IV. ' (5 ) Egelvifch die langwerpig is , met de Stekels
A f d e e l . Spürond.
L.
H o o f d - M e c r e ^ e n kunnen wy den naam van Penne*
iTUK. "
v v ifcb aan deezen in ’c byzonder toe-eigenen,
Hyftrix. zo vvel als ’er die van Hyftrix, dat is Stekel-
J>enn«vifch. - • M
pi. iiXx. o f Penne-Varken , door de Autheuren aan
ffitr, 3. • ƒ
. 0 w'ordt gegeven. Zyne Stekels, naamelyk , zyn
rond en 1’cherp als'Pennen, Pinnen of Spyltjes,
niec driekantig noch plat. Dit onderfcheid,
beken ik , is zo zeer niet zigtbaar in onze Afbeelding
, welke veeleer de derde Soort fchynt
uit te drukken, als in een Voorwerp, ’t welk
ik gedroogd heb, zynde, behalve de Staart,
rykelyk een Voet lang.
Dit is , vooreer!!:, byna volkomen Kegelrond ;
ten anderen heeft het op de Rug de Stekels byna
als de voorgaanden, naauwlyks een Duim lang,
doch op de Zyden zyn zy van twee Duimen
en grooter, rond als gezegd is, en maaken de
VertooDing ,van een Penne-Varken. De dikte
is , aan ’tvoorfte end, ruim vier Duimen. Het
heeft de Borftvinnen wel drie Duim breed,
de Rugvin twee Duim lang en de Staartvin
over de drie Duimen. In de Rugvin tel ik ten
minfte 12 , in de Borftvinnen 24 Beentjes.
Li».
{$) Diodon oblongus , aculeis teretibus. Syft. Nat. X . O s .
tracion diodon , Corpote fpinis undique armato. Muf. A i .
' Fr. I. p . j8 . Oftracion conico-oblongus, aculeis undique Ion-
§ is teretiformibus, inprimis in lateribus. A r t . Gen. 60. -Syn.
jF. Arseen. Acad. I. p. 310. It. Scan. 2%;. Hyftrix pileis,
C feV S . E x it , L ib r . V I , cap, 21. R a j . p . 42, ~
s m r n < * » * • * * “ i“ tftc" 2a>in,3e /p ,s- Ap^ L.
yin 14 en in de Staartvin 9 Scraalen gevonden. ^
(6 ) Egelvifch, die de Stekels aan den Kop en STUK.
Hals langer heeft., vi
Holocantbus0
Door de plaatzing van de langer Stekelen G s
fchynt deeze als het tegendeel van den voor-
gaanden, doch men kan hem, dewyl hy ook
•geheel met Stekels of Pennen is b e z e t, iosge-
lyks Petnne - Vifch tytelen. In een gedroogd
Voorwerp van den Heer GaoNovrus, zyn de
Stekels boven op den Kop, aan de Zyden van
’ tLyfenagter op de Rug, zeer lang, rondagtig,
Elsvormig, regt, doch een weinig geboogen:
die op ’t midden van de Rug veel kleiner, en
onder aan den Buik, van vooren, nog kleiner,
en driekantig, gelyk van agteren aan den Buik,
alwaar zy wederom grooter zyn. Dit fchynt
dan als een mengeling van deeze en de voorgaande
.Soort, of ook van de anderen, dewyl
het L y f Klootrond wordt gezegd te zyn. Anderszins
zou myn zo even gemelde Voorwerp
naaft komen aan deeze Soort.
( 7) Egelvifch met een zeer lange Rugvin♦ VII.
Raninus.
Z o Noordiche,
M Diodon aculeis Capitis Collique iongioribus Syft .Na t .
\ ' ,, 11 arnlei*X- Oftracion oblongus holocanriius acul lo*nsiliimis teietifoimibus,
in Capite inprimss 8c m Co lo. ART
BS. Hyftrix alter, Scc. W pL . p _ 55- ^ ^
(7) Diodon pinna Dow longrnïm . yj •
«ion romndo-oblongus, tuberculis utrmque, pinna
VTTT Crr'TTIT- T i A giflima,