IV. „ weeging maakt, inzonderheid op plaatfen
Afdeel. ^ f eQ daar het Water zeer helder is. Van
"hoofd" ” Zee-Hondcn lydt de Viffchery
s t u k . »» veel fchade. Het een en andere, o f moog*
„ lyk ook de Verzanding der Rivieren , zal
„ Oorzaak zyn , dat thans niqt meer dan een
„ vyfde deel van den Salm opzwemt, als in
„ voorigen tyd. Even ’t zelfde heeft plaats
„ in de Aalviflchery; zo dat, volgens een Be-
„ rigt van den jaare 1605 , in Angermannie
„ .waren 35 Aalhuizen, daar in \ jaar 1748
,, maar 2 gevonden werden.
Aangaande den Salmvangft fpreekt verder dc
Heer Gisler zeer omftandig , doch, om niet
al te uitvoerig te zyn en de menigvuldige
duifterheden , in zyn Berigt voorkomende, te
vermyden, zal ik den Heer Pontoppidans in
deezen weder volgen, die aldus daar vaq
fchryft.
galm-Luizen. „ Men houdt het daar voor, dat de Salm
„ zes Jaaren noodig heeft , om zynen vollen,
„ Wasdom te bereiken; als wanneer hy derd«v
m half Elle lang kan worden, en van 25 tot 30
„ Ponden zwaar. In de Stroomen Mandal en
„ Tannefiord wordt, onder alle Noordfche
,, Kuften', de vetfte en befte Salm gevangen;
,t hoewel men hem anders, byna overal, in ’t
„ Voorjaar, van ’ t midden van April tot aaq
„ het midden van July, vangt. Alsdan komt
,, h y , by groote Schooien, nit de Z e e , en
„ begeeft zig opwaards in de Rivieren en Stroo.
n men,
meD, ten deele om zig in verfch Water te IV.
” verkwikken, ten deele om zekere Soort van
,1 Ongediert , door de ftcrke Schuuring van
den Stroom, af te wryven en kwyt te raa- stuk.
ken. Dit Ongediert, dat men Salmluis noemt,
,, is groenagtig en zet zig tuffchen de Kieuwen,
5, plaagende, in de Warmte van t Voorjaar,
„ den Salm, en dienende dus om, naar t oog«
,, merk van den Schepper, deezen zo koftbaa*
,, ren en nuttigen Vifch in de Handen der
' , , ‘Menfchen te jaagen, die dan ook verfchei-
, , de Konftgreepen gebruiken om hem magtig
„ te worden.
„ Sedert weinige Jaaren heeft men, hier om’ d^ “heJ
„ ftreeks, tot den Salmvangft begonnen gebruik
,, te maaken van een groot N e t , dat in veele
„ Bogten en Driehoekswyze uitgezet wordt,
, en waar mede men fomtyds wel twee o f drie-
„ honderd Salmen te gelyk bekomt. De oude en
„ algemeene manier is , den Salm te vangen in
„ Laxe-Verpy naamelyk, in een uitgefteld Net,
,, inzonderheid by den Mond van een Rivier,
„ die een hooge Valling in Zee heeft, welke
„ ook daarom van den Vifch, wanneer hy den
„ witten Schuimenden Waterval ziet, gezogt
., wordt. Doch dewyl dergelyken niet overal
„ aan te treffen zyn , weet men den Salm door
„ lift te verfchalken, maakende het ftuk.van
„ een Rots met Kalk wit; zo dat hy zig van
j, verre inbedde , zodanig eenen Waterval te
I, Deel. yiHï Stu k, »» z ien *