N O O DIG BERI GT
VAN DEN
A U T H E V ft
DE E Z ER
NATUURLYKE HISTORIE.
SOmmigen meenen , dat dit Wefk alleenlyk eeri
Vertaaling zy van het Svstema Nature van
den Ridder L inn/eüs. Ik zou daar van niet fpreeken,
indien ’ er niet op die wyze, in een gedrukt Werkje,
door een Liefhebber der Natuurlyke Hiftorie, van
gefproken werde. Alle die dpS oordeelen, moetert
nooit dit Werk met het Latynfche van gemelden Heer
vergeleeken, noch het myne met aandagt^ m ’ t by-
zonder de Voorreden niet gelezen hebben; Zelfs die
geen Woord Latyn verftaan, kunnen genoegzaam be-
grypen, dat, daar het uitvoerigfte Werk van gedag-
ten Ridder over de Dieren, *c welk ik heb kunnen
gebruiken , zynde ‘de Tiende Uitgave van zyn Svste-
jvïa Nature, in Oftavo, maar 823 Bladzyden groot
iSj en maar 52 VelleU druks; een Werk als het myJ
ne\ de N atuurlyke Historie genaamd, dat reeds
VIII. Stukken in ’t zelfde Formaat beflaatj waarvan
het minfte 30 en fommigen by de 40 Vellen druks
groot z y n , en dus meer dan 4000 Bladzyderi uit-*
maaken ; geen enkele, Vertaaling kan zyn van dat ge-
* a„ deel*