. lV -
A fdeel.
XXXVlil, XXXVIII. H O O F D S T U K .
H oofdstuk.
Befchryving van 't Geflagt der Snoeken, waar
in , zo van de gewoons onzer Binnenwateren,
derzelver Gulzigheid, Veortteeling, Vangft, en
Gebruik , als van den Pyl- en Schildfnoek,
den Geep en verfcbeide uitheemfchen, Naald-
viflchcn genaamd, wordt gefproken.
D it Geflagt, wederom, heeft zynen Hoofd*
naam van zeer bekende Viflchen onzer
binnen* en buiten-Wateren , die men Lucius
o f Snoek tytelt: doch in plaats van dien heeft
het onzen Autheur, in navolging van Artedi ,
behaagd , den zeer düifteren naam, Efox, te
gebruiken , die mogelyk van EJitare , dat is
veel eeten , afkomftig zal zyn : want de Vis*
fchen van dit Geflagt zyh zeer gulzig. Sommigen
, ondertuiïchen , hebben zig verbeeld,
dat Plinius door Efoces de Saltnen meent (*_).
yjmmrrken- De Kenmerken der Soeken beftaan , volgens
onzen Autheur, in het L y f zeer lang,
den Kop van boven platagtig, de Bovenkaak
plat
(*) Efox in Rheno, (legt Plinius (Libr. IX. Cap. 15.)
fte’lende denzelvcn met den Silurus van den Nyl en den
Attilus van de Po , als de grootfte Viflchen dek Rivieren
voor. Dewyl de Afbéelding , by Gesnerus , eenigermaate
gelykt naar het Vosje van Rondeletius , GaUus Rhtdius
genaamd ; zo is het waarlchynlyker, dat de Efox een Snoek ,
de Silurus den voorgemelde« Nyl-Saint en de Attilus van de
Po den Steur betekene.
plat m korter , de Onderkaak geflipperd te jV-_
hebben: Tanden in de Kaaken en op de Tong:
het Kieuwenvlies met agt tot dertien SLraalen. HooFD_ *
G ronovius ftelt veertien Beentjes in hetzelve, stuk.
Zyn Ed. merkt aan , dat de Rugvin ageer op
de Rug, tegenover de Aarsvin, geplaatfl: zy.
’t Getal der Soorten van Snoek is by L in- soorten.
m(eus negen, als volgt.
( 1 ) Snoek met twee Vinnen op de Rug, waar ^
van de voorfte gedoomd. _ pyi-snoek.
Deeze zou, volgens de bepaaling van G ron
o v iu s , die aan de Snoeken maar zeven Vinnen
en ééne Rugvin toefchryft , niet tot dit
Geflagt behoorec kunnen, k Is een Vifch uit
de Middellandfche Z e e , dien de Italiaanen, te
Livorno, Luzzo marino heeten , en de Fran-
feben Spet, volgens R o n d e l e t iu s . De eerft-
gemelde naam betekent Zee-Snoek, gelyk men
hem ook in ’t.Engelfch Sea-Pike o f Spittfifcb
getyteld vindt. By de Schryvers geeft men ’er
den Griekfchen naam Spbyrcena, en den Latyn-
fchen Sudis aan , o f Slides, welk woord een
Staak of Stok betekent; gelyk Sphyra een Werp-
fpies, Schicht of fcherpe Pyl.
De
(1) Efox dorfo dipterygio , antica fpinofa. Syft. NAt. X.
Sphyrsena. ART. Gen. *+• Syn. ïiz. Sphyrsena. CHA.RL. p„
1 3 6 . Sphyrsena: prim* fpecies. Wi l l , p 273. Sphyrawia five
Sudis. RAJ. p. 8+. JONST. Tab. XVIII. fig. 1.
I.DH L . T ill. STUK. P 4