nadeel van Zwolla en andere plaatsen aan de Vecht, en heeft later
den naani van S c h ip b e e k bekomen. Zij was evenwel in het jaar 1422
nog niet geheel voltooid, zijnde het tijdstip, wanneer zij het eerst
gebruikt werd, onbekend. Uit kracht van eenen openen brief van Ko-
ning F u i p s , op den 17 Maart des jaars 1876 geteekend, waarbij
aan die van Deventer het regt gegeven wordt niet alleen om de S ch ip b
e ek naar goedvinden te verwijden en te verdiepen , raaar ook om er
eene schouw öp te leggen , slelde de liegering vroeger jaarlijks uit haar
midden eenen Dijkgraaf en twee Heemraden aan, die, benevens eenen
der Stads-Secretarissen , eens in het voorjaar en eens in den herfst |
die schouwe verrigten. Deze hegon op de hoogte van de kleine stad
Diepenheim en ging tot aan de stad Deventer. In het kerspel van
Markelo had de Erf-Markenregter, in het schonlambt van Holten en
Bathmen de Schout, het regt, om zieh als Heemraad bij de schouwe
te voegen , gelijk de Burgemeesters van Goor en Diepenheim de zoo-
genaamde Goorsche-beek , zijnde eene streng van de S c h ipb e ek , welke
van het Westerflier naar Goor loopt, mede door hunnen afgevaardigde
hielpen bezigtigen. Het zelfde regt genoten de eigenaren van de hui-
zen Weldam, Diepenheim en Westerflier, ieder in hunnen kring. De
schouw, geena bijzondere keuren gehad hehbende, regelde zieh in hare
uitspraken naar bet dijkregt van Zalland. Thans wordt de schouw
daarover door de besturen der aanhelendende gemeenten gevoerd. De
S ch ip b e e k is alleen in het voor- en najaar door schuiten bevaarbaar, en
kan ’s zomers op vele plaatseu droogvoets doorgegaan worden.
SCHIPBEEKHUIZEN , buurs., prov. Overijssel, arr. en 4 | u. 0 . len Z.
van Deventer, kant. en 8 | u. W. ten Z. van Enschede, gem. en
2 | u. Z. van Diepenheim; met 6 h. en 40 inw.
SCHIPBORG , ook S ch ipbokk , geh. in Oostermoerderdingspil, prov.
Drenthe, arr., kant. en 2£ u. N. N. 0 . van Assen, gem. en £ n.
N. N. W. van Anloo; met 10 h. en 80 inw. — Dit geh. had vroeger
eene marke, grool 481 burtd. 65 v. r., doch deze is onlangs geschciden
en hestaat niet meer.
SCHIPBORGER-AA (DE) o f h e t S ch ipbo bg er - d ie p , riv. in Drenthe.
Zie A a o f A h a .
SCHIPHOL (HET), b. in Amstelland, prov. Noordliolland. Zie
R ie tw i jk e r o o r d .
SCHIPHOLSLOOT (DE) , walerleiding in Amstelland, prov. Noord-
Holland, loopende van de grens of scheisloot van Nieuwer- Amstel,
in eene westelijke rigting naar de Rinqvaarl-van-het-Haarlemmermeer.
ZU is de grensscheiding tusschen de gem. Rietwijkeroord en Aalsmeer-
en-Rudelstaarl.
SCHIPHORST, geh. in Dieverderdingspil, prov. Drenthe, arr. en
u. Z. Z. W. van Assen, judic. en adm. kant. en 1£ u. 0.
ten ¡Z. van Meppel, gem. en 1£ u. W. van de Wijk ; met 40 h.
en 320 inw. 'a
SCH1PIBO, verl. plant, in Nederlands-Guiana, kol. Suriname, aan
de Boven-Commewijne, ter regterzijde in het afvarenj palende boven-
waarts aan bosschen en zwampen , benedenwaarts aan het verl. Land-
van-Jokkomomo.
SCHIPLUIDEN, gem. in Delfland, prov. Zuid-Holland, arr. 's Gra-
venhage, kant. Delft (3 k. d., 24 m. k., <9 s. d. ) ; palende N. aan
de gem. Hodenpijl, 0 . aan het Hof-van-Delft, St. Maartensregt-en-
Dorp-polder-en-Zouteveen, Z. aan St.-Maartensregt-en-Dorp poldsr,
W. aan St.-Maartensregl-en-Dorp-poldcr-en-de-Lier.
Dez« gem. bevat het d. S c h i p l u i d e n en da Kl a a s - E n g e l -
b r e g t s - p o l der , benevens gedeelten van den K e r k -p ol d e r en van
den Dorp - p o l d e r en eenige verstrooid liggende heizen. Zij beslaat
eene oppervlakte, volgens het kadaster , van 449 bund. 81 v. r. 81 v.ell
waaronder 448 bund. 97 v. r. 48 v. eil. belastbaar land ; men telt
er 93 h., bewoond door 101 huisgez., uitmakende eene bevolking van
880 inw., die meest hun bestaan vinden in het maken van boter
en kaas. Ook beeft men er eene leerlooijerij en eene scheepstimm
e rw e r f . , , .
De Herv., die er 210 in getal zijn , maken met die van de naburige
bürg. gem. Ho d e n p i j l en S t . -Maar t e n s r e g t - e n - Dorp-pol -
der, alsmede eenige: uit de gem. Z o u te v ee n en van Abs t regt
eene gem. uit, welke 390 zielen telt, onder welke 180 Ledematen.
De eerste die in deze gem. het leeraarambt heeft waargenomen , is ge-
weest J ohannes L a b r e n t ii v a n V elsen , die in het jaar 1891 herwaarts
kwam en in het jaar 1603 overleed. Bij vacature maakt de kerkeraad
een twaalf-, zes- en drielal, uit welk laatste de Ambachtsheer eene
k e u s d o e t . . . . . < ■
Be R. K., die er 290 in getal zijn , maken met die u it de naburige
gem. Ho d e n p i j l , S t . -Ma a r t e n s r e g t - e n - D o rp po ld e r , d«
L i e r , H o f - v a n - D e l f t , G r o e n e v e l d e n Zo u t ev een eene sta t.
uit, welke to t het aartspr. van Holland-en-Zeeland, dek. van Delf-
land, behoort, en waarvan de kerk onder Hodenpijl Staat. D e z e sta t.
telt 1100 zielen, onder welke 675 Communikanten , wordt door eenen
Pasloor bediend, en heeft eene eigen begraafplaats.
Men heeft in deze gem. eene school , welkegemiddeld door een getal
van 100 leerlingen bezocht wordt.
Deze gem. is eene heerl., w e l k e vroeger bezeten werd, door het Over-
ijsselsche adellijke geslacht v a s H dfe e l , doch later een eigendom is
geworden van het geslacht B achham , door Wien het nog tegenwoordig
bezeten wordt, zijnde daarvan tegenwoordig eigenaar Mr. E. D. G au
vas S t e l l e sd a h , woonachtig te ’s Gravenhage.
Hetd. S ch iplu id en ligt 2 u. Z. van ’s Gravenhage, 1 u. L. W. van
Delft , aan de vaart naar Ylaardingen en Maassluis.
Men vindt den naam van dit dorp op de volgende onderscheidene
wijzen gespeld , als : S c h ijp l ie d e , S c ie p l ed e , S c hie pl eda. en S c h e e pl ed a ,
onder welken laatstgemelden naam het reeds in den jare 900 bekend
was. Graaf D ir k V noemde het in den jare 1083, bij zekercopene
brieven, S c h ip l ed en : in brieven van Hertog F il ip s van B ourgondib ,
aan de stad Delft enz. verleend, in 1480, wordt het S c h ip l u t d e s ,
geschreven. Sommige beweeren , ter staving van den oorsprong dezer
benaming, dat de Maas weleer tot aan dit dorp zoude gevloeid heb-
ben , en dat de zeevarenden zieh derhalve aldaar aan boord hunner
schepen begaven , even als nu te Vlaardingcn en Maassluis geschiedt,
dat men voorts, bij die gelegenheid , gewoon was te roepen , scheeplui ! ,
scheeplui! en dat bet dorp van dat geroep zijnen naam zoude ontleend
bebben ; dit zoude zeker niet onwaarschijnlijk voorkomen, indien er
»iet tegen bedacht werd, dat het dorp zeer ver van de Maas gelegen
en het derhalve onwaarschijnlijk is , dat men van daar op gezegde rivier
te scheep zoude gegaan zijn j doch weder anderen opperen daarom-
trent weder: dat, vaststellende, zoo als algemeen aangenomen wordt,
dat het dorp Maasland, deze zijne benaming gekregen heeft van zijne
ligging op eene gorze, uit de Maas aangewassen, het dan ook zeer mogelijk
kan zijn, dat gezegde rivier, vöor dat de gemelde gorze aangewassen is