de kust aldaar cenige gocde havcns, waaronder als de voornaamste r
de Wi l lems - cn Ber i ngs - ba ai gcnoemd worden.
Het plantenrijk levert rijst, djagong, katjang, oebie , mangas en klap-
pcrolie , maar vooral komt het sandelhont in aanmerking hetwelk aart
bet eiland zijnen naam gegeven beeft, hoe wel oncigenlijk , daar dat
liout hier niet bijzondcr overvloedig is , en ook de inwoners bet niet
kappen , zij laten dit evenwel enkel uit vooroordeel, en beletlen dit
aan vreemdelingen niet. De voornaamste sandellioutbosschen zijn aan
de Noordkust,. ook valt aldaar veel schamoniehout. Katoen , rijst,
kokos, turksclie larwe, inlandsche aardappelen en vrucblen zijn er
voldoende om in de behoefte der bevolking te voorzien. De bodem bevat
mariner, dat tot ringen gcvormd en gepolijst wordt, voorts vulkanische
stoffen, kalk, en over bet algemeen eene zwarte opperkorst. Het water
is hier zuurachlig en voor ben , die er niet aan gewoon zijn , zeer nadeelig.
De voornaamste dieren zijn de karbouwen, zeer fraaije paarden, geilen,
varkens en honden.. Het gevogelte is als dat van de nabunge ei-
landcn. In de bosschim worden vele bagedissen en slangen gevonden ,
welke laatste echter niet vergiftig zijn 5 ratlen zijn op dit eiland zeer
menipvuldia en maken een geliefkoosd voedsel van de bevolking'uit.
De zee en de kleine riviertjes zijn zeer vischrijk, doch de eilanders zijn
siechte visschers»
Het eiland wordt bewoond. door slerk gespierde en kloeke menschen.
Zij zijn bruin van kleur en hebben geen günstig gelaat, zijn spoedig
ter nedergeslagen en benemen zieh zelven somtijds liet levcn , lets ,
dat in Indie onder de zeldzaambeden behoort. Onder elkander zijn
zij eerliik, doch den vreemdeling, ofscboon zij dien gastvrij ontvan-
gen , bestelen zij gaarne. In den oorlog zijn zij zeer lat harlig,
zoodat er zelden gevocbten wordt ? { en zij , wanneer een hunner bewend
wordt, spoedig van het slagveld vlicden. Zij zijn arbeidzaam,
bebouwen hnnne akkers, breijen netten, slaan touw cn vlechlen matten.
Ofschoon door geen licht van eene geopenbaarde godsdienst be-
straald, levep zij zeer ingetogen en zedig, zoodat het sehenden van
de wet der zedelijkheid bij ben eene groote zeldzaamheid is. Hunne
sodsdienst schijnt alleen op overleveringen gegrond te zijn , want , daar
li\ Priesters, tempels, noch boeken hebben, worden de offeranden door
de ondslen des volks , en de godsdienst door de hursvaders m hnnne
woningen. verrigt. Zij gelooven in eenen goeden Geest, die zij als een
almagtig God vereeren . in eenen Beschermgeest, in eepen boozen geest
en in een volgend leven , hetwelk volgens hun gevoelen een lusthof,
of paradiis zal zijn. 3 De offeranden geschieden met groote plegt.ghe.d , doorgaans aan den
oever der zee , onder eenen geheiligden boom, in de nabijheid van,
of somtijds op de graven der voorvaderen , en wel bij voorkeur des
nachts onder het geraas van bekkens , trommen , fluiten , krijgsdansen
en luidruebtig geschreeuw. Het offerdier wordt op eenen .gewijden
steen gebragt en de omtrek door Vnren verlieht, die de woesle groe-
pen der feestvierende Sumbawers, welke allerlei afschuwe yke gelaats-
trekken aannemen, en bij den dans het ligehaam verdraaijen, als
bewoners van heische gewesten voorstellen. _ •
De ingewanden worden bezigtigd , ten einde heil of onbeil te voor-
spellen. Het offer wordt niet door vuur vertcerd , maar door de me-
nigte gegeten , en een gedeelte daarvan voor den goeden Gees over-
gelaten. Bij plegtige verbonden , gewigtige ondcrnem.ngen , sterfge-
vallen ¿11 bij den oogst hebben zulkc offeranden plaats , welke aan
de gebruiken van de oudste volkcn der aarde herinneren, Aan de
schimmen der afgestörvenen wordt door lien dagelijks eenige spijs ge-
offerd. Kleeding en wapening zijn bij deze volken schier aan die der
Alfoeren gelijk en behoeven geen afzonderlijke vermelding. Hunne
lijken begraven en dekken zij met groote steenen. De godsdienst der
Sumbawers verschilt geheel'en al van die der Braminen , Buddisten
en Chinezen , maar beeft zeer vecl overeenkomst met die der Aarts-
vaderen. Het is ^pmerkelijk, dat zonder priesterständ, bet geloof
aan God onder dit volk is bewaard gebleven; weshalve het , als uit
Azie afkomstig, mag beschouwd worden.
De Boetonnezen , Endenezen en Makassaren, voeren er geweer , linnen
en doeken in , waarvoor zij katoen terug ontvangen.
SANDELIN(jEN-AMBACHT, S andeling-A m b jc iit of A d b ia a b - P ie t e r s -
A b ea c h t , gem. in den Zwijndrechlsche-waard, pro v. Zuid- H olland,
arr. en kant. Dordrecht (11 k. d,, 6 m. k., <5 s. d.) j palende N. aan
Bldderkerk, 0 . aan Hendrik-Ido-Oostendam-en-Schildmanskinderen-Am-
bacht, Z. aan Heer-Oudelands-Ambacht en Kijfhoek, W. aan Rijsoord.
Deze gem. bestaat uit aanzienlijke bouwerijen , bij elkander gelegen,
te zamen een welvarend dorp uitmakende. Zij beslaat, vojgens het
kadaster, eene oppervlakte van 332 bund. 21 v. eil., waaronder 530 bund.
43 V. r. 81 v. eil. belaslbaar Iand. Men telt er 54 h., bewoond door
65 huisgez., uitmakende eene bevolking van ruirn 380 inw., die meest
in landbouw en vlasserij bnn bestaan vinden.
De inw., die hier, op 3 na, allen Herv. zijn , hebben eene kerk in
gemeenschap met de naburige gem. van H en d r i k - 1 d o - 0 o slen-
d am- e n - S c h i ldma n s k in d e r e n -Amb a c h t . — De 3 R. K., die
er wonen, worden tot de slat. van Dordrecht gerekend. — Deze gem.
beeft mede eene school in gemeenschap met de gem. II e n d r i k - I d o -
O o s t e n d am - e n - S c h i l dmu n s k i n d e r e n -Ämb a c h t .
Zij ontleent hären naam van zekeren A dhiaah P ie t e b s S a h d e l in g , wiens
beeldtenis vroeger gevonden werd op de deuren van* eene uitmuntende
schilderij , welke de-J czu s -kape 1, in de groote kerk te Dordrecht,
1 versierde en naderhand onder zijne nakomelingen bewaard geweest is.
SAKDEUNG-AiffBACiiT is eene hcerl., welke in het laatst der vorige eeuw
in eigendoin bezeten werd , door den Heer X av eb io s S ch e e td s , en thans
toebehoort aan den Heer F banciscos J oannes Baron van W u c k e r s l o o t ii
van W eek d e st e tn , woonachtig te Brussel.
Het wapen dezer gem. beslaat uit een schild van keel, met drie
banen van zilver, geplaatst twee en een.
SANDELINGEN-AMBACHT, onbehuisde pold. in den Zwijndrechtsche-
waardi, prov. Zuid-Holland, arr. en kant. Dordrecht, gem. Sande-
lingcn-Ambacht; palende N. aan Ridderkerk en de gem. Sandelingen-
Ambacht, 0 . aan Hendrik-Ido-Ambacht, Z. aan Heer-Oudelands-Am-
bacht en Kijfhoek, W. aan Rijsoord.
Deze polder beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van
296 bund. 42 v. r. 44 v. eil., alles schotbaar land , en wordt door
'eenen watermolen en ‘eene sluis, op de Waal, van het overtollige Water
ontlast. Het polderbestuur bestaat uit Polderschout en Dijkgraven,
SAN DEN (DE), geh. in Fivelgo, prov. Groningen, arr. en 8 u.
W. van Groningen ,■ kant. en 2 i u. Z. van Hoögezand, gem. en 1 u.
Z. van Slochteren , 20 min. N. W. van Siddeburen , nabij het Schilt-
meer ; met 9 b. en 40 inw.
SANÜENBÜRG, eertijds S ande gcnoemd , ridderhofst. in het Over-
kwartier der prov. Utrecht, arr. cn 4 u. Z. len W. van Amersfoort,