Jn de Rugvin van deeze , gelyk ook in de iV*
Borftvinnen, zyn geteld 18 Straalen; waar van
in de eerde twaalf gedoomd. Voor ’t overige ^ oFJ r
was 't getal der Vinftraaien , nagenoeg j als in si uk.
de Nylbaars.
(13) Baars, die de Rugvinnen vereenigd beeft ,
de Staart onverdeeld , bet Ly f blaauw ge-Geftipp&di*
Jiippeld♦
Geftippclde Zee-Baars wordt deeze genoemd
in I Werk van C a t e s b y , daar dezelve is afge-
beeld. De gedaante zweemt naar die van een
Baars : de langte is gemeenlyk van zes tot
tien Duimen i' de Kleur donker-bruin , meÊ
kleine blaauwe Vlakjes gefprenkeld, De Oog-
kringen zyn rood , de Bek is wyd met fcher*
pe Tanden, de Staart aan ’t end rond. Dee-
ze Soort onthoudt HM gelyk de volgende, in
Amerika.
f14 ) Baars, die de Rugvinnen vereenigd beeft, öuttat
.de Staart onverdeeld , het L y f met Bloed‘ iit p
kleurige flippen gefprenkeld.
T o t eene Soort-van Baarfen, die óp de Rug
maat
(13) rërca jtoinis. Dorfaltbus unitis, Cauda ifttégra, Coï-
jjoré coëiuleo pun&ato. Sy/i- Nat. * 7 Perca Mariria puuftic^
lata. CATEsBi Cdt. i . p. 7- T - |§ l - .
(14.) Perca piririis Dorfalibus unitis3 Cauda Integra, Cc®
bare piinftis fanguineis adfperfö. Syfi. Nat. X. Cugupugvacu,
Mine Sb.. Sr af. 169. SLOA.N. Jam. II. p. ago. ,T. 2*7;ĥi*
WlLLi Icbt. 3.03. T. 1. B.AJ. P ’fc- 127- CAXESli. C*r<U.
Jj. 14. T. 14.. _
I.OEtL. VIII. STUK* S &