SCI1RAVEHOLT, eene bezitting, voorkomende op de naamlijsl der
goedercn van de Utrechtsche kerk. Zie Graverboet ( ’s) .
SCHRAVENHOEF, eigenlijk ’s Gbavenhoef, voorm. zwaar kast. en
jagthuis van de Graven v a n L y h d e n in de Neder-Betuwe, prov. Gelderland,
distr. en 6 u. N. W. van Nijmegen, arr., kant. en 2 u.
N. len 0 . van T ie l, gem. en £ u. Z. van Lienden.
In het midden der vorige eeuw was er nog alleen de voorpoort van
overig , waarom het ook wel de Poobi genoemd werd, onder welke
naam het thans alleen bekend is. Het werd later tot eene buitenplaals
aangelegd, en lag toen in breede grachten. Ter plaatse , waar het ge-
staan beeft, ziet men thans een boerenhuis ; de grachten zijn nog aan-
wezig. De daartoe beboord hebbende gronden , beslaande eene oppervlakte
van 4 bund. 37 v. r. 80 v. eil., worden tbans in eigendom
bezeten door W. vas Hatteh, woonachtig te Lienden.
SCHREGELS-GEREGT, voorm. d. in Rijnland, prov. Zuid-Hol-
land, dat door het Haarlemmermeer verzwolgen is,
SCHREIDIJK (DE), voorm. dijk in Staats-Vlaanderen, prov. Zeeland.
Door het leggen van dezen dijk werd in de dertiende eeuw Copwijk
met Zaamslag verbonden.
SCQREIJERSrTOREN , toren in Amsterdam, prov. Noord-Holland,
aan den IJkant, aan de zijde van de oude Teertuinen en van bet Kain-
perhoofd.
De benaraing van dit gebouw is baren oorsprong verschuldigd aan
de plaats , waar het staat. Sedert het jaar 1482 namelijk, tot in
den aanvang der zeventiende eeuw , was daar ter plaatse de slijger, van
welken de roeeste zeevarenden , inzonderbeid naar üost- of West-Indie ,
te scheep gingen, en bunne vronwen en verdere aanverwanten vaarwcl
zeiden, hetwelk meestal met schreijen vergezeld ging. Men verhaalt
zelfs dat eene vrouw , in het jaar 1366 , van hären man ter dezer plaatse
afscheid nemende , zieh zijn vertrek zoodanig aanlrok, dat zij geheel
zinneloos werd. Ter gedachtcnis van dit zonderling geval, zoude men
in den muur des torens, boven den ingang, op eenen witten steen,
de beeldlenis van eene schreijende vrouw met eenen neusdoek bare tränen
afwisschende, gemetseld hebben ; welk gedenkstuk nog heden in
den muur te zien is.
Toen men Amsterdam in bet jaar 1482 met eepen ringmuur, sterke
poorten en wachttorens omringde, bouwde men aan de oostzijde der
stad in dezen uiterslen hoek dien Schreijers-toren , zoo wel om den
waterkant met geschut te kunnen bestrijken , als om de scheepswal,
die voormaals daar ter plaatse alleen was, en de lastaadje aan de
andere zijde, te beschermen. De toren is, naar den toenmaligen, zeer
hechten, bouwtrant, van boven met eenen omgang, sterke borstwering en
schietgaten voorzien ; voor het overige is hij uit het water geheel rond,
met moppen opgehaald, en met eene twaalfhoekige torenspits gedekt.
Sedert dat de stad ook hier is uitgelegd geworden , heeft men deze
sterkte ingerigt tot eene vergaderplaats voor de Commissarissen der
Wakn, ook gedeeltelijk voor de tinnegieters en kannegieters gildeka-
mer ; alsraede heeft men haar tot eene woning voor den havenmeester
bekwaam geraaakt, en ten zijnen behoeve aan de binnen- of stadszijde
nog eenige kamers tegen dit gebouw aangetimmerd, nadat zijn ambt
^ aanzienlijker en voordeeliger werd.
Den 12 September 1373 stak de Graaf van Bossu, met achttien vaar-
tmgen , zoo zware schepcn als jagten, van hier a f , om de Noord-Hol-
landers , welke de partij van den Prins van Oranje omhelsd hadden,
te bedwingen , bij welke gelcgenheid de Hertog van A lva met zeer veel
pracht en vergezeld van eene groote menigte zijner Bevelhebbers en de
Regeerders van Amsterdam, het afzcilen der vloot van deze plaats in oogen-
sebouw nam, terwijl vele Geestclijkeh en Monniken met kruisen en vanen
den schepelingen eenen gelukkigen uitslag toewenschten en hen zegenden.
Tot het jaar 1780 zag men nog in den loreptrans schietgaten in
eene borstwering; doch toen besloot men die, wegens bouwvallighcid,
weg te neinen. De ronde gedaante en het spitse torentje zijn nu by-
kans de eenige kenteekenen der aanmerkelijkc oudheid.
SCHREVELDUIN-KAPELLE, verkeerde naamspelling van het d.
’s Grevelddin-Capeeee , in de Langstraat, prov. Noord-Braband. Zie
Gbeveeduin-Capelle (’S).
SCHREVENHOUT , lähdgoed op de Middel-Veluwe, p ro v .Gelderland,
distr., arr. en-7 u. N. van Arnhem, kant., gem. enj» u. W.
van Apeldoorn, onder de bnurs. Millingen, in het Hoog-Soerensche-
bosch, aan den straatweg.»
Dit landgoed, bestaande in eene steen- en pannenfabrijk, arbeiders-
woning, bergplaatsen , steenoven, cfcnnen- en akkermaalsbosch, bene-
vens ander houtgewas en beide, is groot 36 bund. 88 v. r. 10 y. eil.
SCHRICK of Scheue , buurs. in het graafs. Bergh, heerl. Gendringen,
prov. Gelderland, kw., arr. en 6 | u. Z. Z. 0 . van Zutphen, kant. en
4| u. 0. Z. 0 . van Ter-Borg, gem. en jj u. Z. Z. 0 . van Gendringen.
SCHRIJVERS-DIJK, voorm. dijk in het Land-van-Voorne , prov.
Zuid-Holland, längs de noordzijde van den Ruggepolder, thans gesiecht
en een gedeelte van den rijweg van Oostvoorne naar Brielle uitmakende.
SCHRIJVERSHOEF , ook wel Schruvebshoeven en Schrijvehoeve ge-
speld , hofstede in de Meijerij van ’s Hertogenbosch, kw. Peelland,
prov. Noord-Braband, Tweede distr., arr. en 2 u. 0 . ten Z. van 's Herr
togenbosch, kant. en 1£- u. 0 . N. 0 . van Boxtel, gera.enj u. Z. W.
van Schijndel, in het geh. Keur
Deze hofstede j welke soms als een geh. voorkomt, beslaat, met
de daartoe behoorende gronden , eene oppervlakte van 7 bund. 73 v. r.
38 v. eil., en wordt thans in eigendom bezeten, door den Heer F. A.
Marders , woonachtig te Schijndel.
SCHRING-KAAG, pold. in de Schager-kogge, prov. Noord-Holland,
arr. Alkmaar, kant. Schagen, gem. Barsingerhorn-Kolhorn-en-Haring-
huizen; palende N. aan den Wieringer-waard en aan den Ooster-waard ,
0. aan het d. Kolhorn , Z. aan den Weeren-polder , W. aan de Oos-
ter-kaag.
Deze polder beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
103 bund. 9 v. r. 28 v. eil.; waaronder 89 bimd. 90 v. r. 2 v. eil.
schotbaar land; telt 43 h., waaronder 2 boerderijen ,' en wordt door
«enen molen , van het overtollige .water ontlast. Het polderbestuur be-
staat uit zeven leden.
SCHRINS, geh., prov. Friesland, kw. Westergoo, griet. Baarde-
radecl, arr. en5u.Z. W. van Leeuwarden, kant. e n l | u . W.N. W. van
Rauwerd, i u. Z. van Oosterlittens, waartoe het behoort ; met 6 h.
ea ongeveer 40 inw.
SCHROBBERSVEN , groot ven in de bar. van Breda, in de Ostaijensche
foide, \ u. Z. W. van Groot-Zundert. Daaruit loopt eene turfvaart
eerst W. en daarna N. 0 . door deze gem. naar den ijzermolen , onder
Rijsbergen , nabij de Rith.
SCHROEHOE, d. in Oost-Indie, op het Sundasche eil. Java, resid.
Kadoe, ads. res. Magelang.