Deze weg, welke m e t b o om e n b e p l a n t en o n g e v e e r 1000 elleD lang
i s , o n t l e e n t z i jn e n n a a t n v a n b e t b o s c h d e Schaltn, w a a r h ij l ä n g s
lo o p t .
SQHALSMEER, voorm. meer in Kennemerland, prov. Noord-Holland.
Zìe ScflAALSMEER.
SCHALSÜM, S cbalzub , ook wel S chalseb gespeld, d., prov. Friesland,
kw. Westergoo, griet. Franekeradeel, arr. en 3 u. W. van
Leeuwarden , kant. en 2 u. 0 . ten N. van Harlingen, J u. N. O.
van Franeker, aan den rijweg van Franeker op Ried.
Dit d., hetwelk eertijds met Zwe in s , P e i n s , R i e d e n Roe r
de Franeker Vijfga uitmaakle, telt 20 h. en omtrent 120 inw., die
meest in den landbouw hun bestaan vinden.
De landen van dit dorp zijn meerendeeis laag, vooral in het Zuid-
oosten, Noordwesten en Noorden , doch de twee groote poldermolens,
onder dit dorp bestaande, zijn overvloedig toereikende, om niet alleen
de landen van S ch a lsu b , maar ook vele landen van B o e r , R i e d ,
Pe ins en Zwe in s droog te houden.
De inw., die e r, op 14 n a, allen Herv. zijn, onder welke rnim
20 Lederoaten , maken eene gem. uit, welke tot de klass. van Harlingen,
ring van Franeker, behoort.
Na de Hervorming, tot in 1738, moest de Predikant van S chalsub
de balve dienst te Boer vervullen en om den vierden Zondag aldaar
prediken, doch na dien tijd is Schalsub niet meer gecombineerd ge-
weest.. De eerste, die hier het leeraarambt heeft waargenemen, is ge-
weest zekere W igerus (vermoedelijk W igercs M illesios) , die hier eerst
Pastoor was , en in het jaar 1367 tot de Hervormden is overgegaan en
in dat zelfde jaar naar Emden gevlugt is. Later was E gbertus S ickens
A erarius , in 1388, hier Predikant, doch werd in 1394 naar Groningen
beroepen. Vóór de Reformatie had S chalsub ook eenen eigen Pastoor,
die 100 goudguld. (130guld.) en eenen Vicaris, die 80 goudguld.
(120 guld.) inkomen had. De kerk belioorde onder den dekenstoel van
Franeker en betaalde aan den Proost van St. Janskerk te Utrecht
’s jaars 8 Schilden of 18 gülden. In bet jaar 1333 is de kerk te S chal-
sum hijna geheel vernieuwd, toen Heer R eabdi Pastoor en welligt J ohannes
G ruda destijds vicaris was. Toen was J arich van B otn ia , te Franeker,
Heerschap te S chalsub. Dit was weleer in een Latijnsch opschrift
te lezen boven de deuren van het koor, doch dit geschrift is bij het
verwen der kerk vernietigd. Tan ouds was de Loren te S chalsub geheel
met eenen klimop-boom bewassen , waarin zoo vele musschen en ander
schadelijk gevogelte huis hield , dat men meermalen, om de schade van
het koren en andere vcldvruchten te voorkomen, genoodzaakt was de
vogelnesten er uit te scheuren, totdat men eindelijk den klimopboom
geheel heeft weggenomen. Het spreekwoord : to S chalsub ijnne klim-
merbeam (te S chalsub in den klimop-boom) herinnert nog aan dezen
boom. De klok, welke van een beider gelnid is, is gegoten in 1703,
en men leest daarop den naam van S icko van G oslinga, toenmaals
Grietman van Franekeradeel. De kerk is in 1711 van binnen betim-
merd en met den tegenwoordigen fraaijen predikstoel versierd. Er is
daarin geen orge!, maar men heeft er nog eene njs en eenen water-
steen. De toren, welke voorheen stomp was, is in 1803 met een net
spilsje voorzien. Men heeft er ook eene ouderwetsche goede pastorij.
De 3 Doopsgez., diè er wonen, worden tot de gem. van Franeker.,
gerekend. — De 11 Christelijk Afgescheidenen, die men er aantreft,
bchooren tot de gem. van Minnertsga.
In dit d. is geboren U lb b of U lp iu s C is s a eu s (1), ook wel T r a j a n u s
toegenaamd, een vriend van den geleerden E rasmus van Rotterdam. Hij
was zeer ervaren in de Grieksche taal en Professor te Erfurt; doch zijne
gehechtheid aan de Roomsche godsdienst deed hem in ongunst bij de
Lutherschen vallen , te meer daar hij ook eenige boeken tegen L u t h e r
en zijne leer had geschreven.
SCHAM (HET), polderland in het Overkwartier der prov. Utrecht,
arr., kant., gem. en O. van Amersfoort, in den hoek, gevormd door
de Flier en de Modderbeek. Het beslaat eene oppervlakte van 30 bund.
SCHANDEL, d., deels in de heerl. Everlingen , deels in de heerl. Usel-
dingen, grooth. Luxemburg, kw., arr. en 3 j u. Z. W. van Diekirch,
kant. en 1-J u. O. N. 0 . van Redingen , gem. en J uN. van Useldingen.
De inw. vinden meest in den landbouw hun bestaan. Zij zijn allen
R. K., behooren tot de stat*. van Everlingen en hebben hier eene ka-
pel, welke door eenen eigen Kapellaan bediend wordt.
SCHANDELO of S chandelen, geh. in Opper-Gelder, prov. Limburg,
distr., arr. en 7 u. N. van Roermonde, kant. en 3 u. N. van Venlo,
gem. Arcen-en-Velden, 10 min. N. 0 . van Velden, waartoe het be-
faoort; met 39 h. en ruim 240 inw.
SCHANS (DE), geh. in het Land-van-Altena, prov. Noord-Braband,
arr. en 7 u. W. N. W. van 's Hertogenbosch, kant. en 4 u.
W. N. W. van Heusden, gem. de Werken-en-Sleeuwijk, | n. Z. van
Sleeuwijk, längs den Werkensche-dijk, bij toi no. 1, van den
grooten weg der eerste klasse no. 3 en heeft dien naam naar eenen
post, welke aldaar gelegen heeft.
Thans (1847) wordt in de nabijheid, een weinig oostwaarts van den
grooten weg , weder eene aarden redout met een bomvrij gemetseld re-
dui t , benevens eene batterij op genoetnden weg aan gelegd. — Ten
zuiden daarvan ligt de Schanswiel en het Schansgat. Zie die woorden.
SCHANS (DE)', alleenstaand h. in het Klei-Oldambt, prov. Groningen ,
arr. en 3 u. N. van Winschoten, kant. en 3J u. N, 0 . van Zuidbroek, gem.
en J u. Z. W . van Termunten, onder Woldendorp, aande Binder-Ee.
SCHANS (DE) of O ud-M eerestein , voorm. buitenp. in het baljuws.
van Blois , prov. Noord-Holland, arr. en 2 u. N. van Haarlem, kant.
gem. en aan het noordoosteinde der Breestraat te Beverwijk.
De benaming van de S chahs heeft zij ontleend van de vreemde krijgs-
benden , welke Hertog Albert van S axen , Stadhouder wegens den Eeizer
M axibiliaan , ten getale van drie duizend man , naar deze gewesten
zond in het jaar 1492, om het oproer van het kaas- en broodrolk te
stillen en de medepligtige Kenneuiers nevens de West-Eriezen (uitge-
nomen Enkhuizen , dat zieh alleen daarmede niet .bemoeid had) gestreng
te straffen , want een groot aantal dezer krijgsknechten, in het
begin der maand Mei met geweld meester van Beverwijk geworden
zijnde , vestigde zieh hier ter plaatse en bebolwerkte haar op het sterkste,
van mening zijnde, zieh aldaar eenen geruimen tijd op te houden , en
alom eenen goeden buit in te zamelen ; des anderen daags trok eene hoop
uit naar Heemskerk en versloeg aldaar eene groote bende kaas- en.brood*
volk, en den 13 Mei, naar Velsen en Schoten en plunderde die beide plaat-
sen geheel ui t , tot zelfs voor de poorten van Haarlem, alles wegroovende
en in brand stekende, en eenen rijken buit van goederen en beesten naar
bunne verschansing te Beverwijk medeslepende. Anderdeels is die benaming
voortgekomen van de alhier door de Spanjaarden opgeworpen sterkte,
(1) Deze Cissaeus ontleende zijnen naam van Ctsatis (klim).