evenwel , zou het ook op dergelyke manier
genuttigd worden (*).
(.3) Llaaldvifch met de Borfl- en Staartvinnen
Spreidende gejtraald, geen Aarsvin, bet L y f
zevenkantig.
Osbeck, die deeze Soort in het dryvend
W ie r , van de Kroos-Zee waarfchynlyk,gevonden
hadt, noemt hem Syngnatbus Pelagicus. In
de Rugvin daar van zyn 31* in de Borftvinnen
14 60 in de Staartvin 10 Straalen door hem geteld.
Ik heb 'er , onder myne Kroosvifchjes,
dergelyk één gevonden.
Roafefeantjê. D e Heer Klein bee]dt £en V jfd)je u}{. d#
Kroos-Zee a f, dat van de Hollanders, zegt hy ,
Koufebantje genoemd wordt, zynde hem door
een Vrind medegebragt. Hetzelve was Kastanje
bruin van Kleur, met witte dwars- Stree-
pen; den Buik kort, plat,' driekantig hebbende;
het agterfte van het L y f Spilrond. Behal-
ve de Kieuwvinnen hadt hetzelve aan de Navel
öok een klein Aarsvinnetje, byna regt tegenover
(*> Pontoppidans. ^ a tttr ï. bon M üp
to s e n . II. Th. p. 261.
A lw a ar de O v e rze tte r z ig in b e e ld t, dat het de Sand.
Orm o f Zand- W orm z y , waar van in het X. St u k der Stok-
bolmfche Verhandelingen , pag, 197 , gefproken w o rd t : doch d it
ïs m y ze e r ojiwaarlchynlyfe.
(3) Syngnathus pinnis Peftpralibus C au d sq u e radiatis, A a i
B u l la , Corpore feptemangülato. Syjl, Nat. X . Syngnathus pe-
lagicus. Osseck. /tin. zo ;.
L il.
H o o f d s
t u k .
in.
Pelagicus^
Ver het begin van de Rugvin, die taamelyk
lang en verheven was „w i t en bruin gemen-
geld » zó wel als die van de Staart (*).
(4) N a a d lv ifcb met de S ta a r tv in fpreidendê g e-
f t r a a ld, geen Borfi
ka n tig .
IV.
Af d e e i» LIL
H o o f d s
t u k ,
i v .
noch Aarsvin, het
Van deezeo, die ook uit den Oceaan af-
komftig was, wordt niets meer gemeld, dan
dat men in dé Rugvin. 30 en in de Staartvin
* Straalen geteld heeft. Ik weet niet waar toe
gevoeglyker te brengen, den Ambonfchen Zee-
Geefi van den beroemden Hoogleraar Ruvsca
egter niet alleen Borftvinnen, maar
ook een Soort van Doorentjes aan het Lighaam
heeft, gelyk blykt uit onze Afbeelding , daar
van gegeven tot een Voorbeeld der Geftalte van,
de Naaldviffchen.
(5 j Naaldvifch zónder Staart• , Aars-of Borfivinnen,
het L y f Spilrond. ^ zee-Addet.
Deeze is ’t , die men in de Ooftzee, zo wel
als in de. Bodden-Zee van Sweeden, menigvuldig
vindt, en aldaar genoemd wordt Hafs-Nahl
% * o£
(■ *} K i.E iN P iß . Milt. IV . p . 17- N . 19. T a b . V I . E ig . I .
,(*) Syh|ii3thus pinna Caud* radiata, PeftotaUbus Amque
Hallis, Corpore angulato. Syft. Nat. X.
), Thefauruï minimal. I. Tab* II. hg. -■ | - : «ï#
(s ) Syngnathus pinnis Caud* Am Pe&oialibusqu e n u lh s ,
Corpore rereti. Syft. Nat. X. Syngnathus teres, pimus le&Q»
rhlibus Caudatque cärens. A r t . <?c«.Ii. Sy». z-^Pfcf x' . . *
m U g L . Muf. I. N . * . ACUS L um b u c ifo rm is fert
Óphidion Lumbriciforme. B.AJ. P- 47*
S .D U L . v i i i r S T U K . K k a
W Ê
m l
m\
l m
iwmi
*.#1
M |