D E V l » C ' , , V l S ! C H I “ - ! ^
plaats van Pmsmmm, gelyk Artedi
fte Soort genoemd hadt. De naam is af kom- ^
ftig van zekere Vezelagtige o f Draadvormige HooF*.
Byhangzels, by het onderfte gedeelte der Borft- stuk.
vinnen, welken L innalus Vingers noemt , in
andere Viffchen ongewoon. V y f daar van waren
in die Soort, welke Pentanemus genoemd
wordt, in de andere zeven. •
Die Byhangzels maaken een der voornaamfte Kenmerken,
Kenmerken uit van dit Geflagtj 't welk bovendien
het L y f famengedrukt , overal ge-
fchubd; de Snoet zeer ftomp en uitfteëkende
heeft. In ’t Kieuwenvlies waren v y f of zeven
Beentjes geteld. Voorts is dit Geilagt van dat
der' Zeehaanén, die ook afgezonderde Vingers
nevens de Borftvinnen hebben, onderfcheiden;
zo door de plaatzing der Buikvinnen, als doordien
de Vingeren hier niet met Leedjes o f Gewrichten
zyn.
Van deeze Viffchen tekent L innjeus drie soorten.
Soorten aan, waar van de twee eerfte uit Welt-,
de laatfte uit Ooftindie afkomftigj zyn. De
fleer G ronovius hadt maar de eerfte Soort,
die in ’t Werk van Seba afgebeeld wordt, naa-
jnelyk
( i ) Vingermfch met vyf Vingeren, die langer
dan bet Lyf zyn. r
Q_uintju*rius.
Vyfvipgcri-
(*) Polynemus digitis quinque, Corpore longioribus. Syft.
2^ai. }t. Polynemus olSculis filiformibus utrinque quinqus ïd
innas Peciorales. Gron, Muf I. n. 7+.
I. Deel . VIII. Stuk, S 3