ÏV.' De zevenkanrigheid onderfcheidc deezen 4
A f d e e l , ^ie 0p de zelfde, plaatfen voorkomt, van
LH* den voorgaande, die ’er egter ook, in groot-
^tük.0 te , van overtroffen wordt. G ronovius merkt
hem flegts als eene Verfcheidenheid aan. Volgens
het denkbeeld van Artedi , die de dwars-
Naaden der Naaldviffchen in aanmerking wilde
genomen hebben, zouden zy ook verfchillen;
want het L y f beftondt in deeze uit 20 , de
Staart uit 43 Plaatjes; in de voorgaande het
L y f uit 18 , de Staart uit 36 : dat over ’t geheel
9 Plaatjes verlchilt; welken de zevenkan-
tige ’er meer heeft dan de zeskantige.
Volgens W iixoóchby is deeze Soort, van
de Navel tot aan het end der Rugvin, vyf-
kantig en verder tot aan de Staart vierkantig,
\ Getal der Beentjes in de «Vinnen verfchilt
weinig. Artedi vondt in deeze een klein
Aarsvinnetje van 5 Straalen , gelyfc hy. ’er in
de voorgaande één van 3 Straalen gevonden
hadt. De langte van het Voorwerp, doorhem
onderzogt, was nog geen vyfdhalf Duim. Van
deeze twee Soorten, zegt hy, komen zo wei
Mannetjes als Wyfjes voor; wordende de
laatflen van de eerden gemakkelyk onderfchei-
den, door zekere groote lange Blaas, welke
zy digt agter de Navel, tot halver wegs yas-
fchen dezelve en dc Staart, uitgeftrekt hebben,
In deeze Blaas zyn veele Eijeren vervat, doch
veel minder in getal dan in andere Vilfchen met
Beenige Vinnen, in volwalftaen veel grooter
dan
* » Raapzaad, Melkwit van Kleur.
kanze eeDÏgermaate Jongwerpende noemen; ^
want het Vrugtbeginzel , uit de Blaas voorko. jjoofb-*
Afende, is levendig. Ëenigen tyd voor het stuk.
Jongen ganjpt de geheele Spleet (*). | - . .
Het zou my dit Vifcbje fchyncn te moeten
zyn , ’c welk in Noorwegen Nebbe-fild of Acus
Marine, dat is Naaynaald van Maria, getyteld
wordt. De Heer P o s t o p p i d a n s bezat ’er zodanig
een, van over; de drie Vierendeel Elle
lang, zynde aan het L y f niet dikker dan een
Sehryfpen, met de Staart, die bykans de helft
der langte van den Vifch uitmaakt, aan t end
als een Draad uitloopende. De Kop zegt h y ,
zo wel als het overige, is kantig of hoekig, en
de Bek gelykt een Vogelfneb , doch aan, t ui-
terfte end heeft dezelve een kleine verhooging
o f Vlakte, gelyk een Varkens. Snoet. Dit Vifch-
je fchynt zig in ’t Water niet op te houden,
maar men vindt hetzelve in ’t natte Zand van
den Oever, daar men het met een Spade uitgraaft,
om het vervolgens voor Aas aan den
Hengel te gebruiken; want hier dient het nergens
anders toe, maar wel in de Middelland-
fehe Zee; alwaar het, naar ’t Bericht van
G e s n e r u s , in ’t Zout gelegd, voor een fmaaU
kelyke Spyze gehouden wordt. In Nordland,
even-
( * ) hhth-jtl. Spec. Pi Ce. p . 'V, 3.
I .D E E L . V I I I . St v k . K k