xxvin.
H oofdstuk.
vn.
ƒtiobilis,
Edele.
de laatere Autheuren is hy bekend onder ded
naatn van Zee-Baars, en A r t e d i wil, dat alle
de drie Soorten van Zee-Baarfen , welken Ar,.*
DROVANDUS heeft, tot deeze betrekkelyk zyn ;
als verfchillende alleenlyk van elkander in de
Kleur. Men vangtze in de Middellandfche Zee,
als ook aan de Kuil van Noorwegen.
Deeze Baars .munt, in fierlykheid van Kleuren
ver boven de anderen uit. Behalven de
zes of zeven bruine dwars-Sreepen , heeft hy
den geheelen Kop en ’t voorfte deel des Buiks
met hoogroode en hemelfch - blaauwe ftrecpjes
fraay getekend. De Vinnen zyn geel met
roodagtige flippen of lyntjes gefprenkeld. In
de Kleuren, egter, maakt de Sexe, Ouderdom en
Woonplaats, een uitermaate groot verfchil. Het
Vleefch is lekker.
( 7) Baars die de Rugvinnen vereenigd heeft,
de Staart onverdeeld , het L y f Zitverkleuf
met agt bruine Banden.
Niet minder mag deeZe , van wégen zyne
fierlykheid, den bynaam voeren van Edele
Baars. Men vindt hem in Noord Amerika,
van waar hy in ’t Kabinet van den Heer d e
G e e r gekomen was. In de Rugvin vondt men
25 Straalen en daar van twaalf gedoomd, in
de Borflvinoen 15 : de Buik, Staart en Aarsvin
(7) Perca p'mnls Dorfalibus utïitisi, Cauda Integra, Corpo*
. te Argenteo, FafciLs otto fiiscis. Sy/t. Nat, X.
vinnen nagenoeg als in de Nylbaars. De Icherpe jy .
Straalen vam de Rugvin waren aan de zyden A fdeel. xxvnr.
Zilverkleur. Hoofd.
(8) Baars, die de Rugvinnen vereenigd heeft,
het L y f zwart met drie witte Banden. Poiymna.
J Géfnaarde.
Deeze Indiaanfche Baars, die in het Kabinet
der Akadefflie in Sweeden gevonden wordt, heeft
de Kenmerken der Baarfen, Lipviflchen , Zee-
Braafems en Klipviflchen, doch wegens de Stekeligheid
der Kieuwen-dekzelen is dezelve hier
t’huis gebragt. In de Rugvin heeft men 26,
in de Borftvinnen 18, in de Buikvinnen 6 , doch
in de Aars- en Staartvin ieder 16 Straalen gevonden.
Elf gedoomde waren in de Rugvin,
één in <Je Aars- en Buikvinnen.
(9) Baars, die de Rugvinnen vereenigd heeft > Coi^jfS
de Staart onverdeeld, alle de Vinnen met twee Knorhaanajtige.
gejiippelde Jlreepen.
Van deeze KnorhaanagtigC is de Woonplaats
Onbekend. Men heeft in de Rugvin geteld 20,
in de Borftvinnen 14, in de Buikvinnen 5 , ia
de Aars vin 10 . in de Staartvin 12 Straalen.
Van de Rugvin waren ’er veertien, van de Buikvinnen
één, van de Aarsvin drie gedoomd,
0°)
fs) Perca pinnis Dorialibus unitis, Corpore nigro, Fafcirs
tribus albis Muf. Ac ad.
(9) Perca pinnis Dorfalibus unitis, Cauda indivifa , Pirvnii
omnibus-lineis duabus pun&atis. Syft. Nat. X.
I, Deel. VIII. Stuk. B