XL VII.
H oofdstuk.
Ik moet hier gewag maaken van eene 'Soort
van Hoornviffchen, tot welke de Heer G ro-
noviüs "dee'ze beiden betrekt , noemende die
Balijles, met dien Bek ftompagtig; de Rug-
ftraal voorwaards getand; de Buikvin laag en
ruuw; dqZyden,naar de Staart toe, met even-
wydig geplaatfte Stekeltjes gedoornd (*). Dit
is buiten twyfel die Soort, welke de Heer
Klein genoemd heeft , Caprifcus „die bruin is,
„ aan de Oogep,en van’t midden des Lyfs tot
, , aan de onderfte Vin naby de Staart, met
„ breede witagtige Streepen: op ’t midden van
,, de Rug een kromme Doorn , die aan een
„ Vlies verknogt ïs , hebbende; waar agter
„ vier kleine Stekeltjes zyn, en aan den Buik
„ een kleine Vin met fcherpe Straalen ( f )
De Afbeelding van deezen is byna volmaakt
overeenkomftig met een Vifchje van ongevaar
een Vinger lang, dat ik thans voor my heb,
den Heer | W. van der: Meülen toebehoo-
rende, in welks agterfte Rugvin en Aarsvin
ongevaar 24, in de Borft vinnen 13 Straalen ge.
teld zyn. Het is eenigermaate geelagtig bruin
van Kleur, en heeft op de Staart, wederzyds,
drie ryën van Wratjes, waar van twee even
lang en de helft langer, dan de derde zyn, uit-
maakende omtrent dertig Wratjes in ’t geheel,
die
(*) Baliftes toftrp fub-obtufo , radio dorfali antrorfum
ferrato, veatrali humili fcabro, iateubus caudam verfus pa.
lallele aculeato-fcabris. Zóoph. Gron. Fafc. I. pr s l N. 18S.
(t) F'ft' MMC XIP* aj. N, 7. Tab. JII. fig, 10,
die donker bruin of zwartagdg zyn van Kleur. IV.
Deeze vindt men in de Afbeeldingen van Seba
ook eenigermaate aangeweezen (*). Hoofdstuk.
(6) Hoornvifch met de voorfte . Rugvin drie. vu
Straaüg,
gevorkt.
de Buikvin overlangs, de Staart Vet^ a'(
Oud Wyf,
Pl. LXVIII.
Fi£. ï.
Toen' ik de Lipviiïchen befchreef, heb ik ge.
gemaakt van een,Soort derzelven, die van
de Engelfchen OU Wife dat is Oud W y f geheten
wordt, behoorende onder de Lyfters (f).
Deezen zelfden Bynaam geëveh wy,op ’t voet-
fpoor van LtNNiEDs, aan eenen Hoornvifch,
tvien dezelve, wegens den Bek, zeer eigen is.
Men zou ’er ook, eenigermaate, den naam van
Pappegaay’s Bek aan geeven kunnen; gelyk men
zegt, dat de onzep dien geeven aan een Vifch
by ’t Eiland Afcenfion voorkomende, die byna
gefpikkeld is als een Lyfter. De Heer Osbeck,
nu, hadt deezen Hoornvifch by dat Eiland gevonden
, en LiNNAtus betrekt ’er toe den Ame-
rikaanfchen Lyfter met gedraalde Oogen , van
C atesby.
De
The/.. VOL. XII. Tab, XXIV, Fig„ i S ,■ r7*
Zie ’t voorg. VII. St u k , bladz. 414- _
(6) Baliftes Pinna Doriali ahteriore triradiata, Ventrahlon-
«ritudinali, Caudali bifida. Syft.Nat. X. Turdus Oculoradiato
CATESBY Car. II. p. ia. T. 22. Baliftes aculeis Dorfi tribus,
Gaudabifurca.' Art, Go». SB. Syn. g. Baliftes Vetula.OsBECK
her. 29o. Baliftes major fafciata, Dorfo triacanthe , Cauda
bifurca, radijs exterioribus longiflinais. lBROWN. Jam. 4i s»
Guaperua. JONST. Tab. XXXIV. Tig<
L DEEL. TUI. STUK,