XLV.
H oofdstuk.
XXVII.
Cultratus.
Scherpbuik.
Leid-Brat-
'drn.
XXVIII.
Bjttrfota.
(27) Karper met de Aarsvin van dertig Straa-
len, de Zydjlreep afgtboogen, den Buik zeer
Jcberp.
De Braafem heeft gemeenlyk den Buik in ’t
midden wclfcherp of gekield, maar van vooren
rond en van ag teren platagtig. Deeze Braafem,
die in de Ooftzee gevonden wordt, munt volgens
onzen Autheur uit door de fcherpte van
zynBuik. Hy hadt ’e r, op de ScanifcheReizc,
in de Rugvin en Buikvinnen geteld 8, in de
Borftvinnen 16 , in de Aarsvin 30, en in de
Staartvin 19 Straalen.
De Heer K l e in maakt, dat zonderling is,
van deeze Verlcheidenheid geen gewag; maar
geeft de Afbeelding van een klein Braafemtje,
dat de Staart omgekromd of verdraaid, de
Neusgaten zeer wyd en den Bek rond heeft.
Dit oordeelt hy de Leid.Braafem te zyn van
S choon e v e l d , in Silezie voorkomende , en
dus van de Viflchers genaamd; om dat z y , de-
zelven ziende, op een goeden Vangft vertrou-
tfen ( f) .
(28) Karper met de Aarsvin van vyf-en-der-
tig Straalen.
Dee.
(17) Cyprinus pinni Ani radiis trigmta, linei latersü
declinats, Ventre acutisfimo. It. Scan. sz. T. z.
■ (*) Pi/c. Miff, V. p. 61. N. 2. .Tab. XIII. Fig. x.
(2.%) Cyprinus pinni Ani radiis trigmta quinque. Faun.
Sutc. 32$. Cyprinus quiiieunrialis, pinna Ani Officglotiun
viginti quinque. Art. Gen. 3. Syn. i} . Spet. 10, W
Deeze Vifch komt in het Méler-Meir van IV.
Opland in Sweeden voor ; alwaar L innjEüs er y
35 Straalen in de Aars vin geteld heeft > (choon Hoopd*
die zelfde Soort zynde, welke Artedi noemt n w .
Cyprinus van vyf Duim lang, met 25 Beentjes
in de Aarsvin. Hy wordt, om de gelykheid,
dikwils voor Voorn of Ruifcn verkogt, zegt
die Schryver ; doch de ervarenfte Viffchers on-
dcrfcheiden hem , by den naam van Björka,
Björk en Björkna. De tyd van zyne Paaring
of Kuitfchieting valt tegen het end van Hooy-
maand.
Het L y f is omtrent een Span lang , kort en
breed; de Bek klein ; het Bekkeneel groenag-
tig en eenigermaate doorfchynende: de Oog-
kringen Zilverkleur, gelykerwys ook het L y f ,
dat met taamelyk groote Schubben is gedekt,
De Vinnen zyn altemaal grys of donker grys-
agtig: de Buikvinnen fomwylen een weinig uit
den rooden. In de Rugvin zyn ir , in de Borftvinnen
1 5 , in de Buikvinnen 9 , en in de Staartvin
i 9 Straalen geteld; dat alles zeer naa met
den Braafem overeenkomftig is. Ook waren de
Ingewanden even als in de mede-Soorten.
(29) Karper met de Aarsvin van zevenen-
dertig Straalen en de Oogkringen geel.
Dit is , volgens Artedi , een der zeldzaamfte
(29) Cyprinus Pinna Ani radiis triginta ftptt/a, Inde
fava. Art. Spec. 23. Faun. Sutc, 327,
liDUt. VULSTUK.