XLII.
HOOFDSTUK.
Haan».
276 B ï s C h r y v i n g v i s
pynfche Eilanden, daar deeze Schryver van getuigt
, dat dezelve van binnen en buiten rood is,
en in ééne nagc, door op te hangen, in een hoog
rood Vogt ontbonden wordt, dat zeer beften-
dig is van Kleur, en waar van men, om te
Schilderen, gebruik maakt. De Vifch, die een
halve Span lang is, heeft Wratten in plaats van
Schubben. Hy noemt hem Hirundo Luzonica,
die Venynig is en zeer rood, Bangol genaamd
by de Ingezetenen.
Het fchynt my toe dat de Vliegende Viffchen
van Kleur veranderen. Immers een kleintje,
dat ik heb, is roodagtig bruin en van dergely-
ke Kleur heb ik ’er grootere gezien, als een
Haring i doch die, welke de Heer W. v a n d e r
M e d l e n in zyne Verzameling heeft, en daar
wy de Afbeelding hier van geeven, is op de
Rug wel eenigermaate rosagtig of bruin, maar
voor ’t overige fchoon Zilverkleur. De laagte
bedraagt ongevaar een Rynlandfchen Voet.
XLIII. H O O F D S T U K.
Befchryving van ’t Gefiagt der Vinger-V is-
schen , wegens zekere Byhangzels aan de
Kieuwvinnen dus genaamd.
Deezen naam geef ik aan Viffchen, die in ’e
Griekfch Polynemus getyteld zyn door
den-Heer G ronovius; zynde dat woord, om
de onbepaaldheid, door zyn Ed. gebruikt in
plaats