XXXVI.
Hóofd-
L STUK.
fchiet aldaar in de Herfft Kuit op Ondieptes
in kleine Rivieren ,en bedekt dezelve met Zand,
waar uit in ’t Voorjaar eerft een klein Vifchje
voortkomt, dat dan naar Zee loopt. In de Ry-
tyd zyn deeze Viflchen zeer fchraal en mager,
ja naauwlyks meer dan Vel en Been. Ook is
de Salmvangft'in Schotland , om die reden,
van den 8 September tot den 1 December
geheel verbooden (*).
Ongelooflyk is ’t welk een menigte van Salra
in de Noordelyke deelen van Groot Brittannie
gevangen worde, alwaar het een gemeene Spy-
ze is ,z o verfch als gedroogd, Van Perth voert
menze naar Edenburg en van daar wordt de
Vifch, in menigte, gezouten en ingepakt, tot
Vertiering buitenslands; naar Engeland, Vrank-
ryk en «zelfs aan de Ooftzee. Even zo wordt
de Salm, in ongelooflyke veelheid, van Ber-
wick aan de JPweed, over Land gevoerd naar
Sheals,, by Newcaftle, daar men ze in de Pekel
legt en dan naar Londen brengt, onder den
Naam van Newcaftle-Salfn. Het Vlek Cardi-
gan niettemin , aan de Weftzyde van Engeland
, op de Rivier Tyvy gelegen, is beroemd
wegens de veelheid van den beften en groot-
ften Salm , in het geheele Ryk, die deeze Rivier
uitlevert ( f ) .
In verfcheide deelen van Engeland zal waarfchynlyk
(*) Ibid. gag. 204.
( t ; Ibid. VOL. XI. p. 36«.
fchynlyk de manier van SalmvaDgft verfchil- IV.
lende zvn. Dus verneem ik dat men te Ly- AFDE)!t*
mington, h welk aan de Vafte Ruft, tegen over Hoofd^
het agterfte van 't Eiland Whigt gelegen is , stuk.
een voornaame Viflchery heeft in de Kreeken
en Riviertjes, die aldaar niet zeer breed zyn.
Deeze worden afgedamd met een Soort van
Kiftwerk, waar in Valdeuren zyn , diemendigt
doet als ’er de Salm door heen geloopen is. Verfcheide
zulke Dammen heeft men 'e r , boven
elkander, tot dat de Salm op ’t laatft in een
naauwe Kom loopt, waaruit men hem met een
Net kan ophaaien. Somtyds wordt hy ook wel
in ’t overlpringen op die Dammen gevangen.
Voor anderhalf honderd Jaaren, reeds, werdt Bepaaiing in
in ons Land eene bepaaling gemaakt omtrent ’ ~
het zetten der Salmfteeken en Schuttingen in
de Merwede en Maas, van Gornichem af tot
Dordrecht , en van daar voorby Rotterdam,
Delftshaven , Schiedam, en voorts tot in het
Zoute Water toe; ten einde daar door niet de
Vaart geftremd de Vaartuigen in gevaar ge-
bragt of de Rivieren ze lf, door Verzanding,
verlamd mogten worden: zynde derhalven , by
vernieuwing van dat Plakkaat, in den jaare 175a
het gebruiken van Elzen, Eiken o f ander hard,
als mede van te dik Wilgen H out, tot de
Salmftaaken , als ■ ook het zetten der Fuiken
of Schuttingen van den Wal af , dieper dan
vier Voetea onder Water, met gemeene Ebbe,
of op Zandplaaten, op zwaare Boeten ver-
"'i.SEEL. yiii. stuk, L 3 boo