L.
H oofd-
' stu k .
I.
Atinga.
Klootronde.
pi. LXX.
F,g. i.
l i S ’
( i ) E g e lv ife h die Klootrond is , met driekanti*
g e Stek e ls .
De drie eerlle Soorten van dit Geflagt bc*
trekt de Heer Gronovïüs altemaal tot zyn
Klootronde tweetandige OJlracion , die overal
bezet is met korte Stekels, welke aan den Wortel
driekantig zyn. Evenwel is ’er een aanmer-
kelyk verfqhil in , ’t welk de onderfcheidiDg
fchynt te bitlyken van onzen Autheur. Deeze,
naamelyk , die onder den Indiaanfchen naam
A t in g a door Bontius en Marcgraaf fchynt
bedoeld te z y n , is nagenoeg Klootrond, gelyk
pnze Afbeelding, die uit het Werk van Seba
ontleend is * aanwyfh
De Befchryving ze gt, dat het niet grooter
dan een Kaatsbal z y , rond, zonder Staart en
over ’t geheele L y f zeer fyn gedoomd; hebbende
een klein Hoofd en Bek , en twee Vinnetjes
by den Kop. De Afbeelding, egter, vertoont
die niet en geeft een Staartje aan dit Vifqhje,
-[ welk byna geen Beenige Graatighejd, maar
den Buik hof en als een Blaasje opgefpannen
heeft , zittende de Stekels met driekantige
Wortels in de Huid. Wegens deeze Geflalte
mag het te regt Zee-Egeltje geheten worden,
alzo het naar den Land-Egel volmaakt gelykt.
( 2)
( i ) Diodon Spteicus , aculeis triquètris. Syft. Nat. X .
Gen,. 166. Oftrscion bidens Spfcsricus, aculeis unclique den-
Cs trïquetrïs. Ar t. Gen. $9. Syn. s 6. Atinga alter min« 0r..
bicularis. WlLL, p. i j j , Raj. p. 42,
# j |
(2) Egelvifeh die rondagtig is , met- driekantige
Stekels.
Deeze Soort is met de Wortels der Stekelen
als Netswyze op de Huid beweven; ’t welk
aanleiding tot den Bynaam geeft. Volgens de
aanhaaling van Artedi zou hier toe behoorerr
de Netswyze gedoomde Klootvifch van WiL-
lodchby, die in deszelfs Werk uit hét Kabinet
der Koninglyke Sociëteit van Londen is
afgebeeld, en onder de groorfte Kiootviflchen
geteld wordt, zynde de Figuur meer dan een
Rynlandfchen Voet lang.
De ylheid der Stekelen onderfcheidt deezen
zeer veel van den voorgaanden Egelvifeh, en
de gedaante van den Bek of Snoet heeft hem,
door fommigen,, het Duifje doen noemen. ■ De
gebrekkelykheid der Afbeelding, die, men ’er
van vindt in ’t Werk van Se b a , hebben wy
in de onze doen, verbeteren»'naar myn Voorwerp,
’t welk, gedroogd, de langte van agc
Duimen heeft. Op de Chirurgyns Gilde-kamer,
hier ter Stede, is ’er een, van ten minfte een
Voet lang en taamelyk Klootrond.
Cs) Egelvifeh die rondagtig is., overal digt bezet
met Stekels, die aan- den Wortel driekan.-
* * * * * Deeze
n .
Afdeèit.
- (2) Diodon fubrotundus, Muleis triquètris. Syft. Nat: X .
Oftracion fubrotundus, aculeis undique brevibus triquètris ra-
rls ART. Gen. 59/Syn. g6. Orbis mutieatus & reticulatus.»
WU.L. p- 'SS- R-AJ. p- 41- _ t - ^
(3) Diodon fubrotundus, aculaisbafi triquètris. Syft. Nat. X .
L DEEL. VIII. STÜK, Ü a
L.
Hoofd-
STOK.'
n.
JüèticulatüS.
Duifje.
PI. LXX. Big. 1.
tlï. Fchinatui.
Stekelige.