IV. op den bals in de Gevangenis ( f ) . Waarfchyn-
A f d e e l , ^ w j j i e n Z y daar door aanduiden, dat iemand
Hoofd^* ^oor deeze lekkere Koft tot allerley baldadig.
stuk. heden aangezet worde. Ondertuffchen worden
Forel, deeze Forellen voor zo gezond gehouden, dat
naenze ze lf toeftaat te eeten aan de Zieken en
de genen die aan ’c Hooi*} gekwetft zyn.
Deeze Vifch is niet aan Italië, o f aan het
Meir alleen, bepaald. Men vindt ’er naamelyk
•in een Meir van Weftmoreland , Wynandsr-
Meir genaamd , het grootfte van Engeland,
die verzekerd worden de zelfde Soort van Vifch
te zyn* voerende aldaar den naarn van Gilt dat
is vergulde Cbarre. Hierom, en om zyne waardigheid
, kunnen wy ’er den naam van Goud-Fo-
rel aan toepaffen.
- Niet ten onregte wordt deeze alleenlyk als
eene Verfcheidenheid van de Meir-Forellen aan-
gemerkt; verfchillende zeer weinig daar van,
dan in grootte. Hy is ook breeder van L y f ,
bleeker van R u g , en kleinder van Schubben 5
hebbende den Buik en Zyden Zilverkleur , den
Bek blaauwagtig en den Kop doorfchynende.
In het Gehemelte zyn v y f perkjes van Tanden
en twee ryën op de Tong. Het Vleefch wordt
door het kooken rood.
V I I I .
Alpinus.
JBerg-Forel.
(8 ) Salm, die de Rug zwart, de Zyden blaauw,
den Buik Goudgeel beejt.
Het
( * ) C h i b e re Malvafia & mangia C a rp io n , in capo $’ en v a in
png ion.
( * ) Salmo Dorfo nigto , lateribus coem le is , Ventre falva.
Faun.
Het zou fchynen dat het deeze Soort van IV.
Forellen ware, daar wy zo even van gefpro- Afdeeu
. XXXVL
ken hebben f doch uit de Waarneemmgen van *
WiLLouoHBY blykt, dat in het gedagte Wy- s t u k .
nander-Meir nog een andere Vifch gevangen For:I*
worde, dien men noemt the red (dat is de
roode) Charre. Deeze is van de gilt o f witte
Cbarre, die om haare Zilverkleur dus genoemd
wordt, zo hy aanmerkt in Soort verfchillende
, en veel grooter , hoewel-tevens niet zo
veel geagt. De Vifïchers hielden de witte o f
kleinlten voor Mannetjes en de roode of groot-
ften voor Wyfjes; doch uit de Aanmerkingen
van den Heer F a r r i n c t o n , welke de Heer
P e n s a n t medegedeeld heeft aan den Heer
G r o n o v i u s , blykt , dat onder de roodbui-
kigen ook Hommers , onder de wkjbuikigen
Kuiters gevonden worden,? ’t Was dan moog-.
ly k , dat de Kleur alleen het onderfcheid der
Kunne waar, gelyk de Heer G r o n o v i u s zig
verbeeldt. Evenwel fchynt het verfchil in
grootte, dat aanmerkelyk is (*) , en in de Kleur
van het Vleefch, dat door ’t kooken niet rood
wordt in de groote Soort, als ook de wit ge*
ftip-
Faun. Suec. 3T0. Reuding. It. Weflgoth.' 297. Salmo vix
pedalis, pinnis Ventris lubris, Maxilla inferiore paulo longiore.
ART. Ge«. 13. Syn. is . Spec. 52. Umbla minor. WlLL. p,
I96. Raj. p. 6J.
"Willoughby tekent aan, dat de roode meer dan de
dubbele grootte van de witte heeft. Charra ruFra , quam
•voeavtt , Alba (the gilt Char) , plus quam duplo major efi.
'Xiibr. IV. p. 197.
LSbsl. vin. Stuk,