4o5 B e s c h r y v i n o v a s t
IV. Ik had gemelden Heer verzogt om eenige
A f d e e l , opheldering ten opzigt van de Verandering van
H o o f d - ^ eur» die my zyn Vertoog over dezelven ,
s t u k . inzonderheid door vergelyking van de gekleur-
Chinetfch de Figuuren met de hefchryving, duider voor.
kwam, en daarop antwoordt zyn Ed. my, in
een Brief van den 13 November deezes jaars,
aldus. „ Wanneer zy van Zwart Goud of van
,, Goud Zilver worden , zo is die verandering
,, by elk Vifchje anders, Ik heb ’er een in myn
„ Flefch , die geheel rood is , behalve een Zil-
,, vere Vlak op de Neus en effen onder de twee
j, Opgen, juid als een Bril. Ik heb ook een
„ Zilvere, doch by.wien nog alle zyne Vinneq
„ rood z y n : zynde die beiden zeer aartig. Ook
„ heb ik ’er een, die nog op de Rug zwart is„
„ de Zyden en Staart Goud , doch de Buik
„ Zilver, en een Zilvere met zwarte Vinnen;
„ ontdekkende ik van dag tot dag meer Ver-
„ fcheidenheden.”
verfchiid« Veel grooter, efgter, is het onderfcheid, da,t
Vmnen. jn jjg Qedalte o f éigentlyk in het getal en de
plaatzing der Vinnen gevonden wordt* In honderd
Vifchjes, welken de Heer Baster , één
voor één, in een groot wit Glas met helder
Water deedt, zyn door zyn Ed. dertien Ver-
fcheidenheden opgemerkt. Vier daarj van hadden
de Vinnen regelmaatig, doch één derzelven
hadt de Rugvin dubbeld; in een andere was een
Knobbeltje midden op de Rug, en een kleine
Rugvin digt by de Staart. Drie hadden in 't
ge-
D E K A R R E R S . 407
geheel geen Rugvin : in twee was de Staart IV.
drietandig; in twee anderen dubbeld gevouwen, Afdeei'*
doch van boven vad: twee hadden de Aarsvin
dubbeld , en een dier laatften de Staartvin ook s t u k .
dubbeld en in de geheele langte van één ge-
fcheiden.
In de tellingen der Vindraalen, wanneer de
Vinnen regelmaatig zyn , is egter geen groot
Verfchil. De Heer LiNNAtus vondt in de Rugvin
van ’ t zyne 18 Straalen, waar van de twee
voorden fpits en d yf: de Heer Baster vondt
in die der zynen 18 o f 20 Straalen. Ia de
Bordvinnen heeft ’er de eerde 1 6 , de laatde
1 7 ; in de Buikvinnen is het verfchil ook maar
één; namelyk 9 en 8: in de Aarsvin, als die
enkeld is, ook 8 o f 9 Straalen. In de Staartvin
zyn door Dr. Baster geteld 18 Straalen ,
doch door Linn^us , wiens Vifchje dezelve
dubbeld o f drietandig hadt, 37 Straalen.
Onder de gemelde Verfcheidenheden, waar verfcheiden-
van de meeden in de Verhandelingen van de hpjen^XVII
Hollandfehe Maatfchappy (* ) aangeweezen zyn 3. *
en afgebeeld, was ’er geen ’t welk volmaakt
die uitdrukte, welke my als een Gefchenk van
Dr. B a s t e r ,! in de Maand Oktober deezes
jaars , levendig ter hand gekomen is. Zyn
Ed. naamelyk hadt eenige Goudvifcbjes aan
zeker Heer overgezonden t om die onder
de Liefhebbers te verdeden, en twee daar van
voor
(*) In het V I I . D e e l s I . S tu k , blad z. n < , en z ,
3,d e e l . vm.SiruK.. C c 4