoten.” Er haiigt
nog eene andere, welke misschien tot de alleroudsten geteld mag worden;
zij heeft geenerlei opschrift. . Op de torenklok, die in 1817 is omge-
goten, stond :
S n n o j ß S C C C ' C f : C ß . c o ío . © i r p o . p í a . pe?
tß io c b j Q o q u o r ) . © íc p o . j ü a r i a ,
(d.i. In het jaar 1582: Uvereerik, vroome Maagd ; door u spreek ik,
Maagd M a r i a . )
De kerk der Afgescheidenen heeft noch toren , noch orgel.
De dorpschool wordt gemiddeld door een getal van 80 leerlingen be-
zocht.
De oude bürgen aan de Dr i e - B o r g e n l a a n , de Burg wal , de
Wee r en anderen zijn reeds vroeger, en Ni t t e r sui n is in 1819
verdwenen.
In de nabijheid van dit dorp lag voorheen een groot bosch, dat
naar deze plaats het S t e d u m e r w a l d of S t edewol d genoemd was.
De naamlooze schrijver, die het vervolg op Mekco gemaakt h e e f t ,
schrijvende over. het jaar 1284, maar niet 1290, gelijk bij M eb so A l t i s s
Staat, spreekt met lof van eenen Erro B o ie sm o s a van Stedum. H e t was
een vroom en dcugdzaam man, die met meer andere even yroorue lieden
eenen Elbo, en de bedriegerijen van eenen Deken A l b e r t u s , tegenstond
en den Abt van Werum begunstigde.
De genoemde A d b ia a b C l a n t en J o b a h H u f f e l a a r , welke laatste in 1618
afgevaardigde Ouderling was ter synode te Dordrecht, en destijds op den
genoemden Burgwal woonde, zijn hier in gezegend aandenken gebleven.
Het wapen dezer gem. bestaat uit een geharnast' Ridder, in eene
staande houding en met een zwaard in zijne regterhand boven het hoofd;
de schede hangt aan zijne heup. Men wil het afleiden van Eppo N i t -
te r s um , een ijverig Schieringer, die H a v e WiBE»A#van Westeremden,
een sterke Vetkoopersgezinde, versloeg.
STEDUMER-MAAR(HET), water in Fivelgo, prov. Groningen, dat,
van Stedum afkomende, met eene zuidclijke strekking, ecrst in het Wijt-
werder-maar en dan, nabij Oostdijkshorn , in het Damster-diep valt, en
waarin een v e r l a a t ligt. Het S t a a t onder het Winsumer- en Scbaaphals-
ter-zijlvest.
Over dit maar is veel twist geweest, waarvan nog onder de charters
bekend zijn : een van 1456 over de waterpending van den Wolddijk
en Doetil in het gemelde maar; een van 1540 over eene nieuwe pending
op dat maar; een doem van 1529 tnsschen Stedum en Wester-
wijtwert, over het graven van het Deelster-maar; een doem van 1521
tusschen Stedum en Huizing over het zelfde. Er bestaat ook nog een
oud Klaauw-register der heerden, waarop de Zijlrigters-eeden vallen onder
de schepperij van Stedum. Het maar loopt van Lellens naar Stedum.
STEDUMERWALD of S t e d e n w o ld , voorm. bosch in Fivelgo , prov.
Groningen, gem.en'15 min. N. van Stedum. — De plaats, waar het
geweest is , heeft nog den naam van S t u b rw o l d behouden.
STEEG, voorm. adell. h. in Opper-Gelder, in het Land-van-Kes-
sel, prov. Limburg, arr. en 6 u. N. van Roermond, kant. en 1 j u.
O. Z. O. van Horst,.gem. en £ u. W. van Grubbenvorst.
Dit huis is gesloopt. De daartoe behoord hebbende gronden , worden
in eigendom bezeten door den Heer Louis W o l t e r s , Bankier te Venlo.
STEEG (DE), naam-, welken men gemeenlijk geeft aan de buurs.
Middagtersteeg , op den Veluwenzoom, prov. Gelderland. Zie M id d a g -
TERSTEF.6.
STEEG (DE ACHTERSTE-), geh. in Opper-Gelder, prov. Limburg ,
distr., arr. en 5 u. N. van Roermond, kant. en 1 u. Z. van Horst,
gem. en ■§ u. Z. W. van Sevenum; met 30 h. en 210 inw.
STEEG (RHEDER ■), buurs. op den Velwwenzoom , prov. Gelderland.
Zie R h e d e r s te e o .
STEEG (YOORSTE-), geh. in Opper-Gelder, prov. Limburg, distr.,
arr. en S.u. N, van Roermond, kant. en 1 u. Z. van Horst, gem.
un 10 min. Z. W. van Sevenum; met 36 h. en 230 inw.
STEEGINGA, ook wel S te o g in g a of S ti e n g a gespeld , voorm. state,
prov. Friesland, kw. Zevcnwoudcn, griet. Stellingwerf-Oosteinde, arr.
en 6 u. O. van Heerenveen, kant. en 2j u. O. ten N. van Oldeber-
boop, 5 min. W. van Oosterwolde, waartoe het behoorde.
STEEGMANS-BüSCH , boschje , prov. Friesland , kw. Oostergoo ,
griet. Aehtkarspelen, J u. W. van Ruitenpost.
STEEK (HET GAT-VAN-DEN-BENEDEN-NIEUWEN-), kil im den
Riesbosch, prov. Noord-Braband, gem. Made-en-Drimmelen, uit het
Gat-van-Kampen voortkomende e n , met eene zuidelijke en vervolgens
zuidwestelijke rigting , tusschen de Honderd Dertig en de Elftplaat ter
eenre en de Yischplaat ter andere zijde door , in den Amer uitloopende.