XLIV.
H o o f d stuk.
E lft.
van ontledigd, naar Zee. In ’t opzwemme*
zegt men , dat zy niet Graatig zyn , in ’t afzwem«
men al. Mooglyk komt dit daar van, dat de
Graaten zo veel zig niet vertoonen, wanneer
zy dik en vet zyn. Albertüs verhaalt, dat
men deeze Viffchen door ’t Geluid van Speel«
tuigen kan aanlokken , en uit dien hoofde
werdt , door dé Viflchers, een Schelletje aan
het Touw van 't Net gedaan. Rondeletiüs
j^egt j dat door hem het zelfde ondervonden
zy . „ Toen ik in het Steedje Maringus in Au-
„ vergne (in Vrankryk) was, zegt h y , en
„ menigmaal, om my te verluftigen, langs de
,, Oevers van de Allier ging wandelen, zag ik
„ de Elfcen aldaar toefchieten en fpringen op
,, 5t Vedel-Spel; ’t geen zig des avonds nog
„ duidelyker openbaarde. Deeze Rivier is zo
, , vol van Salrn en Elft, dat ik ’er twaalfhon-
,, derd, in één trek, met het Net heb zien
„ ophaaien.”
Volgens het Handfchrift van Baltnerus ,
die een voornaam Vificher te Straatsburg ge.
weeft is, komeD de Elften in April den Rhyn
o p , en zyn diestyds, eer zy Hom en Kuit ge-
fchooten hebben, uitmuntende. Z y doen dit
tegen ’t end van Mey, en zwemmen alsdan,
by groote Schooien, langs de oppervlakte van
het Water, daar hunne Rugvinnen uitfteeken.
Z y maaken diersyds een dergelyk gemor, als
een drift Varkens, en blyven by ons tot aan
de Maand July. De grootften weegen vier
P o n d
Pond. ScicooNEvELD heeft, aan de Elve en
Eider-Stroomen, Elften gezien, van anderhalf
Voet lang.
Op zulke plaatfen van onze Rivieren , daar
Salmviffcheryën z yn , wordt ook Elft gevan.
gen, die, hoewel minder in waarde dan de
Steur en Salm, evenwel ook voordeel geeft.
In ’c jaar .,1740 beliep dc Waarde van de ver
kogte Steur, Salm en E lft , te ’s Geertruiden-
berg, zeven- entwintigduizend Guldens. In ’t
jaar 1686 was het eens zo veel geweeft. T e
Dordrecht plagt het getal der Elften, die men
ving, byna ontelbaar te ? y n , en zo deswegens,
als wegens de veelheid van Salm en Steur,
daar wy van gefproken hebben ( * ) , maakten
de Dienftboden , eer zy zig verhuurden, een
beding, dat zy niet meer, dan tweemaal in
de W e e k , roodën Vijcb zouden behoeven te
eeten. ( t) -
Men verkoopt te Parys, in ’t Voorjaar, onder
den naam van Pucelle een .Vifch die weinig
geagt is > en gemeenlyk voor een kleine Elft
wordt gehouden. Dit is ook het Gevoelen van
Bellomus gewëeft; want dus drukt hy zig uit:
„ de menigte van Graaten, die ’er in dePu-
„ eelle zyn , doen denken, dat de Ouden die
t Trichis of Trichias, dat is Haairige Vifch
, noemden. Men heeftze Pucelle o f Maagd
» g«*
l*J In ’t VI. Stuk deezer Nat. Hijtorie, bladz. 542. >
( I ) Eefek. vau Nordr. dooi' BEVEK.WYK. Kap. VIII. bl, 123,
I jD S E i - , V I I I . STUK. Y 3
XLIV.
Hoofds
t u k .
Elft,