IV;
ÏDEEL.
XLVII. Hoofdstuk,
t l L I II.
F>S- t.
Deeze zal zekerlyk wederom den bynaam
hebben wegens de gedaante van zyn Bek. De
Heer Osbecjec hadt hem ook aan ’t voorgemelde
Eiland gevonden, en noemt hem zwarte
Hoornvifch» L in n ^eüs betrekt ’er den genen
toe,die,in de,WeftgothifcheVoyagiedoor hem
befchreeven, genoemd wordt Oftracion, welke
plat is en rosagtig, hebbende aan de Rugvin
een lange, agtewaards getande Straal.
Waarfchynlyk zal' deeze dan naar de Been-
viffchen gelyken. In alle de Vinnen zyn door
zyn Ed. nagenoeg even veel Beentjes geteld,
als in de voorgaande Soort, doch een Buikvin
ontbreekt hem, gelyk alle de overigen, uitgenomen
de zesde. In de Staartvin van alle deeze*
Hoornviiïchen fchynt het getal der Straalen
ongevaar ia te zyn, Osbeck hadt, in de'voor-
fte Rugvin van deeze, geteld maar 2, in de
agterfte 34 en in de Aarsvin 31 Straalen; dat
vry veel verfchilt.
Met de laatft gemelde telling'der Vinftraalen
komt naaft overeen, een Hoornvifch uit de Indi-
fcheZee, welken de Heer W. v a n o e r M e u l e n
in zyne Verzameling heeft, en naauwkeurig
hier door ons is afgebeeld. De Tanden, die
zig voor in de Bek. bloot vertoonen, kunnen
*er ook wel den naam van Grynzcrt aan doen
gee»
Oftracion cotnpreffus rufefcens , pinnae Dorfalis radio longa
^ctrorfum deatato. lt. Wtjlgou xjs, Baliftss nigrs. OsSECifc
lU T . 2 9 S*
ceeven. Aan de Zyden van den Kop is de Huid IV.
eenigermaate, doch niet zeer duidelyk, ge- Afde)**
plooid, en de Vifch over ’t geheele L yf bruin- ^ V U .
ros of Koffykleur. In de agterfte Rugvin tel stuk.
ik 35, in de Borftvinnen ieder 14 , in de Aarsvin
30 en in de Staartvin 12 Straalen, die
breed en takkig zyn: zo dat de uitgefpreide
Staart zig als een Waaijer vertoont, eenigermaate
gelyk die van C a t e s e y , welke de Een-
boomige genoemd wordt, doch in Geftalte en
Kleur, als ook in getal der Vinftraalen, zeer
veel verfchilt. De onze, evenwel, is ook vol-
ftrekt Eenhoornig , hebbende van vooren op de
Rug maar één dik, rond Beentje, ongetand,
vyf Kwartier Duims lang en agterwaafds, een
weinig krom geboogen. Van onderen z it, binnen
de Huid, een dik fterk Been, dat wel drie
Duim langte heeft, en van den Bek tot digt
aan de Navel uitloopt. Van de Geftalte des
Lighaams, V welk platagtig is als een Both,
kan men uit de Afbeelding oordeelen; zynde
de langte , tot aan ’t end van de Staart, iets
meer dan zes Duimen,
(%)■ Hoornvifch met de voorjle Rugvin vyf -Jiraa-, vm.
lig, de Snoet zeer lang, aan de Onderkaak
gedekzeld.
De
( t ) Baliftes pinna Dorfali atjteriore quinque - radiata, Roftto
loflgiffimo, MSxilIa inferiore operculata. Syft. Nat. x. Balis*
tes aculeis binis, loco pinnaium Ventralium, folitaiio infra
I.Desi. VZiI. Stuk. Anuaa