r i v .
A fdeel.
XLI.
H o o p d »
STUK.
wien zyn Ed. een gefchubden K o p , doch de
Kieuwendekzels ongefchubd toefchryft, onder
de Neusgaten voor de Oogen, die digter aan
’t end van de Snoet zyn dan aan de Kieuwen-,
dekzelen , wederzyds een Beenige Plaat, die
van onderen Zaagswyze getand i s , waargenomen
» Hier van maaken z y , zo hy wil, gebruik,
om zig vaft te houden, en als voor
Anker te leggen, om niet door de Baaien weggerukt
te worden, verbergende, ten dien einde
den Kop, [zo ik oaderftel, in de Slyk of
Modder]. Maar, zou men vraagen mogen ;
waar toe heeft de Harder dit meer noodig dan
andere ViiTchen ; daar hy niet behoeft te
loeren op zyne Prooy, als eetende enkel Zee-
Wier o f Slyk. Zou hy ook liever daar van
gebruik maaken, om de Steden o f Bladen daar
mede af te vylen, ge]yk dit aan het Zwaard van
den Zaagvifch, door fömmigen, toegefchree-
ven wordt?
Zeer duidelyk* verklaart zyn Kd. dat ’er Tandjes
in de beide Kaaken zyn ; daar W illoughby
en Ray zulks vqlftrekt ontkennen. OoKzit-
t e a , volgens hem , de Schubben los. Nog
ruim zoo veel verfchil heeft in de Tellingen
der Vinftraalen plaats, welken hyin de voorfte
Rugvin 4 telde, die allen ftyf en fcherp waren ,
in de Aarsvin 11 en 2 daar van gedoomd, in
de Staartvin 15. L inn^eüs tekent ’er 12 in dee-
z e , die gevorkt is , aan. W illoughby vondt
I . O e E L . T i l l . S T U K . »e r
’er 13 in de Aarsvin, waar van de voorfte drie
korter, ftyf «n fcherp. De Rob was Spier-
agtig» gelykende naar de Maag der Graan-ee-
tende Vogelen.
Uit al het gemelde zou men haaft twyfelen
mogen, of alle de Befchryvingen der Autheu-
ren, welken de Heer Gromovius aanhaalt ( * ) ,
wel op deezen Harder toepaffelyk zyn. Ik
zal öndertufichcn hier fpreeken van het Gebruik
deezer Viffchen ; zo in ’t algemeen, als in de
Middellandfche Z e e , in ’t byzonder; alwaar
van derzelver Kuit een foort van Kaviaar bereid
wordt, welke de Italiaanen BoJurgo noemen
, zynde zeer bekwaam tot het opwekken
van de vervallen Eetluft, en zeer fmaakelyk,
wanneer men ’er een Glas Wyn op drinkt. De
Vifch , hoe aangenaam o ok, wordt van de
Geneeskundigen voor bezwaarlyk en niet gezond
gehouden.
Een zonderlingGebruik plagt men oudtydsvan
de Harders te maaken. Z y werden naamentlyk
de Mansperfoonen, die op de daad van Overfpel
betrapt waren, van agteren in ’t Fondament
gsftoken ( t ) : 4 welk te begrypen is , dat een
zwaa-
C*)Zoóphyl. Gron. Fafc. I. p. I2-9*
(4) Mugilis Piscis graniis Cafitis , pftremis txiiis, qui ia
Poiicem Mccchorum immitti foleiat : zegt de SCHOLlASTES op
JuvenaL. Sat. XV. Vers. 317- Men zou het eer , tot Straf
voor een andere Soort van Zonde, teepaflêlyk mogen agten.
I. Dïe l . VUI. Stuk,
A fdeel.
XLI.
H o o f d s
t u k .
Gebruik»