IV, Als het warm Weer is , zegt GisLER,en men
A fdeel. een overvloedigen Vangft en weinig Volles
Hoofi> ^ee^c 5 20 dat ’er Dag en.Nagt gearbeid moet
stuk. worden ; dan leggen zy dikwils de HariDgea
oorzaak der ongekaakt in ’t Zout, Ook gebruiken de Visflegtheid
van 0 0
den sweed- fchers dikwils, om het Zout te befpaaren» ar-
c enHanng. gC**apte pc|cej ? die t’ eenemaal vergoord, fly-
" mig en als Zeep is. Dikwils neemen zy graauw
en zwart Z o u t , het welk wel minder koft,
doch dengeheelen Vangft bederft, en de Pekel
wordt te fchiclyk afgetapt, om die weder tot
anderen Haring te gebruiken. Het aftappen
zelf door een Gat, dat onderin de Ton is, gc-
fchiedende, laat het Thraanige, dat altyd bo«.
ven op dea Haring ftaat, zig door de gantfche
Ton heen vaft aan zetten. Bovendien houden
zy den Kop ’er aan , welke het bederf vermeerdert
, en neemen niet alleen ondeugende
Tonnen, die lek zya , maar fmyten ook den
Yifch flegts met de Handen daar in, in plaats
van hem in te pakken : waar by nog veele andere
Omftandigheden komen , die , gelyk de
gemelde Sweed aanmerkt, den Pekelharing van
zyn Land zo flegt maaken (*_).
,, Een groote Oorzaak £ver volgt h y ), wel-
ke de betere toebereiding verhipdert, is ook
„ deeze, dat de Haring zeer weinig geldt, ter-
j, wyl het Gereedfchap koftbaar te onderhou-
, , den
(* ) Dus weidt ook , in dit Jaar 1764. , de Invoer van
Sweedichen Haring in de Ooftenrykfe Nederlanden gehsel
verboden.
„ den is , en de Viflchers, derhalve, het Zout iv .
„ zeer fpaarzaam gebruiken. Men kan reke- Afdeel.
,, nen dat een Ton Haringen den Viflcher agu
„ tien Daalders Koperen Munt (*) kofi , en hy stuk.
„ kan die maar voor vierentwintig zulke Daal-
,, ders verkoopen; weshalve zyn Win ft gantfeh
,, niet groot is , al vangt hy ook dertig o f
„ veertig, ja dikwils maar twintig Tonnen
,, Haring. Om meer Win ft te hebben, zou
„ hy ze beter moeten inzouten, en evenwel
,, geldt de befte Pekelharing flegts van 30 tot
„ 36 Daalders, Koperen Munt, de Ton.
„ Sommige Haring wordt, als gezegd is , met Ccore Ha-
,, voordagt fchraal gezouten, die men dan, onder nns*
„ den naam van Goore Haring, binnenslands ver-
,, tiert. Men neemt daar toe Schakel.Haring,
R en, na dat dezelve een nagt in Water ge-
„ ftaan heeft en gekaakt is, doet men ze on-
„ gewaflehen in een ander V a t, met 1 Pond
„ en 16 Mark Zouts, op de Ton, neemende,
, , vroeg in de Zomer, 2 o f 4 Mark meer.
„ Vervolgens laat men het Vat open ftaan, te
gooren, en zo dra ’e r , tegen de Herfft,
„ niet meer Gefting in i s , en de Stof niet
„ merkelyk zakt o fr y ft, vult men de Ton en
,, maakt dezelve wel digt toe. Anderen fpoe-
, , len den Haring, zo dra hy gegromd is, in
9, Water af, en laaten het ’er een halven Dag
„ wel
[Dat is ongevaar is Schellingen Hollands , gelyk ik
Voorheen heb aangetekend, j
i~ OfcSL. V II I . St u k . X 3