IV.
A fdeel.
XLV.
H oofdstuk.
xv.
Idfrarus.
xvr.
Rutilus.
\ oorn.
voorttcelt op ongevaar drie- en zedig en een halve
Graad Noord - Pools Hoogte. Volgens L in-
n&us houdt hy huis in de Meiren van Europa.
Elf Straalen heeft A r t e d i , naderhand,
gevonden in een Voorwerp, k welk zeven
Duimen lang was en omtrent anderhalf Duim
breed, komende ook nog wel grooter voor. In
de Rugvin van hetzelve waren ïo , in de
Borftvinnen tó of 17 , in de Buikvinnen 9 en
in de Staartvin 19 Straalen. G ronovius hadt,
zo wel in de Rug- als Bord- en Aarsvinnen»
ieder, n Straalen geteld.
*
O 5) Karper met de Aarsvin van twaalf Stracu
len , de Buikvinnen Bloedkleur.
Deeze, die in de Meiren van Sweeden gevonden
wordt, zal mooglyk de Idbarn zyn,
waar van gemeld wordt onder de voorgaande
Soort (*). Inde.Rug- en Staartvin, naamelyk,
zyn even veel Straalen gevonden.
(16) Karper met de Aarsvin van twaalf
Straalen en roodagtig.
Den
( 1s) Cyprinus pinna Aniradiis duodteim, pinnis VcntraliBus
Sa*gulncis. Syji. Nat. X.
(*) Arted. Syx. p. 5. Angermannis Stamm ï Suecis Smo
landis Ruda ? Silienfibus Idbarnï Doch hy fielt dit alles maai-
Vraagswyze en als bedenkelyk voor.
(16) Cyprinus pinna Ani radiis duoiecirx rubicundü. Faun.
Su!c. 319. Cyprinus Iride pinnis Ventris ac Ani plerumqu-
mbentibus ART. Gin. 3. Syn. io. Spie. 10. GR0 n. MuJtT
J. n. 8 AS. Ups. 1741. p. 74. N. j i . Koning van Ruifch»
AS. Ups. 1741. N. s i. Rutilus five Rubellus Fluviatilis.
WlLL. p. 2(52. RAJ. p. 122.
Den algemeenen naam van Voorn geef ik aan
deeze Soort, die van fommigen gecyteld wordt
blanke Voorn, omzc dus van de Ruifch of Rietvoorn,
die geelagtig is, te onderfcheidcn. In
Sweeden, daar menze Meurt noemt, is deeze
Vifch in alle Meiren, niet minder dan by ons,
gemeen. Men noemt hem, in Deenemarken,
Reudfcballig, in Duitlchland Rotauge of Rood-
Oog QüRötel, in Engeland Roche, in Vra'nkryfc
Rojje of Rotele, in Italië Piota.
Hy onthoudc zig minder in Rivieren en fterk
ftroomende, dan in Meiren en ftaande Wateren
, of Slooten, Vaarten en Vyvers, alwaar
de Voorn op een wonderbaare manier, en veel
meer dan andere Vifch , Vermenigvuldigt;
wordende ook zelden geheel uitgeroeid.' On-
dertuflehen is hy, doorgaans, week, laf en on-
fmaakelyk, wordende weinig dan van den ge-
meenen Man gegeten en zelden ter Markt ge.
bragt, dan in ’t Voorjaar, als men weinig andere
Vifch heeft.
De Heer Klein Relt in zyn Geflagt van
Braafemen , (die van de Karpers verfcbillen,
doordien de Rugvin korter en de Aarsvin langer
is ,) eene Soort vooraan, welke hy deezen
Uftvoerigen naam geeft. ., Braafem, met alle
», Vinnen en de Staart rood, de Rugvin zwart-
„ agtig ; de Zyden geelagtig gekleurd : het
» L y f, boven de geftippelde Zydftreep, uit den
„ bruinen blaauwagtig, onder dezelve geheel
„ Zilverkleur; de Schubben breed geftreept;
L »ïü. Ym. $tuk, D d 3 », de
XLV.
Hoofd.
stuk.
Voorn.